"Kleine vechtjas" in het land van David
In Kronieken en Samuël wordt verteld dat David dertig strijders had die de "helden der heiren" waren. Ze worden stuk voor stuk bij name genoemd. Een van deze "gibborim", Jonathan de zoon van Sagé de Harariet (1 Kron. 11: 34), is door Hawkins als uitgangspunt genomen voor een historische roman over de tijd van David. Bloedige strijd, verraad, vuile machtsspelletjes en een onmogelijke liefde vormen de ingrediënten voor een spannend verhaal.Toch is niet Jonathan, maar Ailea -een niet-bijbelse figuur- de belangrijkste hoofdpersoon, waaraan het boek zijn titel "De vreemdelinge" ontleent. Ailea is de dochter van de Aramese (Syrische) Eljada. Haar vader is generaal in het leger van Hadadezer, koning van Damascus.
Het verhaal begint als de troepen van koning David Hadadezers leger aanvallen en verslaan. Bij die veldslag aan de Eufraat komt Ailea's vader om. Haar broer Rezon deserteert uit het leger en voert daarna een bende woestijnrovers aan. In de Bijbel wordt Rezon "Israëls tegenpartijder" genoemd (1 Kon. 11: 25).
Omdat Damascus is ingenomen, krijgt Ailea's familie inkwartiering van een aantal van Davids gibborim. Onder hen is Jonathan (niet te verwarren met de zoon van Saul), wiens perspectief in het verhaal dat van Ailea afwisselt.
Ailea is een knappe, jonge vrouw met een nogal temperamentvol karakter. Ze maakt het de ingekwartierde soldaten de eerste dagen zo moeilijk mogelijk. Dat is de reden waarom ze door Jonathan eerst plagend, later liefdevol "kleine vechtjas" wordt genoemd.
Omdat haar vader is gesneuveld, haar broer is verdwenen en haar moeder zelfmoord pleegt, blijft Ailea alleen achter en wordt door de Joodse strijders als krijgsbuit meegevoerd naar Israël. Al snel voelt Jonathan zich dusdanig tot haar aangetrokken dat hij bij koning David het verzoek indient haar als zijn persoonlijke krijgsbuit te mogen beschouwen. Dat verzoek wordt ingewilligd en hij neemt haar mee naar zijn geboortedorp Zif, waar zijn vader Sagé de toonaangevende rabbi is.
Melaats
Het dorp is geschokt als het hoort dat Jonathan haar niet als concubine, maar als vrouw wil hebben: een vreemdelinge, een heidin! De vrouwen van het dorp behandelen haar alsof ze melaats is. Maar ook Ailea zelf moet niets hebben van het idee gedwongen te worden tot een huwelijk met een Hebreeër. Temeer omdat Jonathan er nauwelijks in slaagt zijn werkelijke gevoelens voor haar onder woorden te brengen.
Ze maakt dan ook gebruik van de mozaïsche wetten, die voorschrijven onder welke voorwaarden een huwelijk met een heidin dient plaats te hebben. Tot ontsteltenis van Jonathan snijdt ze op de geplande huwelijksdag haar vlechten af en vraagt gelegenheid een maand te rouwen om haar verloren familie. Dit wordt haar door Sagé, de enige met wie ze een redelijke band heeft, toegestaan.
Ook als de huwelijksplechtigheid heeft plaatsgehad en ze lichamelijk wel één geworden zijn, moet Sagé eraan te pas komen om zijn zoon ervan te overtuigen dat een huwelijk meer is dan een lichamelijke twee-eenheid. Op advies van Sagé neemt Jonathan haar mee naar de grotten van Engedi, waar ze ook geestelijk naar elkaar toegroeien.
Ondertussen is ze door de lessen van rabbi Sagé gaan bidden tot Jahweh. Als haar gebed om een vriendin wordt verhoord, komt ze tot geloof in de God van Israël.
Maar haar familie blijft trekken. Af en toe komt een boodschapper van Rezon in het geheim langs om contact te houden. Omdat Joab hiervan op de hoogte is en haar verdenkt van spionage, stelt Jonathan haar op de proef door bewust strategische informatie aan haar door te geven. Rezon blijkt daar op af te komen. Dat is voor Jonathan het bewijs van haar verraad. Hij zendt haar verongelijkt weg.
Als Rezon haar bij zijn maîtresse achterlaat, blijkt Ailea zwanger. Rezon is daardoor zijn interesse in haar kwijt: hij kan haar zo niet uithuwelijken. Omdat ze zich afgedankt voelt én omdat ze toch naar Jonathan verlangt, vlucht Ailea. Ze komt langs de grotten van Engedi en brengt daar haar zoon ter wereld. Enkele weken later komt Jonathan naar Engedi om haar te zoeken. Hij weet inmiddels dat ze geen verraad heeft gepleegd. Ze ontmoeten elkaar en alles komt goed. Korte tijd later wordt hun zoon Micha besneden.
Vaart
Het verhaal is met vaart geschreven. Het deed me denken aan de boeken van Evert Hartman over Israël: "Het bedreigde land" en "Droom in de woestijn", ook al is dit boek in principe voor volwassenen geschreven. De psychologische uitwerking is juist door de vaart van het boek nogal matig. Jonathan en Ailea ontwikkelen wel in karakter, maar verder lopen er veel types in het boek rond. Bijvoorbeeld Joab, die een grote wreedaard is. Hawkins leidt dat af uit het feit dat de Joodse historieschrijver Flavius Josephus vertelt dat Uria Joabs persoonlijke lijfwacht was. Dit, gekoppeld aan het feit dat Joab later in opdracht van David Uria laat doden, brengt haar tot de conclusie dat Joab een meedogenloos mens is.
Ondanks het feit dat het uiteindelijk David was die de opdracht tot de moord gaf, komt hij er in het boek heel goed af. Daaruit blijkt mijns inziens iets te veel de neiging van de schrijfster om mensen in een hokje te willen stoppen. Terwijl mensen in de praktijk goede en slechte kanten blijken te hebben, zelfs als ze in de Bijbel "de man naar Gods hart" worden genoemd.
N.a.v. "De vreemdelinge", door Kathy Hawkins; uitg. Barnabas, Heerenveen, 2003; ISBN 90 5829388 2; 311 blz.
Er zijn nog geen reacties geplaatst.