Geen koren onder het kaf
Mediagedrag jongeren markeert ontbindingsproces gereformeerde gezindte
Wat is er eigenlijk mis met dvd-kijken?" Een eerlijke, maar tegelijkertijd onthutsende reactie van een jongere op de deze week in het RD gevoerde discussie over filmgebruik onder reformatorische jongeren. Er groeit een generatie op die haast kritiekloos kijkt naar speelfilms. Waar is het fout gegaan?Dertig jaar geleden. De ouders van nu, toen tieners, kijken stiekem tussen de bloempotten door naar de blauwwitte kijkkast van de buren. Tita Tovenaar, Zorro, de film van Ome Willem of de Stratemaker-op-zeeshow. Maar - wee je gebeente als moeder er achter komt. De afkorting tv betekent immers: Tot Verdwazing, Tot Verstrooiing, ja zelfs Tot Verdoemenis, zegt de dominee.
Tien jaar geleden. Pa krijgt een pc via een pc-privéproject van de baas. Tekstverwerken op de computer is reuzehandig. Aarzelend komt het gebruik van internet op gang. De Delftse hoogleraar prof. dr. J. Blaauwendraad trekt lijnen naar de toekomst. "De vraag is niet meer of we wel of geen televisie willen. Er zal geen verschil meer zijn tussen tv, video en computerscherm. De integratie zal volledig worden." Hij is zijn tijd ver vooruit.
In datzelfde jaar, 1996, voorspelt een andere wetenschapper, dr. C. P. Polderman, dat de pc de drempel naar tv gaat verlagen. "De reformatorische afwijzing van televisie is aan erosie onderhevig. Dat wordt met name veroorzaakt door de mogelijkheden van de personal computer. Die is wel geaccepteerd. En die brengt tegenwoordig net zo goed de wereld in huis en de mogelijkheden worden alleen maar groter. De ene duivel houden we buiten de deur, maar er komen andere voor terug."
December 2006. De tieners van toen zijn nu ouders. De oude pc is opgevolgd door een multimediacomputer, inclusief dvd-drive. Uit een RD-onderzoek naar speelfilms blijkt dat bijna twee derde van de 14- en 15-jarigen minstens wekelijks dvd kijkt. "Al dat gezeur dat dvd's slecht zijn, is zulk naïef gezwam", reageert een jongere op Yord, de jongerensite van het RD, schouderophalend. De meeste jongeren kijken klakkeloos, veel ouders leggen het hoofd in de schoot: "Met complete mijding red je het niet meer", is de algemene inschatting. Het aloude protest tegen de amusementsc ultuur is verslapt tot een poging om te begeleiden bij het kijken.
Gezwel
Is het wel zo erg? Wat is er mis mee om een avondje te genieten van een mooie dvd? "Ik geloof er niets van dat Brakel en Calvijn dat verkeerd zouden gevonden hebben", vertolkt een jongere het gevoelen van velen.
Wie de cijfers van het jongste RD-onderzoek op zich in laat werken, moet toegeven dat ze een pijnlijk gezwel in de gereformeerde gezindte blootleggen. De beeldcultuur trekt diepe sporen, die niet zonder schade kunnen blijven. Agnes Amelink beschrijft in haar boek "De gereformeerden" hoe een zuil in minder dan twee decennia compleet verkruimelt. Het mediagedrag van reformatorische jongeren markeert op soortgelijke wijze het ontbindingsproces van de zich reformatorisch noemende gezindte.
Dat jongeren zo'n bewering wegwuiven, geeft juist aan dat de bezwaren tegen films niet meer herkend worden. Films dóén wat met je. Een paar simpele getallen illustreren hoe de beeldcultuur de leescultuur heeft verdrongen. Aan het begin van de drie genoemde decennia, in 1975, keek de gemiddelde Nederlandse jongere tussen 12 en 19 jaar zo'n 9 uur per week naar tv. In 2005 zit die gemiddeld 17 uur per week achter (tv) of voor (pc) een scherm: bijna twee keer zo veel. In dezelfde periode is het lezen van boeken en tijdschriften afgenomen van 4,6 naar 1,5 uur per week. Reformatorische jongeren lezen weliswaar meer, maar de vraag is hoe lang dat nog duurt.
Ook wat betreft de inhoud van de bekeken films, is er weinig reden tot gerustheid. Uit het RD-onderzoek blijkt dat actie en humor hoog scoren, terwijl historische films of dvd's met een christelijke strekking niet erg in trek zijn. EO-presentator Andries Knevel beschreef al in de jaren negentig van de vorige eeuw hoe de tv het huis binnenkwam vanwege de mooie natuurfilms en de belangrijke praatprogramma's. Meer dan de helft van deze tv-bezitters, 57 procent, gaf achteraf toe te veel en te onverantwoord te kijken.
Dat strookt met de 55 procent van de reformatorische jongeren die nu zeggen dat een deel van de bekeken films eigenlijk niet door de beugel kon. De eerste dvd is misschien nog geen actiefilm, maar een 'onschuldige' "Kruimeltje". Het bekende hellende vlak is hier echter veel steiler dan bij de tv. "De eerste keer schrik je van een vloek", zegt een jongere, "maar de volgende keer, tja Maar is één vloek dan zo erg?" Ja, zegt de catechismus: Er is geen grotere zonde en geen zonde die God meer vertoornt dan de lastering van Zijn Naam. Daar is maar één straf voor: de doodstraf. Met de meetlat van de Tien Geboden valt onder het kaf geen koren te ontdekken.
De kern van het probleem zit echter dieper, in de speelfilm zelf. In de huidige discussie wordt vaak de vergelijking gemaakt met het boek, maar speelfilms en boeken zijn als appels en peren. De film boodt de fantasie en creëert een schijnwerkelijkheid. Bij de verfilming van een boek, hoe meeslepend ook, vallen de gedachtewereld en de geestelijke strijd niet te verbeelden. Anders dan boeken zijn speelfilms per definitie ook exponent van de amusementscultuur. Boekhandels zijn het alleen al om die reden aan hun stand verplicht niet voor dit beeld te buigen.
Belangrijkste bezwaar is dat de speelfilm bestaat bij de gratie van toneelspel. Acteurs zijn bedriegers en handelen in strijd met het negende gebod. De catechismus noemt dat een eigen werk van de duivel, die zelf al in het paradijs optrad als toneelspeler.
Bezwaren
Het frappante van de huidige discussie is dat alle hierboven genoemde argumenten de afgelopen decennia tientallen malen zijn genoemd in de discussie rond televisie. Natuurlijk zijn er verschillen tussen tv en dvd, want bij dvd's zou je als ouders zelf nog kunnen bepalen wat je in huis haalt. De kern van de bezwaren geldt echter beide.
Desondanks blijkt nu dat veel ouders, terwijl ze de tv weren, de dvd wel in huis halen. Daar komt bij dat de verandering van het medialandschap nog lang niet ten einde is. De combinatie van tv en internet zal leiden tot een nieuwe vorm van televisie. Daar zal Google voor zorgen, in combinatie met videokanaal YouTube, waar nu al dagelijks 100 miljoen filmpjes bekeken worden. Zij zullen ook het mobieltje veroveren.
Wie deze ontwikkelingen bekijkt vanuit het perspectief van de geestelijke strijd, ziet dat de satan behendig zijn valstrikken heeft gespannen bij de meest vatbare generatie, de jongeren. Kennelijk slagen ouders er niet in om hun kinderen weerbaar te maken en de argumenten tegen tv duidelijk over te brengen. Schort het niet juist aan radicaliteit bij de oudere generatie? Was de weerstand tegen tv doorleefd of slechts opgedrongen?
Toch is het niet hopeloos. Volstrekte mijding van de amusementscultuur is nog altijd mogelijk. Daar hoeft niemand meewarig over te doen. De recente geschiedenis van internetfiltering is daar een goed voorbeeld van. Daar werd door velen aanvankelijk wat lacherig over gedaan, maar inmiddels pleit zelfs het CDA al voor overheidssteun aan internetfiltering.
Mediaopvoeding begint thuis, maar moet ingebed zijn in de totale opvoeding. Het begint ook niet op het moment dat zoonlief van 17 voor het eerst de deur komt binnenstappen met een dvd van een vriend. Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken, zegt Salomo. Laten gezin, kerk en school eenparig alles op alles zetten om de jongeren toe te rusten.
Dat kinderen stiekem bij anderen kijken, is helaas niet te voorkomen. Toch zullen deze kinderen, die thuis in hun geweten zijn gevormd van wat goed en kwaad is, vanbinnen altijd de stem van hun geweten horen spreken. Deze gewetensvorming valt moeilijk te combineren met het thuis begeleid kijken naar speelfilms.
Mediaopvoeding is ook niet in strijd met mijding. Zo redeneren ouders toch ook niet bij drugs? Wie de vergiftige angel van de dvd onderkent, kan niet anders dan radicaal zijn. Zelfs al zouden er maar drie mensen blijven staan die niet buigen voor het beeld in het dal van Dura.