Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Onverzettelijke geloofstaal

Dr. Bert Hofman stelt bloemlezing met tachtig Schriftuurlijke liederen samen

"Nu drijven wij de paus heraus,/ uut Christus kerk en Godes huis/ daar in hij moordelijk heeft geregeerd/ en ontellijk veel zielen vervoerd." Het taalgebruik van de Nederlandse protestanten van het eerste uur was heftig. Dr. Bert Hofman stelde een bloemlezing van tachtig Schriftuurlijke liederen uit de zestiende eeuw samen. "Het wás ook een heftige tijd. Leven en dood waren met de keus voor de Hervorming gemoeid. De Schrift was in het geding."

Schriftuurlijke liederen zijn géén berijmde Schriftgedeelten, maakt dr. Hofman meteen duidelijk. "In deze liederen kijken we de protestanten uit de zestiende eeuw in het hart. De liederen zijn tot stand gekomen op het breukvlak tussen Rome en Reformatie. Het gebruik van de Schrift staat in nauw verband met de moeilijke omstandigheden waarin de gelovigen verkeerden. De aanhangers van de nieuwe leer werden te vuur en te zwaard vervolgd.

Maar er was ook vreugde om het aanbreken van de nieuwe tijd. De vroege Reformatie resoneert in deze liederen mee. Juist de relatie tussen het leven van alledag en de Schrift maakt ze tot een spiegel waarin de werkelijkheid van de Hervorming weerkaatst. De vele verwijzingen naar Bijbelteksten in de marge van de liederen laat zien hoezeer in deze tijd het sola Scriptura, de Schrift alleen, functioneerde.

De liederen vormen het prille begin van de protestantse cultuur van ons land. In totaal zijn er zo'n 1200 gemaakt, naast de wereldlijke liederen die verzameld zijn in het Antwerps Liedboek en de vroege psalmberijmingen, de Souterliedekens. Ze verdienen zonder meer een plaats in de nationale canon."

Hofman houdt zich al lange tijd met het Schriftuurlijke lied bezig. In 1993 promoveerde hij op "Liedekens vol gheestich confoort. Een bijdrage tot de kennis van de zestiende-eeuwse Schriftuurlijke lyriek". In deze dissertatie werkte Hofman vanuit een literair-historische benadering. "Tijdens mijn onderzoek heb ik een inventarisatie van de bundels met Schriftuurlijke liederen uit die tijd gemaakt. Ik ontdekte dat de meeste nooit meer zijn herdrukt. Ze waren zo goed als vergeten." Hofman bladert in zijn bloemlezing. "Hier is de titelpagina van "Veelderhande Liedekens" afgedrukt. Uit deze bundel heb ik veel teksten overgenomen. Kijk eens naar het jaartal. Anno 1556. Dat is nu dus precies 450 jaar geleden. Heel bijzonder."

Hoog tijd om de liederen aan de vergetelheid te ontrukken, vindt Hofman. "Het zijn deze mannen en vrouwen van de vroege Hervorming geweest die de basis legden voor onze vrijheid en voor de bloei van ons land. Ze zetten middellijkerwijs een gouden toekomst in gang waarvan ze zelf niet konden profiteren, of zelfs maar ten volle van konden dromen. Ik ben ervan overtuigd dat God hun vasthoudendheid en de oprechtheid van hun geloof rijk heeft willen zegenen."

Ideaal
Hofmans grote ideaal is de uitgave van een wetenschappelijke uitgave van alle Schriftuurlijke liederen. "Ze vormen de basis van onze protestantse cultuur en behoren tot ons nationale culturele erfgoed. Nergens ter wereld kwamen zulke doorleefde, aangrijpende religieuze liederen tot bloei als in de vervolgde Nederlanden. Maar zo'n onderneming gaat de krachten van één persoon te boven. Bij elke tekst behoort dan een zo volledig mogelijk commentaar. Hun tijd van ontstaan zou aan de orde moeten komen, de drukkers, de vorm waarin ze gegoten zijn enzovoort. Dat zou het levenswerk van een hoogleraar zijn, met de ondersteuning van een team studenten en wetenschappelijke ambtenaren. Daarom heb ik een naastliggend doel gekozen: het samenstellen van een representatieve bloemlezing van tachtig liederen."

Hoe komt het dat de Schriftuurlijke liederen in de vergetelheid zijn geraakt?
"We leven al twee eeuwen in een cultuur die doortrokken is van het verlichtingsdenken. Met de leus "Ni Dieu, ni maître" (geen God en geen meester) werd en wordt het godsdienstige zo veel mogelijk weggedrukt. Bovendien legden verlichte denkers in de achttiende eeuw sterk de nadruk op schoonheid. Literatuurbeschouwers vonden de Schriftuurlijke liederen, die van een ontroerende, inhoudelijke eenvoud zijn, niet esthetisch genoeg.

Een ander punt is dat de Nederlandse gereformeerde kerk al vroeg overstapte op het gebruik van uitsluitend de psalmen in de eredienst. De laatste Schriftuurlijke liederen zijn rond 1570 gemaakt en in 1566 kwam de psalmberijming van Datheen uit. Deze berijming werd in korte tijd heel geliefd bij het kerkvolk. Alleen bij de doopsgezinden bleven Schriftuurlijke liederen in gebruik."

Hoe zou u de Schriftuurlijke liederen willen karakteriseren?
"Ze ademen een geest van onverzettelijkheid. De eerste Nederlandse protestanten waren radicaal in hun optreden, in hun beslissingen, in hun woorden. Fel was de kritiek op misstanden in de Rooms-Katholieke Kerk. Ze werden teruggedreven op stellingen vanwaar ze niet anders meer konden dan standhouden of ondergaan. Wat mij verraste, was dat deze karaktertrek door de eeuwen heen deel is blijven uitmaken van de Nederlandse identiteit. We staan bekend als een gematigd, tolerant land.

De jansaliegeest van de negentiende eeuw is vaak gehekeld, maar daarnaast en daar onderdoor bleef toch die radicale trek bestaan. We kunnen af en toe behoorlijk uit de band springen. Dat bleek in de tijd van de geuzen, in de patriottentijd, tijdens de wisselingen van de Oranjes. In het recente verleden roerde het volk zich heftig na de moord op Theo van Gogh. Het geuzengedrag, de korte botheid, de radicale politieke stellingname zijn in onze samenleving nog latent aanwezig.

Ook in de kerk is de radicaliteit gebleven. Over allerlei dogmatische en theologische kwesties kan heftig worden gediscussieerd. Een van de opvallendste trekken van de Gereformeerde Kerk is haar voortdurende strijd om de waarheid. Dat heeft geleid tot diverse kerkscheuringen, tot in 2004 toe. Bestudering van de Schriftuurlijke liederen riep herkenning bij mij op. We waren en we zijn een land met radicale trekken."

Die radicaliteit duidt u positief?
"De protestanten uit de zestiende eeuw waren bereid te lijden voor de waarheid waarvoor men eenmaal had gekozen. Bij hen sloten het Woord en de daad op elkaar aan, ze leefden en handelden werkelijk naar hun overtuiging. Daar kunnen we van leren. Wij zijn luisterchristenen geworden. Maar het verlengstuk van luisteren is doen. Te sterk hebben wereldgelijkvormigheid en materialisme kerkmensen in de greep gekregen. Dat haalt de dynamiek uit het kerkelijke en het geestelijke leven. Wat hebben christenen in wezen nog over voor hun geloofsovertuiging?

Het ging in de zestiende eeuw over de wezenlijke zaken van het geloof. De vraag van Luther -hoe ben ik rechtvaardig voor God?- was voor velen doorleefde praktijk. Ik vrees dat deze fundamentele vraag tegenwoordig minder leeft. Hij staat wel opgetekend in onze belijdenisgeschriften, maar wie worstelt er nog mee?

We maken ons meer druk om de godsdienstige opvattingen in het eigen kerkelijke kringetje. Uit de Schriftuurlijke liederen blijkt dat de eerste protestanten -een eeuw voor de synode van Dordrecht, niets lag toen nog vast- wortelden in de Schrift en daaraan hun geloofsvertrouwen ontleenden. Zij stonden aan het front. Als het goed is staat elke christen zo in het leven."

Vormt het soms heftige taalgebruik in de Schriftuurlijke liederen geen belemmering voor de hedendaagse lezer?
"De zestiende eeuw wás een heftige tijd. Met de keus voor de Hervorming was de dood gemoeid. En de Schrift wás in het geding. Laten we de Reformatie ook niet al te zeer verheerlijken of romantiseren, want de kerk maakte een diepe crisis door. Dat komt niet voor niets in de titel van deze bloemlezing tot uitdrukking. De emoties waren zo intens dat er ook heftige taal werd gebezigd. Vergeet overigens niet wat in ónze tijd op kansels soms over tegenstanders wordt gezegd.

Een reformatie is door zestiende-eeuwers altijd herkend en omschreven als een baringsproces. Door barensweeën heen is de nieuwe hervormde gemeente ontstaan, bevrijd van alle opgelegde lasten en menselijke inzettingen. Dat beeldt ook het schilderij van Rembrandt op de omslag -"Storm op het Meer van Galilea"- uit. Je ziet er de heftig bewogen tijd van de Reformatie in terug, waarin tegelijkertijd het licht van de redding doorbreekt."

Valt met deze bundel het gesprek met Rome nog wel te voeren?
"Op politiek gebied werken protestanten en rooms-katholieken samen in het CDA. Op kerkelijk terrein is er sprake van een oecumenische beweging. In zo'n situatie past deze uitgave misschien niet. Maar deze liederen drukken ons wel met de neus op het feit dat er nog een geding met Rome is. Er ligt een breuk, een gesprek is op zijn plaats.

Het zoeken naar eenheid is een eis van de Schrift. Juist in de sfeer van hedendaagse toenadering moet er ruimte kunnen komen voor fundamentele gesprekken. Niet in de eerste plaats om het gelijk of het ongelijk van de partijen, maar om de liefde voor de kerk van Jezus Christus en de gezamenl ijke wil de eenheid in geloof en waarheid te herstellen en te bewaren."

Mede n.a.v. "Crisis in de kerk. De Nederlandse Reformatie in de spiegel van tachtig Schriftuurlijke liederen", door Bert Hofman; uitg. Groen, Heerenveen, 2006; ISBN 90 5829 716 0; 420 blz.; 29,95.


Presentatie van "Crisis in de kerk"
In "Crisis in de kerk" bundelt dr. Bert Hofman tachtig Schriftuurlijke liederen uit de zestiende eeuw. Deze oude liederen, waarin Schrift en tijdsomstandigheden samenkomen, zijn omgezet naar een actuele spelling en hertaald. De originele tekst staat steeds op de linkerpagina, de eigentijdse versie op de rechterpagina. Achter in het boek zijn de melodieën van 24 liederen weergegeven. De liederen zijn gerubriceerd naar thema's als "De kerk op de korrel", "Op het schavot en op de brandstapel" en "Gelovigen bemoedigen elkaar".

"Crisis in de kerk" wordt op dinsdag 31 oktober, Hervormingsdag, gepresenteerd in de Sint-Janskerk in Gouda. Tijdens deze presentatie wordt een aantal liederen uit "Crisis in de kerk" gezongen door Ineke Bezemer-van Bergeijk. Het orgel wordt bespeeld door Marien Hofman.

Het eerste exemplaar zal worden aangeboden aan dr. B. Plaisier, synodescriba van de Protestantse Kerk in Nederland. Prof. dr. A. de Reuver, bijzonder hoogleraar gedachte- en erfgoed van het christendom aan de Universiteit Utrecht, zal een causerie houden.

Fragment uit de bundel

Nu houd ons Heer bij dijnen woord

(Wijze: Vous perde temps)

1. Nu houd ons Heer bij dijnen woord
en keert de paus en Turken moord,
die Jesus Christus dijnen zoon
stoten willen van zijnen troon.

2. Bewijst dijn macht Heer Jesus Christ,
Gij die Heer alder heren bist.
Beschermt dijn arme christenheid,
dat zi u loven in der eeuwigheid.

3. God, Heilige Geest die trooster weerde,
geeft dijn volk eenderlei zin op eerde.
Staat ons bij in de leste nood
en leid ons in 't leven uut de dood.

4. Haar aanslagen hier te niete maakt.
Laat op haar trekken die boze zaak
En stoot ze in die graven ein,
Die ze maken voor die christen dijn.

5. Zo zullen zi bekennen doch,
dat gij onze God levest nog
ende helpe geweldig dijn schare,
die haar op dij verlaten gare.

Hertaling
Nu houd ons Heer bij dijnen woord

1. Heer, houd ons nu bij uw Woord
en stuit de moordpartijen van de paus
en de Turken, die uw zoon Jezus
Christus van zijn troon willen stoten.

2. Heer Jezus Christus, bewijs uw macht,
U die de Heer van alle heren bent.
Bescherm uw arme christenheid,
opdat ze U in eeuwigheid looft.

3. God, Heilige Geest, eerwaardige trooster,
geeft uw volk op aarde eensgezindheid.
Sta ons bij in de laatste nood en leid ons
uit de dood in het leven.

4. Vernietig hun aanslagen. Laat het
goddeloze plan hun zelf treffen en
stoot ze weg in de graven die ze voor
uw christenen delven.

5. Dan zullen ze immers erkennen dat U,
onze God, nog leeft en uw gemeente,
die zich helemaal aan U toevertrouwt,
met kracht te hulp zult komen.

Er zijn nog geen reacties geplaatst.