Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Schrijven in een vaderloze cultuur

Amerikaan David Lyle Jeffrey: Christenauteurs moeten beseffen dan ze na Nietzsche en Freud leven

Een christelijke schrijver heeft een roeping, vindt de Amerikaanse literatuurprofessor David Lyle Jeffrey. Je kunt als schrijver alleen de kwellende vragen van de moderne tijd weerspiegelen, maar je zult ook iets moeten laten zien van het bevrijdende karakter van bijbels gefundeerd geloof. David Lyle Jeffrey is een liefhebber én een kenner van de christelijke literatuur in de Engelstalige wereld.

Christelijke literatuur uit Amerika: wie denkt dan niet aan Frank Peretti, Lynn Austin en Francine Rivers? Toch is dat een blikvernauwing. Behalve deze auteurs, die hoofdzakelijk positiefchristelijke lectuur schrijven, is er ook een groep schrijvers die een christelijke overtuiging combineert met literatuur van hoog niveau. Vreemd genoeg zijn deze auteurs nauwelijks bekend onder christelijke lezers in Nederland - terwijl hun werk soms wel is vertaald en uitgegeven door niet-christelijke uitgevers. Wie zijn deze auteurs en wat karakteriseert hun werk?

David Lyle Jeffrey (1941) weet er alles van. Hij heeft een loopbaan van bijna vijftig jaar achter de rug van intense betrokkenheid bij de christelijke literatuur uit heden en verleden. Zijn enorme leeservaring heeft bepaalde dingen heel duidelijk voor hem gemaakt. Bijvoorbeeld als het gaat om de roeping van de christenauteur, die onmiddellijk samenhangt met zijn levensbeschouwelijke identiteit.

Jeffrey vindt bijvoorbeeld dat je, wanneer je de ernst doorziet van de situatie waarin de westerse cultuur verkeert, niet neutraal kan zijn. „Er zit in de westerse cultuur een geweldige tendens naar wat je zou kunnen aanduiden als een donker, mistroostig levensbesef. Het komt erop neer dat het mensenleven geen zin of betekenis heeft, dat er geen leven na de dood is, kortom, dat gegronde hoop ontbreekt.

Niet alleen moderne auteurs, maar ook veel vooraanstaande wetenschappers en intellectuelen beweren dit. Ik noem dit de ”kosmische leugen”. Het is namelijk bedrog inzake de aard van de kosmos waarin wij leven en bedrog inzake de diepste betekenis van ons mens-zijn. Een literair auteur die zich christen weet, zal zich hiervan bewust zijn.

Mijns inziens kun je dan onmogelijk voorbijgaan aan de vraag om een antwoord of een weerwoord. Een besef van roeping is eigen aan het christelijke schrijverschap - overigens net zoals een schoenenmaker binnen de kaders van zijn vak een roeping van God heeft, namelijk goede schoenen maken. Bij een literair auteur staat de techniek van de vorm altijd in een diepe samenhang met de inhoud. Neutraal zijn is dus onmogelijk en in feite beneden peil.”

Bijbel en literatuur
David Lyle Jeffrey is een wetenschapper van formaat. Hij doceerde aan diverse universiteiten in Canada, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, is gasthoogleraar in Peking in China en was bestuursvoorzitter van de protestants-christelijke Baylor University in Waco, Texas. Momenteel doceert hij aan de laatstgenoemde universiteit, waar hij betrokken is bij het versterken en doordenken van de identiteit van de instelling.

Jeffrey publiceerde in 1992 een bijna duizend bladzijden tellend handboek over de Bijbel en de Engelse literatuur: ”A Dictionary of Biblical Tradition in English Literature”. Daarnaast schreef hij vele studies over christelijke spiritualiteit en geloofsinzichten in relatie met de literatuur, waarvan ”The Law of Love. English Spirituality in the Age of Wyclif” (1988) een mooi voorbeeld is.

Sprekend over het eigene van de Amerikaanse en Engelse literatuur, constateert Jeffrey dat er een diepe samenhang bestaat tussen de literatuur en de christelijke traditie van geloven en denken. „Het verband tussen de Bijbel en de literatuur is eeuwenoud. Dan neem ik literatuur wat breder dan alleen wat we er vandaag onder verstaan. Vanaf de vroege eeuwen van het christendom was er een voortdurende bezinning op de samenhang van taal, denken, verbeelden en geloven.

Augustinus is natuurlijk een grote naam in deze traditie, die een belangrijke impuls kreeg in de studie-ijver in de middeleeuwse kloosters. Als we meer naar de recente literatuur kijken, dus van de laatste twee, drie eeuwen, kun je vaststellen dat er in de Amerikaanse en de Europese literatuur steeds zoiets geweest is als een reactie of antwoord op wat er aan de orde is in de christelijke traditie van kerk en theologie. Het denken en verbeelden van de literatuur door de eeuwen heen kun je alleen begrijpen in samenhang met het christendom. Die reactie op het christendom in de literatuur was overigens niet per se bevestigd of instemmend, maar evenzovaak afwijzend. Toch veronderstelt ook dat een relatie. Maar kijkend naar vandaag moet je zeggen: deze relatie is aan het verdwijnen.”

Leegte
„De westerse cultuur is in een leegte terechtgekomen”, constateert Jeffrey. „Een soort traditieloosheid is nu gemeengoed. Ik heb het ook wel aangeduid als de ”vaderloosheid” van de cultuur. Dat is nieuw ten opzichte van de voorafgaande eeuwen. Deze cultuuromslag heeft diepe sporen getrokken in Europa en ook in Amerika. Maar er is hier ook een groot verschil. Hoewel ook Amerika blootstaat aan de kille wind van de moderniteit, is er hier toch een sterk besef van religie en godsdienst bewaard gebleven. Ook in de hedendaagse Amerikaanse literatuur zie je steeds weer hoe er een diep gevoelde samenhang is tussen de christelijke identiteit en de wezenlijke vragen rond het mens-zijn in de moderne tijd waarin wij leven.”

Wanneer je de aan het christendom georiënteerde literatuur uit vroeger eeuwen vergelijkt met de situatie vandaag in de Amerikaanse christelijke literatuur, welk beeld zien we dan?
„Neem als voorbeeld twee zeventiende-eeuwers, John Bunyan en John Milton. Bunyan is ongetwijfeld ook in Nederland bekend vanwege zijn ”The Pilgrim’s Progress” (1678); Milton publiceerde in 1667 zijn grote dichtwerk over de schepping en de zondeval, ”Paradise lost”. Hun werk is heel duidelijk christelijk geïnspireerd. De boodschap is expliciet. De wijze waarop de mens in beeld komt, diens bestemming en het doel van het menselijk bestaan, is diepgaand gevormd door de Bijbel. De literaire werken van Bunyan en Milton zijn als het ware een commentaar op het goddelijke heil, dat de eigenlijke, ultieme bestemming van de mens vormt. Deze inzichten verwoorden Milton en Bunyan mede als een reactie op de wereld toentertijd, op de verleidingen tot zonde die de gelovigen omringen.

Het is duidelijk dat de wijze waarop deze twee groten uit de christelijke traditie hun literatuur vormgaven in de context van vandaag problemen oplevert. Zo kan het niet meer. Het is vandaag veel moeilijker om de christelijke identiteit vorm te geven dan vroeger. De lezers van Bunyan en Milton waren kerkgangers, die instemden met de levensbeschouwing die in hun literaire werken doorklinkt. Lezers vandaag hebben een heel andere horizon. Een nihilistisch levensbesef is in de westerse cultuur heel vanzelfsprekend. Een hedendaagse schrijver staat daarom voor andere vragen en uitdagingen, die een andere aanpak en een andere ontvankelijkheid vereisen. Je kunt de context van vandaag niet verwaarlozen. We leven na Nietzsche en Freud en als je dat niet beseft, kun je nauwelijks een geloofwaardig christenauteur zijn.”

Hoe staan hedendaagse Amerikaanse christenauteurs in dit spanningsveld van moderniteit en christendom?
„Ik denk met een tamelijk sterk besef van de aard van de moderne cultuur. Om een voorbeeld te noemen, de Amerikaanse auteur Leif Enger (1961) is iemand die mijns inziens zeer overtuigend te werk gaat. Met een sterk besef van de hedendaagse cultuur daagt hij zijn lezers uit om ánders tegen hun eigen leven en tegen het bestaan in het algemeen aan te kijken. Ik ben daar diep van onder de indruk. Enger onderkent dat zijn lezers er veelal geen besef van hebben dat er werkelijk meer is dan wat ze voor ogen zien. Weggesleten is het idee dat God daadwerkelijk van betekenis is voor concrete mensenlevens. Leif Enger gaat niet tegen dit hedendaagse levensbesef in met kracht van argumenten, maar hij laat zien hoe een mensenleven, dat getekend wordt door pijn en moeite, een rijke betekenis krijgt door de werkelijke aanwezigheid van God. Hij presenteert dit als een uitdagende mogelijkheid, als iets om over na te denken. In een cultuur die, als het erop aankomt, geen echte hoop durft te koesteren, introduceert hij dus de categorie van de hoop: hoop als een basaal element van het mens-zijn, dat zin en richting geeft aan ons leven. Het geloof is bij Enger geen vorm van zelfhulp of therapie, maar realiteit. Er is een God Die luistert naar ons gebed.

Engers roman ”Peace like a River” (2001) is niet ernstig en belerend, eerder lichtvoetig en speels; maar het basale besef van hoop is een uitdagend aspect, waarmee hij licht probeert te laten schijnen in een duistere cultuur. Zijn roman opent als het ware de deur naar de werkelijkheid van hoop en verwachting - waarbij hij met beide benen op de grond blijft staan. Zulke boeken zijn heilzaam, omdat ze het hart van de hedendaagse cultuur raken.”

In Nederland speelt vaak de vraag of de christelijk boodschap impliciet in een roman verwerkt moet worden of meer expliciet. Denkt u dat een van beide mogelijkheden meer gepast is in de hedendaagse cultuur?
„Nee, ik denk dat beide mogelijk is. Neem Marilynne Robinson. Haar roman ”Gilead” is bijzonder expliciet qua thematiek. Het boek ademt een krachtig christelijk levensbesef. Ook talloze niet-christenen hebben dit boek als een meesterwerk erkend. De christelijke inhoud doet bij Robinson niets af van de technische klasse van de roman. Maar er zijn ook auteurs die meer impliciet de moderne cultuur kritiseren en tegelijk de eigen overtuiging vormgeven.

Ik denk niet dat je in het algemeen kunt zeggen: de niet-christelijke lezer is het best gebaat bij een impliciete christelijke boodschap, omdat hij of zij zich anders te snel ergert. Ik denk nu aan het boek ”Father Elijah” van de Canadese auteur Michael O’Brien. In deze roman -een prachtig boek!- is het christelijk geloof aanwezig als iets dat in een felle tegenstelling staat tot de hedendaagse seculiere cultuur. Toch is dit boek in maar liefst zeven Europese talen vertaald: Frans, Servisch, Tsjechisch, Hongaars, noem maar op. Je kunt natuurlijk zeggen: Hongarije en Servië zijn gestempeld door de Oosters Orthodoxe Kerk. Het zijn tamelijke religieuze landen. Maar Frankrijk en Tsjechië zijn in hoge mate niet-christelijk. Toch ’landt’ ”Father Elijah” daar.

Ik denk daarom dat het niet de vraag is of de christelijke thematiek impliciet of expliciet in de roman verwerkt is, maar of de roman technisch goed is, uitdagend is op essentiële punten en vanuit een sterke overtuiging geschreven is.”

Dr. Ralph Wood: Robinson geen eenzame topper
Afgelopen jaar kreeg de Amerikaanse auteur Marylinne Robinson bekendheid in Nederland. Haar roman ”Gilead” verraste veel lezers, vooral ook christelijke lezers. Was het mogelijk om literair zó overtuigend te zijn en tegelijk zo belijdend? Maar er rijst ook een andere vraag. Is Robinson een uitzondering aan het Amerikaanse literaire firmament? Of is zij een van de velen die literatuur en christendom overtuigend weten te mengen?

Dr. Ralph Wood, hoogleraar theologie en literatuur aan de Baylor University in Texas, constateert dat Robinson allerminst een eenzame topper is uit de hoek van christelijke schrijvers. „Er is een hele groep christenauteurs die kwalitatief goed werk afleveren. Zelf heb ik veel studie gemaakt van het werk van Flannery O’Connor, een katholiek auteur. Zij publiceerde haar werk, dat sterk bepaald wordt door religieuze vragen en een christelijke context, in de jaren vijftig en zestig. Haar verzameld werk werd opgenomen in de boekenreeks ”Library of America” en dat is een teken van erkenning door de hoogste literaire instanties in de VS.”

Wood meent dat de christelijke literatuur in Amerika niet strikt gescheiden is van de seculiere boekensector: „Commerciële, toonaangevende uitgevers publiceren werk van christenauteurs. Aan de universiteiten is aandacht voor de christelijke literaire traditie. Een recente biografie over de grote veertiende-eeuwse christendichter Alighieri Dante werd door een niet-christen geschreven, wat ook geldt voor publicaties over Gerard Manley Hopkins en George Herbert. Hedendaagse romans van christenauteurs worden ook besproken in de algemene dagbladen. Ik zie dus geen sterke scheiding, hoewel het wel duidelijk is dat recensenten van algemene dagbladen vaak niet de essentie van een christelijk geïnspireerde roman oppakken.”

Amerikaanse christenauteurs
Walker Percy (1916-1990) was een auteur uit het zuiden van Amerika. Hij schreef zes romans en vijftien beschouwende boeken. Zijn romans zijn humoristisch en spannend en tegelijk tamelijk filosofisch en bezinnend van aard. Voor een van zijn romans ontving hij de National Book Award. Percy zag het als zijn levenstaak om de vervreemding van de mens in de moderne tijd te doordenken en aan de kaak te stellen. Hij verzette zich tegen de ontmenselijking van de cultuur, zoals deze zich manifesteerde in de legalisering van abortus. Diverse romans van Percy zijn vertaald in het Nederlands.

Wendell Berry (1934) is auteur van een lange reeks boeken: romans, verhalenbundels, essays en poëzie. Hij publiceert sinds 1960. Zijn verhalenbundel ”Fidelity” (1992) maakte grote indruk op christenen vanwege de religieuze betrokkenheid en christelijke thematiek, wat ook geldt voor zijn roman ”Jayber Crow” (2000). De waarden die Berry in zijn werk aankaart en verdedigt, raken aan eerbied voor de natuur, kritische zin jegens technologische vooruitgang en nadruk op het wonder van het leven, gevoed door de grote waarde van de Bijbel voor een menswaardige wereld. Berry bewondert de amishbevolking in de wijze waarop zij zich kritisch verhouden tot de moderne samenleving.

De Canadese auteur Michael O’Brien is het meest bekend vanwege zijn reeks apocalyptische romans, waarvan ”Father Elijah” (1996) een bestseller was. Deze roman vertelt het verhaal van een Joodse overlevende van de Holocaust die zich tot de katholieke kerk heeft bekeerd. Hij krijgt van het Vaticaan de geheime missie om de confrontatie met de Antichrist aan te gaan en hem tot berouw en inkeer te brengen. O’Brien onderscheidt zich terdege van andere populaire Amerikaanse eindtijdboeken, zoals die van Lindsay en Jenkins & Lahaye. O’Brien is een fundamenteel, katholiek denker, die serieuze kritiek uitoefent op de moderne westerse samenleving. Zijn tegenvoorstel aan een kwijnende, verziekende cultuur is even eenvoudig als ter zake: het kruis. O’Brien schreef zes romans en enkele essaybundels.

Leif Enger (1961) is de auteur van slechts één boek, dat echter wel een bestseller werd: ”Peace like a River” (2001), in het Nederlands vertaald als ”Het land van de kleine man”. Een hoofdthema bij Enger is de realiteit van God en Diens betekenis voor ons bestaan. Zijn stijl is speels en humoristisch, de inzichten die ter sprake komen snijden diep. De roman schetst een prachtig beeld van het leven van een gezin uit de lagere bevolkingsklasse in de jaren zestig.

Flannery O’Connor (1925-1964) schreef twee romans en twee verhalenbundels, waarvan het meeste is vertaald in het Nederlands. O’Connors werk is diepgaand beïnvloed door het christendom; zij was een devote vrouw, die een eenzaam en moeitevol bestaan leidde. In haar ogen was de cultuur ziek, maar ook de kerk. Met haar vervreemdende verhalen probeerde zij een sluier op te lichten van de eigenlijke roeping van de mens en van de kerk. Talloze studies zijn aan haar werk gewijd.

Er zijn nog geen reacties geplaatst.