Opgroeien tussen de dreuzels
Godsdienstpsychologe dr. Hetty Zock niet bang voor griezelende kinderen
Hoe schadelijk kan een griezelig boek zijn voor de gevoelige kinderziel? Kinderboeken kunnen de opvoeding ondersteunen, maar zijn niet in staat deze zomaar te ondergraven, meent godsdienstpsychologe dr. Hetty Zock uit Groningen. "Gezin, school, kerk, club - de sociale omgeving is vele malen belangrijker dan de boeken die kinderen lezen."Zock was vrijzinnig predikante in Delft en Leiden en is nu universitair docent godsdienstpsychologie & coördinator van de masteropleiding geestelijke verzorging aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Vooral naar de beroemde tovenaarsleerling van J. K. Rowling en diens invloed op de kindergeest heeft ze onderzoek gedaan.
Bijzonder aan de boeken over Harry Potter is dat hierin de verbeelding en de echte wereld op een unieke wijze zijn verbonden, zegt Zock. Volgens haar ontgaat je de clou van Potter als je de boeken letterlijk leest. "Je zou de toverkracht in de Potter-boeken kunnen zien als de "power of childhood", de verbeeldingskracht, creativiteit en humor van het kind. Mensen zonder toverkracht worden in de Potter-boeken "dreuzels" genoemd. Is de wereld niet vol dreuzels, gezien vanuit het standpunt van het verbeeldingsrijke kind? Volwassenen hebben van die domme regels, willen niets te maken hebben met het onverwachte en met wat je niet kunt zien."
Harry's toverwereld kun je begrijpen tegen de achtergrond van de psychologische ontwikkeling van het kind, stelt Zock. "Toveren is dan het ontdekken van een geheel nieuwe wereld die voor je opengaat. Harry's toverwereld lijkt als twee druppels water op de fascinerende wereld van kinderen die naar school gaan. Is het niet even betoverend om te leren lezen als om toverspreuken te leren? Om voor het eerst te fietsen als op een bezemsteel te vliegen? Om chemische proeven te doen als om toverdranken te brouwen?"
Angst
Speciale aandacht gaf de Groningse onderzoekster aan de verhouding tussen griezelliteratuur, godsdienst en angstbeleving bij kinderen. Een van haar stellingen is dat de "functie" die religie vroeger had, tegenwoordig door kindergriezelliteratuur is overgenomen.
Merkwaardig, die vergelijking tussen godsdienst en griezelliteratuur. Kan dat zomaar?
"Ik stel religie niet zomaar gelijk met griezelliteratuur. Wel zie ik dat bepaalde aspecten van religie tegenwoordig terug te vinden zijn in filosofie en literatuur. Een voorbeeld daarvan is het omgaan met angst. Angst is een psychologisch gegeven dat alleen binnen een culturele context begrepen kan worden.
Godsdienstige verhalen en sprookjes hebben lange tijd een rol vervuld bij angstbeheersing. Je zou kunnen zeggen dat de veel verkochte griezelliteratuur van dit moment die functie van angstbeheersing heeft overgenomen. Waarbij ik de serie over Harry Potter niet direct kinderboeken zal noemen. Ze spreken ook volwassenen aan. Het laatste deel is heel grimmig, heel serieus. Je kunt je afvragen of dat nog geschikt is voor jonge kinderen."
Kunt u vanuit de geschiedenis aangeven hoe in protestantse kinderboekjes en kinderbijbels met angst is omgegaan?
"Heel verschillend. De kinderangsten zijn veelal gebruikt als manier om het kind in het gareel te krijgen, te disciplineren. Zeg maar de hel als dreigement. Bij schrijvers zoals W. G. van de Hulst en Anne de Vries vind je evenwel een goede combinatie. Het ligt er bij hen niet zo duimendik bovenop dat ze een geloofstraditie willen overdragen. Tegelijk sluiten ze duidelijk aan bij de belevingswereld, inclusief de angsten, van kinderen."
In huidige griezelboeken wordt veelvuldig gebruikgemaakt van voorstellingen uit de christelijke erfenis. Hoe zit dat bij Potter?
"Als je goed leest, kun je in Perkamentus, het hoofd van Zweinstein, vage kenmerken van Christus terugvinden, onder meer zijn opofferingsgezindheid. Anderen beweren hetzelfde over Harry, maar dat geloof ik niet, Harry is niet een soort Messiaanse figuur, maar door zijn gewoonheid juist een identificatiefiguur."
Op welke manier komt angstbeheersing bij Potter naar voren?
"De boeken van Rowling leren de lezers omgaan met het goed en kwaad in jezelf en de wereld. Ook al bedoel je het goed, het kwaad is niet gemakkelijk te bestrijden, het kwaad is ongrijpbaar. Ik zie hier een vergelijking liggen met de vroegere gewetensvorming: het kwaad zit in ons, en daartegen dient strijd te worden gevoerd. Maar al voer je die strijd, het kan -onbedoeld- toch misgaan. Wij kunnen het kwaad uiteindelijk niet maken of breken.
Het is fascinerend te zien dat die boeken over heel de wereld worden opgepakt. Ook protestants-christelijke scholen gebruiken steeds vaker dergelijke overkoepelende boeken, boeken waarin een algemene levensvisie zit die voor verschillende tradities herkenbaar is."
Angst onder kinderen wordt door griezelliteratuur alleen maar groter, van angstbeheersing is dus geen sprake.
"Natuurlijk, er zijn kinderen voor wie het eng is. Je hebt kinderen die er alleen maar bang van worden. Zelf vind ik het trouwens ook best griezelig. Als ik kinderen zou hebben, zou ik erg goed opletten waar ze mee bezig zijn. Maar je hebt ook types voor wie griezelen een uitlaatklep is. Mijn neefje van zeven is helemaal gek van Paul van Loon. Het boek "De griezelbus", hij kan zich er helemaal in kwijt. Bij hem is het lezen ervan puur een uitlaatklep."
Kinderen die van die harde griezelboeken lezen, begeven zich op een hellend vlak. Ze lopen het risico in occulte sferen verzeild te raken.
"Ik denk dat je niet zo bang hoeft te zijn dat kinderen griezelboeken letterlijk nemen. Integendeel, omdat het om een verbeelde werkelijkheid gaat, is het lezen van dergelijke boeken een manier om angsten in een veilige, afgebakende ruimte vorm te helpen krijgen en te overwinnen. Maar als je ervan uitgaat dat ze daardoor werkelijk in een occulte wereld terechtkomen, wordt het inderdaad lastig.
Waar het bij Harry Potter om gaat, is niet het toveren, maar de strijd tussen goed en kwaad. Daarbij komt dat er een heel aardige humor in de Potter-boeken zit die het bestaan van die duistere machten juist relativeert.
Op basis van godsdienstpsychologisch onderzoek maak ik me niet zo'n zorgen dat kinderen met griezelboeken een verkeerde kant opgaan. Het belangrijkste is toch in welke sociale context ze zich bevinden en hoe de waarden en normen worden voorgeleefd. Gezin, school, kerk - de hele sociale omgeving is vele malen belangrijker. Kinderboeken zijn in staat de opvoeding te ondersteunen, maar zullen deze niet zomaar ondergraven."
Het christelijk geloof baseert zich op de heilsopenbaring in Jezus Christus, verwoord in de Bijbel. Die openbaring berust op feiten, niet op fantasie en verbeelding. In uw onderzoek naar griezelliteratuur worden de Bijbel en sprookjes op één hoop gegooid. Hier zit een ernstig conflict.
"Heilsopenbaring, tja, ik weet niet precies wat ik daarmee moet. Het hangt ervan af wat je onder "feit" verstaat. Voor mij is het geen relevante vraag of de heilsfeiten wel of niet gebeurd zijn. Het gaat erom dat ze verwijzen naar een werkelijkheid die wij niet kunnen vatten maar die wel richtinggevend is voor mijn leven. Voor mij is de boodschap van de Bijbel werkelijk, maar niet op een letterlijke manier."
Er zijn nog geen reacties geplaatst.