Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    Witte muren, bruine banken en een goeie preek

    AMERSFOORT - Jongeren leven in een beleveniscultuur. Daarom moet er in de kerk ruimte zijn voor ervaringen, enthousiasme en emoties. Of toch niet? „Laten we het sober houden en maximaal de ruimte geven aan de Geest.”


    De inrichting van de kerkdienst was een discussieonderwerp vrijdagmiddag tijdens het symposium ”Bij de tijd” in Amersfoort. De bijeenkomst ging over de invloed van de moderne cultuur op christelijke jongeren en was georganiseerd door de Evangelische Hogeschool (EH) en Christelijke Hogeschool Ede (CHE).

    Prof. dr. Roel Kuiper, bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte, typeerde de cultuur aan de hand van drie kenmerken: een overdosis aan informatie, eenzaamheid doordat mensen losraken van hun sociale omgeving en toenemende onveiligheid. „We spiegelen onszelf aan succesverhalen en zijn voortdurend op zoek naar onze identiteit. Als iets goed vóélt, dan zijn we op de goede weg. Dat is ons morele kompas.”

    In zo’n cultuur is het belangrijk dat jongeren leren kiezen, aldus Kuiper. „De Bijbel zegt: „Beproeft de geesten.” Dan denken wij aan de grote ideologieën, maar die tekst raakt ook onze binnenkant. We moeten leren onderscheiden. Tot in de kleinste dingen. Wie een beetje horror in een film accepteert onder het mom van ”dat moet toch kunnen”, is bezig het onderscheidingsvermogen bij zichzelf kapot te maken.”

    Dr. Kees Boele, voorzitter van het college van bestuur van de CHE, stelde „onze gebrekkige manier van selecteren” aan de orde. „We halen ontzettend veel informatie binnen en proberen dat via kennis naar wijsheid te transformeren. Daar krijgt een mens hoofdpijn van. Het omgekeerde is beter: vanuit de wijsheid op zoek gaan naar kennis en informatie.”

    Bewogen
    De filosoof drs. Evert Jan Ouweneel schetste de invloed van de cultuur op de geloofsbeleving. „God beleven is op zich niet verkeerd. In Psalm 34 staat: (is0(

    „Smaakt en ziet dat de Heere goed is.” Dat is geen bewijs voor het Godsbestaan, maar een oproep om God te ervaren. Niks mis mee, maar wij doen het te veel als consument en als initiatiefnemer, tot opbouw van onszelf.”

    Ouweneel kritiseerde charismatische gaven. „Al te gemakkelijk gaan we ervan uit dat onze Godservaringen van de Geest komen. Leg charismatische en paranormale gaven naast elkaar en het zal opvallen dat ze in hun uitingsvormen sterk overeenkomen.”

    „De dingen beleven zoals God ze beleeft” is volgens Ouweneel de roeping van christenen. „We zijn één geest met God als we over dezelfde dingen enthousiast zijn als Hij. Kijk naar Abraham, Mozes, Ezechiël en de vier vrienden die een verlamde man bij Jezus brachten. God zoekt bewogen mensen.”

    In de discussie ging het over de rol van de kerk. Boele pleitte, in navolging van Augustinus, voor de kerk „als ark die overblijft als de cultuur ten onder gaat.” Volgens hem moet de kerk niet concurreren met de wereld. „Wat in de kerk wordt gehoord, is wezenlijk anders dan wat de wereld biedt. Gods Woord is waar, ook al beleef ik het niet.”

    De CHE-topman was sceptisch over de kerk als evangelisatiemiddel. „Ik verwacht in deze tijd, waarin de kerk nauwelijks meer een rol speelt, meer van het getuigen via onze levenswijze, onze beroepshouding. Die biedt vaak mogelijkheden voor een christelijk getuigenis.”

    Ontmoeting
    De meningen verschilden over de vraag of de liturgie in de kerk moet worden aangepast, bijvoorbeeld door nieuwe soorten muziek, om de kloof met de beleveniscultuur te verkleinen. Ouweneel: „Elke vorm is goed zolang de identiteit, het navolgen van Christus, niet hoeft te worden opgegeven.”

    Kuiper: „Het anders-zijn van christenen zit niet in de vormgeving van de liturgie, maar in het bij Christus horen. In de kerk gaat het om de ontmoeting tussen God en Zijn volk. Dat zijn wij, mensen van deze tijd. Dat mag best blijken in de vorm van de kerkdienst.”

    Boele: „Laten we het sober houden en maximaal de ruimte geven aan de Geest. Geen powerpoint. Zoiets is na een jaar weer verouderd. Ik hou van witte muren, bruine banken en een goeie preek.” Boele bestreed de gedachte dat het dan een saaie bedoening wordt. „Enthousiasme in de kerk is iets anders dan uit je dak gaan.”

    Ouweneel wees op „het grootste probleem” van deze tijd: „Jarenlang was de Bijbel het enige heilige Boek in ons land; nu een van de vele heilige boeken. Alles wat christenen zeggen is een van de vijftig opties.”

    Reacties (1)

    eer
    stagiair
    Quote bericht
    aantal posts:53

    Ja dat is waar!!!!