Taal en cultuur in Japan
Het is bekend dat je je eigen cultuur het beste leert kennen wanneer je naar het buitenland gaat. Hoe groter het verschil met je eigen cultuur, des te meer je leert over jezelf.
Vooral taal speelt een belangrijke rol. Een taal zegt enorm veel over een cultuur en de waarden binnen die cultuur. Op Nederlandse scholen leren wij verschillende buitenlandse talen, maar die zijn allemaal verwant aan het Nederlands. Engels, Duits en zelfs Frans komen uit een cultuur die heel dicht bij de onze staat. Hoe dichtbij werd mij duidelijk toen ik Japans begon te leren.
Al snel begon ik Engels en Duits meer te zien als dialecten dan andere talen. Je kunt een Nederlandse zin vaak woord voor woord vertalen in het Engels en visa versa, zonder zelfs rekening te hoeven houden met grammatica. Laat staan met cultuur. Het is doorgaans nog steeds begrijpelijk. Vergelijk ”my brother lives in Amsterdam” met ”mijn broer woont in Amsterdam.” Een Nederlander kan als het ware een Engels woordenboek uit zijn hoofd leren en daarmee een redelijk gesprek voeren.
Dit lukt niet met Japans. Het is niet dat deze taal moeilijk is, maar het is echt een andere taal. De grammatica, de woordenschat en de cultuur waaruit deze taal groeide, verschillen totaal van wat wij gewend zijn.
Een groot verschil tussen de talen ontdekte ik bij toeval. Maar het zegt veel over hoe wij in Nederland met elkaar omgaan, en hoe Japanners met elkaar omgaan. Het toont als het ware een kernwaarde uit onze samenleving.
Elke keer als Nederlanders bij mij op bezoek kwamen in Japan, merkte ik dat het eerste Japanse woord dat zij leerden altijd hetzelfde was. Dat leerden zij niet van mij. Ze hoorden het gewoonweg zo vaak in gesprekken dat ze het vanzelf opnamen. Binnen enkele dagen, vaak binnen enkele uren, gebruikten ze het reeds zelf. Het woord was ”hai”. Het betekent ”ja”.
De Japanner zegt voortdurend ”hai”. Niet om steeds ”ja” te zeggen, maar vooral om te laten weten dat hij naar je luistert. Om je ervan te overtuigen dat hij op dezelfde golflengte zit.
Het klinkt vriendelijk, neemt spanning weg en schept een band. Het is een machtig en positief woord dat elk gesprek en elke ontmoeting laat vloeien als een stromende rivier. Je botst niet. Je drijft samen de rivier af naar een gemeenschappelijk doel.
Tijdens enkele reizen met Japanners naar Nederland ontdekte ik dat zij een soortgelijke ervaring hadden. Het eerste Nederlandse woord dat elke Japanner leerde was altijd hetzelfde. Merkwaardig genoeg was dit het woord ”nee”.
Plotseling viel het me op hoe vaak Nederlanders elkaar tegenspreken. Nederlanders zijn het nooit met elkaar eens. We moeten allemaal een eigen opinie hebben. Of die opinie ook werkelijk geldt, doet vaak totaal niet ter zake.
Zo liep ik op een mooie dag een winkel in Leeuwarden binnen. ”Mooi weertje, hè, vandaag”, zei ik. ”Nee hoor, vind ik helemaal niet”, zei de meneer achter de toonbank. Na een kort gesprek waarin hij uitlegde waarom hij het weer zo onprettig vond, liep ik verder de winkel in.
Na ongeveer een kwartiertje kwam een nieuwe klant de winkel binnen. ”Vervelend weer, hè”, zei die. ”Nee hoor”, zei de meneer achter de toonbank, ”ik vind het juist wel lekker.”
Er zijn nog geen reacties geplaatst.