Gerald Harbers - 30 jan 2007 10:39 - Gewijzigd: 30 jan 2007 10:39

„Ze maakt zelfs mijn werkstuk”

Samen winkelen, samen kletsen en samen hun broertje aanmoedigen bij korfbal. De zussen Annelies (15) en Caroline (14) de Pater uit Waddinxveen zijn vaak bij elkaar te vinden. Behalve bij het maken van huiswerk.

Start: Annelies: „We zijn zussen dus kennen elkaar al lang.”

Activiteiten: Caroline: „We doen zo veel samen. We gaan vaak winkelen, met z’n tweetjes of met een paar vriendinnen erbij. Waar we naartoe gaan? Overal: Alphen aan den Rijn, Gouda, Waddinxveen. Laatst zijn we met z’n vieren in één dag per trein naar Arnhem, Utrecht en Den Haag geweest. We zitten verder ook regelmatig samen achter een computer om te msn’en met vriendinnen of klasgenoten.”

Niet samen: Caroline: „Huiswerk maken, Annelies maakt te veel herrie. Ze stampt de woordjes er altijd hardop in. Ook zou ik niet samen met m’n zus op kamp gaan. We zien elkaar al zo veel. Bij een kamp zou ik lekker met m’n eigen vriendinnen optrekken.”

Annelies: „Ik zou ook niet met Caroline op kamp gaan.”

Hoogtepunt: Caroline: „De dag dat we met de trein naar Arnhem, Utrecht en Den Haag gingen winkelen. Dat was ontzettend gezellig en we hebben veel lol gehad.

We gingen met z’n viertjes in een trein zitten en een kwartier later kwamen we erachter dat-ie niet zou vertrekken. Uiteindelijk hebben we toch net op tijd de goede aansluiting kunnen halen.”

Annelies: „De vakantie afgelopen zomer. We waren met onze ouders in Luxemburg. Dat was heel gezellig.”

Positieve eigenschappen van de ander: Caroline: „Annelies is altijd vrolijk en praat veel. Dat vind ik gezellig.”

Annelies: „M’n zus is sociaal. Ze staat altijd klaar voor mij. Zelfs mijn werkstukken maakt ze. Zo heeft ze een verslag over Scandinavië voor mij gemaakt. Wat ik haar daarvoor geef? Een chocoladereep. Ik hoop dat de docent dit niet leest, ik heb het verslag nog niet terug.”

Negatieve eigenschappen van de ander: Caroline: „Annelies is af en toe nogal bazig. Soms is dat makkelijk, dan regelt ze alles. Soms vind ik dat irritant. Dan denk ik: „Ik wil het zelf doen.” Lachend: „Maar meestal is het een hele lieve zus.”

Annelies: „Pfoe, lastige vraag. Maarre, ik weet wel iets. Caar gaat helemaal uit haar dak als iemand haar naam verkeerd spelt; da’s het enige hoor.”

Lees meer in het Dossier Vriendschap

Heb jij ook een bijzondere relatie? Mail naar Achterkrant@refdag.nl.