Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    „Gaat Amerika ons nu echt aanvallen?”

    Iraanse leerlingen lopen op kousenvoeten door de school

    TEHERAN - Ben je als journalist aan het werk in Iran, sta je opeens voor de klas om een lesje Engels te geven. Aan onderwerpen geen gebrek: president Bush, Hezbollah en, natuurlijk, Nederlands voetbal.


    Het geluid van de schoolbel gaat door merg en been. Het lijkt op een misthoorn die op volle kracht loeit. Het volgende lesuur begint. Leerlingen van de Imam Hadischool in Teheran haasten zich naar binnen. Bij de ingang trekt iedereen keurig zijn schoenen uit. Evenals in de moskee mogen de studenten alleen op kousenvoeten het gebouw binnen. Die regel geldt trouwens ook voor de leraren. Ik parkeer mijn schoeisel ook maar tussen de tientallen Nikes en sandalen.

    Grote portretten van belangrijke moslimleiders sieren de lange gangen van de school. Maar ook een kaart van de Verenigde Staten -aartsvijand van Iran- prijkt op de muur. Ondertussen schalt uit de omroepinstallatie de stem van de conciërge, die iedereen probeert duidelijk te maken waar hij of zij wordt verwacht.


    Een paar uur daarvoor had mijn gids, Ali Bostani, geklaagd dat hij zich niet had kunnen voorbereiden op de Engelse les die hij deze middag in de Imam Hadischool moest geven. Overmoedig had ik voorgesteld om die taak dan maar van hem over te nemen.

    Daar sta je dan voor een klas van negentien Iraanse jongens, in de leeftijd van elf tot veertien jaar. Na een korte test van hun taalvaardigheid besluit ik het lesboek te laten voor wat het is. „Ik kom uit Nederland. Wil je wat weten? Vraag maar raak. Maar wel in het Engels graag.”

    Oorlog tegen de islam
    Aarzelend komen de eerste vragen los. Over werk, gezin, het weer in Nederland. Maar al snel worden de onderwerpen serieuzer. „Gaat Amerika ons nu echt aanvallen?” wil Hassan Gharibi weten. Wat moet je met zo’n vraag? „Jullie moeten proberen onderscheid te maken tussen de regering van de Verenigde Staten en het Amerikaanse volk”, probeer ik diplomatiek. „Amerika heeft geen ruzie met de Iraanse bevolking, met mensen zoals jullie. Het probleem zit bij het regime.”


    Ondanks hun jonge leeftijd blijkt de propaganda van de regering ook bij deze jongeren goed hun werk te doen. „Wij hebben toch ook recht op kernenergie?” vraagt de 11-jarige Parviz Shirani. „Waarom mogen andere landen wel kerncentrales bouwen en wij niet? En waarom laat Amerika toe dat andere landen zelfs atoomwapens hebben?”

    Overweldigd door het grote aantal vragen en de politieke ’beschouwingen’ van sommige leerlingen, besluit ik maar een tegenvraag te stellen. „Wie van jullie zou graag eens in de Verenigde Staten willen kijken?” Op een enkele uitzondering na gaan alle vingers omhoog. „Waarom hebben jullie dan zo’n hekel aan Amerika?” „Amerika voert oorlog tegen de islam. Zij willen ons het christelijk geloof opdringen”, meent Mahmud Dowran (14). „En wat vindt u eigenlijk van de islam?”

    Er klinkt een dringende klop op de deur van het klaslokaal. Het hoofd van de school steekt zijn hoofd om de hoek. „Het is tijd voor de pauze”, drukt hij de leraar op het hart. Maar de leerlingen roepen in koor dat ze door willen gaan. Dus nog maar eens drie kwartier vragen afvuren.

    Israël
    Uiteindelijk valt het woord ”Israël”. „Waarom heeft Israël Libanon aangevallen en verwoest?” willen de leerlingen weten. Voorzichtig, maar voor de zekerheid in rap Engels -zodat het alleen voor de leraar te vertalen valt- probeer ik uit te leggen dat de terreurbeweging Hezbollah is begonnen. Zij ontvoerde twee Israëlische soldaten en schoot tientallen raketten op Israël af. Daarom moest Israël zich wel verdedigen. „Dat zal ik maar niet vertalen”, zegt leraar Ali Bostani. „Steun voor Israël -op welke manier dan ook- is hier uit den boze. En ik wil niet in de problemen komen.”


    De leerlingen schakelen vlot over naar een volgend onderwerp: voetbal. Hun gedetailleerde vragen over de verrichtingen van het Nederlands elftal zouden menig Nederlands sportjournalist flink in verlegenheid brengen. Blijkbaar is dat deel van de westerse wereld goed in Iran doorgedrongen.

    Opnieuw klinkt het snerpende signaal van de schoolbel. De leerlingen dringen om me heen om een handtekening in ontvangst te nemen en begeleiden me joelend naar de uitgang. Gelukkig staan mijn schoenen er nog.

    Reacties (4)

    Esther
    bezorger
    Quote bericht
    aantal posts:30

    Leuke reportage! Echt grappig dat hij daar opeens les ging geven.
    saskia
    bezorger
    Quote bericht
    aantal posts:23

    ey dit vin k eg leuk soow iets invallen voor een leraar die zn werk eigelijk die dag niej kan doen lijk me trouwens wel moeilijk om wij als Nederlanders die eigelijk voor Amerika zijn, vragen van Iraanse jongeren te beantwoorden!! K vint et leuk dat et soow = gelukt en dat die jongeren die Nederlander konden respecteren SPR zoowiets wil k ook wel gaan doen
    RW
    correspondent
    Quote bericht
    aantal posts:246

    eg grappig en leuk foto's!!! gelukkig stonde z'n schoene er nog:P
    psychiaterinopleiding
    correspondent
    Quote bericht
    aantal posts:180

    de uitsmijter wast best...