Urenlang gamen zonder pc
Caroline speelt ’s nachts Jungle Speed voor straatkinderen in Manilla
APELDOORN - Jongeren die na schooltijd achter hun computer kruipen en gaan gamen, zijn er volop te vinden. Maar nu de fanaten van gezelschapsspelen. Ze zijn er, maar laten zich lastig ontdekken. Schamen jongeren zich ervoor, of zijn er werkelijk zo weinig? Vandaag opent het Museum Willem van Haren in Friesland een tentoonstelling over 200 jaar spelletjes. Juist om gezelschapsspelen onder de aandacht te brengen. „Ze hebben iets gezelligs”, vinden Caroline, Rulinde en Dico. Daarom promoten zij hun favoriete spel. Dico: „Een computer praat niet terug. Daar beleef ik geen lol aan.”
Naam: Caroline Quint (17)
Woonplaats: Apeldoorn
Spel: Jungle Speed
Werkwijze: „Alle spelers hebben een stapel kaarten met symbolen voor zich. Elke speler draait om de beurt een kaart om. Als twee spelers exact dezelfde kaart hebben, ontstaat er een duel. De beide spelers proberen als eerste de totempaal die in het midden op tafel staat te grijpen. De snelste speler mag zijn kaarten aan de verliezer weggeven. Wie als eerste zijn kaarten kwijt is, heeft gewonnen.”
Leuk: „Het is een spel waarbij je snel en fanatiek moet spelen. Eén keer ging het er zo fel aan toe dat de totempaal omviel en twee medespelers een behoorlijke bult op hun hoofd hadden. Je krijgt niet snel genoeg van dit spel. We hebben ons een keer laten sponsoren voor een spelletjesnacht ten behoeve van straatkinderen in Manilla. Ik heb toen ruim vier uur Jungle Speed gedaan. Het is telkens weer een sport om de snelste te zijn. Je kunt het spel met een grote groep, maximaal acht personen, doen. Dat maakt het heel gezellig.”
Lastig: „Je moet heel goed letten op de vormpjes op je kaart. Die kunnen soms verdacht veel op elkaar lijken, maar toch net even anders zijn. Daarbij moet je de ene keer de vormen en de andere keer de kleuren met elkaar vergelijken. Het is dus goed opletten.”
Met wie: „Meestal speel ik met vrienden uit de kerk. We hebben vaak ontzettend veel lol. Iedereen is gefocust op z’n kaarten en wil als eerste op de paal slaan. Het werkt echt verslavend.”
Naam: Dico Steenstra (16)
Woonplaats: Dordrecht
Spel: Kolonisten van Catan
Werkwijze: „Het bord bestaat uit zeskantige tegels, de vruchtbare gebieden. Omdat je het spel elke keer anders neerlegt, is het nooit hetzelfde. Op de landtegels liggen fiches met getallen. Als een getal geworpen wordt, kun je van de desbetreffende landtegel oogsten, als je er tenminste een dorp bezit. Je oogst graan, hout en andere grondstoffen. Hiermee kun je dorpen, steden en wegen aanleggen, wat punten oplevert. De speler die als eerste tien punten scoort, heeft gewonnen.”
Leuk: „Je moet van onderhandelen houden en initiatiefrijk zijn. Continu probeer je met medespelers te onderhandelen over grondstoffen. Je gebruikt daarbij ook tactieken. Je wilt de ander misleiden, zodat jij de goede kaarten krijgt om dorpen en steden te bouwen en de ander juist niet kan uitbreiden omdat jij die plek al hebt veroverd. Telkens moet je dus nadenken: Wat zal de ander doen en wat wil ik?”
Lastig: „Soms bulk je van de grondstofkaarten, maar kun je er niets mee doen omdat uitbouwen niet mogelijk is.”
Met wie: „Meestal speel ik met groepsgenoten van het schippersinternaat waar ik woon. Samen spelen is geweldig leuk, je hebt ontzettend veel lol met elkaar. Dat is veel beter dan computerspelletjes. Een computer praat niet terug, reageert niet op je. Je hebt dan wel een spannend spel, maar geen lol, geen sfeer.”
Naam: Rulinde Blankenstijn (16)
Woonplaats: Dordrecht
Spel: Monopoly
Werkwijze: „Het doel van het spel is een monopolie op te bouwen, wat je kunt doen door zo veel mogelijk straten op te kopen. Ieder die in jouw straat verblijft, moet jou huur betalen. De straten zijn verdeeld in groepen van twee of drie. Wanneer je alle straten in dezelfde stad bezit, mag je er huizen en hotels bouwen, zodat voorbijgangers een hoger bedrag moeten betalen als ze in deze straat moeten overblijven. De speler met het meeste geld blijft uiteindelijk over en is winnaar.”
Leuk: „Het is leuk om zo snel mogelijk de dure straten, bijvoorbeeld de Kalverstraat, te kopen. Daar kun je uiteindelijk het meest mee verdienen. Je kunt een ander ook enorm dwarszitten. Door bijvoorbeeld een gedeelte van zijn straat te kopen, zodat hij geen huizen of hotels kan neerzetten. Hij is immers geen eigenaar van de hele straat.”
Lastig: „De eerste keer was het lastig spelen. Maar toen had m’n neef mij ook behoorlijk te pakken. Hij zei telkens: Koop die straat maar, terwijl dat achteraf helemaal geen juiste aankopen bleken te zijn. Uiteindelijk ging ik failliet. Je moet ook niet te snel alles willen kopen, dan ben je zo blut, heb ik ondertussen geleerd.”
Met wie: „Meestal speel ik met m’n nichtje en neven. Vaak is dat op een van hun verjaardagen. Het is elk potje weer spannend en gezellig.”
Reacties (6)
cya bezorger | zaterdag 23 december 2006 - 13:38 | |
aantal posts:10 | de jongen op de onderste foto, rechts, zit bij mij op school :) Bart toch? :D grappig |
snarf stagiair | zaterdag 23 december 2006 - 14:03 | |
aantal posts:80 | haha, huibert, niet ged8 jou hier t zien |
Dor12 bezorger | zaterdag 23 december 2006 - 15:37 | |
aantal posts:31 | hoi |
Lee stagiair | donderdag 28 december 2006 - 13:00 | |
aantal posts:83 | volgens mij staan de foto's niet bij de goede stukjes, ofwel??! leuk, Rulinde! |