Joanne Westeneng (14)
Ik lag om mijn rug te kijken naar de wolken en zag:
Een witte wolk en de zon, als een stralende lach.
Ik sloot mijn ogen voor een tijd en genoot van de warmte op mijn gezicht,
Toen ik mijn ogen weer opendeed, was er een ander licht.
Daar zag ik: een wolk zo donker als de nacht,
Die los brak en regen bracht.
Maar opeens was daar de zon weer met een witte wolk,
En de zon, hij scheen over het gazon.
Ik ging zitten en dacht na:
Mijn hart leek de witte wolk, ja!
God schijnt er in, het is rein,
Maar toen deed ik wat fout,
O, wat voelde ik mij klein,
Mijn hart werd zwart en koud.
De tranen vloeiden naar beneden van spijt,
Ik vroeg vergeving en mijn zonden waren kwijt.
Toen kwam God weer in mijn hart wonen,
Nu kunnen we weer samenwonen.
Bij U is de kracht en de heerlijkheid,
Ja, tot in eeuwigheid!
Ik prijs Hem met mijn hart en stem,
Ja, ik prijs en verheerlijk Hem!