Petra Jongeneel -  6 feb 2007 10:54 - Gewijzigd: 6 feb 2007 10:54

Samen in de rolly racen

De een is christen, de ander niet. De een kan lopen, de ander niet. Juist omdat klasgenoten Stefanie Coppens (20) uit Maasland en Nienke Remmelink (19) uit Alblasserdam zoveel verschillen is hun „band zeer speciaal.”

Hoelang: Stefanie: „We kennen elkaar eigenlijk nog maar kort. Na de zomervakantie begonnen we allebei aan de sprintopleiding voor managementassistente aan het Albeda College. We raakten aan de praat en het klikte.”

Nienke: „Ik vroeg Stefanie of ik haar ergens mee kon helpen omdat zij vanwege een vorm van open ruggetje in een rolstoel zit. „Nee hoor”, was Steefs reactie. Ze bleek zo zelfstandig als wat. Ze rijdt zelfs auto, zit op rolstoeltennis. Kortom ze redt zichzelf prima.”

Activiteiten: Nienke: „We spreken elkaar alleen op school. En daarbuiten via msn. We hebben vooral enorm veel lol. Ik spring soms in haar rolly, zij bij mij op schoot en dan racen we door de schoolgangen.

Maar we hebben ook serieuze gesprekken. Zij woont bijvoorbeeld samen, gelooft in de evolutietheorie en gaat naar gelegenheden waar ik niet kom. Ik ben christelijk en praat daar ook over. Ik merk dat ze het interessant vindt. Daar blijft het bij. Ik probeer wat uit te stralen door mijn houding en de gesprekken. Ook bid ik voor Steef. Ze weet ook: Aan Nien kan ik alles vragen. Maar dan zeg ik er wel bij dat ik niet overal de antwoorden op weet.”

Hoogtepunt: Nienke: „Stefanie is nergens te gek voor. Ik pakte een flesje water af waarop ze zei: Zal ik je pakken? Dat krijg je toch niet voor elkaar, dacht ik. Daarop liet Steef zich pontificaal uit haar rolly boven op me rollen. Gelachen dat we hebben.”

Dieptepunt: Stefanie: Dat is er niet. We houden gewoon rekening met elkaar. Zo weet ik dat ik Nienke kwets als ik bijvoorbeeld vloek. Dus let ik op mijn woorden.”

Positieve eigenschap van de ander: Nienke: „Stefanie praat zo open over haar handicap, maakt er zelfs grapjes over. Dat vind ik zo ontzettend knap.”

Stefanie: „Nienke is altijd vrolijk. Met haar kun je ontzettend veel lol hebben.”

Negatieve eigenschap van de ander: Nienke: „Steef is heel slordig. Haar multomap is één zooitje. Maar dat vind ik ook vreselijk grappig. Ze is gewoon makkelijk.”

Stefanie: „Uhhhm, Nien is heel druk. Maar is dit negatief? Nee, ’k vind het eigenlijk superleuk. Ze heeft altijd wat om te kletsen.”