Gerald Harbers - 11 nov 2006 14:29 - Gewijzigd: 11 nov 2006 14:29

Gehelmd in de haven

Yasper (14) wint excursie voor de klas door Rotterdam

ROTTERDAM - Kabels, hijskranen en schepen, alles is groot in de haven van Rotterdam. Behalve de 23 leerlingen uit 3 vmbo van het Farelcollege in Ridderkerk.

De scholieren zijn deze donderdag te gast in de Rotterdamse haven omdat een van hen een excursie voor de hele klas heeft gewonnen. Yasper Kuiper (14) was een van de drie beste spelers van het computerspel DOCKS!. „Dat heb ik op de Wereldhavendagen gespeeld in zo’n standje van het havenbedrijf. Ik moest ervoor zorgen dat er met de virtuele haven zo veel mogelijk geld zou binnenkomen.”

Zijn klasgenoot Kevin is blij met de prijs. „Dit is leuker dan school en het is in ieder geval beter dan onze vorige excursie. We zijn toen naar afvalverwerking Rijnmond geweest. Daar stonk het verschrikkelijk naar afval.”

Mannenbeen
Langzaam rijdt de bus met de leerlingen langs de kades van de haven. Eerste doel van de tocht is transportbedrijf Mammoet. Enorme zeeschepen torenen boven de bus uit. Kevin: „Moet je zien wat een oude roestbak.” Yasper: „Aan die letters te zien, komt -ie uit Rusland.”

Op de kade bij het transportbedrijf krijgen de leerlingen een helm en veiligheidshesje. „Waarom moeten we dat dragen?” vraagt Joeri. Jan Sluijter, die de groep over het terrein van het bedrijf rondleidt: „Puur om je hoofd te beschermen. Je weet maar nooit of er iets valt.” Deze dag lijden de helmen alleen onder de vuisten van de leerlingen.

De excursie gaat langs een opslag waar alles ligt wat met hijsen te maken heeft. Sluijter: „Hier is alles groot, groter, grootst.” Hij wijst naar enkele kabels, zo dik als een mannenbeen. „Wie wil er een polsbandje voor z’n vriendinnetje?”

Achter de hal staat een oude hijsinstallatie. Sluijter: „Daarop oefenen onze mensen voordat ze met het echte werk beginnen.” Fleur: „Niets voor mij. Je moet veel buiten werken en je hebt spierballen nodig.” „Nietes”, reageert Rowan. „Volgens die gids wordt al het zware werk door machines gedaan.” Fleur: „Maar goed, je hebt ook technisch inzicht nodig. Nou, dat heb ik al helemaal niet.”

Arabisch
De klas verlaat het terrein van het transportbedrijf en gaat naar een kade van Europe Container Terminals. Daggids Wim van de Munnik: „Die slaat ruim 8 miljoen containers per jaar over van het schip naar de wal of andersom. Dat werk gaat dag en nacht door. Behalve op eerste Kerstdag en Oudejaarsdag. En afgelopen week toen ze staakten.” Kevin: „M’n vader heeft hier gewerkt als kraanmachinist.”

Rood, blauw, groen en oranje zijn blijkbaar favoriete kleuren van de containereigenaren. Rij na rij staan ze opgestapeld, soms zo hoog als een flatgebouw, staan ze op het asfalt. Bij een schip, dat minstens 250 meter lang is, rijden trucks af en aan. Twee enorme kranen pakken voorzichtig de containers omhoog. Die verdwijnen in de buik van het schip. Van de Munnik: „Dit schip neemt zo 5500 containers mee. Waarnaar toe? Geen idee.” Gerwin: „Kun jij lezen hoe die boot heet?” Z’n buurman schudt het hoofd. „Ik kan geen Arabisch.”