Minder preken, meer romans
Drie generaties Otte zagen leescultuur van gereformeerde gezindte veranderen
De ouders van de bijna 92-jarige J. P. Otte lazen voornamelijk oude schrijvers. Zijn zoon Karel (55): "Wij zijn als kinderen gevormd door P. de Zeeuw, H. te Merwe en T. Mateboer." En kleinzoon Ringer (26): "Elke vrijdag gingen we naar de openbare bibliotheek." Die ontwikkeling lijkt illustratief voor menige familie in de gereformeerde gezindte. Romans kwamen in plaats van stichtelijke lectuur, prekenbundels werden verdrongen door dagboeken. De drie generaties Otte hebben dat van nabij meegemaakt, niet alleen als familie, ook als uitgevers.Het pand aan de Utrechtse Brigittenstraat -waar ooit Catharina van Rennes woonde- verraadt zijn huidige bestemming niet aan de buitenkant. Alleen onder de belknop staat in bescheiden lettertjes de naam van het bedrijf: De Banier. In de hoge kantoorruimte, met boeken langs alle wanden, neemt Otte sr. elke morgen zijn plaats achter het bureau nog in. "Opa blijft graag bij alles betrokken", zegt zijn kleinzoon, die pas sinds tweeënhalf jaar in de uitgeverij werkzaam is.
Het bedrijf is al tientallen jaren in de familie. In 1930 trad Otte er in dienst als boekhouder-administrateur, na de oorlog werd hij directeur. De Banier was toen nog voornamelijk een handelsdrukkerij, maar in de loop van de jaren werden de uitgeefactiviteiten steeds belangrijker. In 1970 maakte de familie een definitieve keus: het bedrijf ging verder als uitgeverij.
Karel Otte heeft dat, als middelste generatie, van nabij meegemaakt. "Na mijn schooltijd ben ik vanzelf in het bedrijf gerold. Ik werkte er al in de vakanties, alle kanten van het vak leerde ik kennen. Als kind had ik het idee dat het maar een duffe boel was, maar het ging me steeds meer aanspreken." Zijn zoon Ringer: "Dat gevoel had ik ook, ik dacht: er gebeurt niets op kantoor, de stapels papier op het bureau leken hetzelfde te blijven. Totdat ik een keer in de vakantie het hele proces te zien kreeg, van manuscript tot boek. Elk boek is een uitdaging. Dat vond ik leuk. Dus ben ik na de havo de opleiding aan de Hogeschool van Amsterdam gaan doen."
Stichtelijke lectuur
Wie boeken wil uitgeven voor de gereformeerde gezindte, dient de smaak van zijn lezers te kennen. Dat er op dat punt de nodige ontwikkelingen geweest zijn is duidelijk. De Otte's zien het niet alleen aan de geschiedenis van hun bedrijf, maar ook aan de geschiedenis van hun eigen familie. Otte sr.: "Wij lazen thuis uitsluitend christelijke lectuur. Oude schrijvers voor mijn ouders, christelijke jeugdboeken voor de kinderen. Ik herinner me "Willem Wijcherts" en "Peerke en zijn kameraden" van W. G. van de Hulst, maar vooral de boeken van L. Penning over de Boerenoorlog."
Zelf bracht hij voor zijn kinderen de Banier-uitgaven mee naar huis. Karel: "Wij zijn gevormd door P. de Zeeuw, H. te Merwe, T. Mateboer. Die boekjes gaf mijn vader uit, maar we kregen ze ook op school en zondagsschool. Altijd historische verhalen. Zelf lazen mijn ouders veel stichtelijke lectuur, preken, maar ook allerlei week- en maandbladen. Die werden bij ons gedrukt: De Banier, De Saambinder, de Gezinsgids, Bewaar het Pand... En dan hadden we ook nog een abonnement op twee of drie kranten. Mijn vader spelde ze van a tot z."
Karel zelf las, eenmaal volwassen, weer andere boeken. "Van Watchman Nee bijvoorbeeld "Het normale christelijke leven". Ook zendingsverhalen zijn erg belangrijk geweest voor mijn eigen vorming. "Als het regent in de bergen" van Eileen Crossman, of "Voor het kruis zal ik je doden" van Olsen. Wat me altijd heeft aangesproken is de "Christenreis naar de eeuwig heid" van John Bunyan.
Wij lezen natuurlijk in de eerste plaats alles wat we móéten lezen, voor ons werk. Maar in de vakantie kom ik soms ook aan iets anders toe. Deze zomer heb ik bijvoorbeeld "De wereld van Sofie" van Jostein Gaarder gelezen, en "De stille kracht" van Louis Couperus."
Strips
In het gezin waarin Ringer opgroeide, kwam dan ook niet langer uitsluitend christelijke lectuur op tafel. "Wij kregen een bepaalde vrijheid bij het lezen. Elke vrijdagavond gingen we naar de bibliotheek. Als kind las ik de boeken van Piet Prins, maar ook Annie M. G. Schmidt, Pietje Bell, de Kameleon-serie -dat wil zeggen, daar ben ik aan begonnen, maar het boeide me niet erg. En "Een kleine vluchteling" van Dineke Daudey. Dat heeft een geweldige indruk op me gemaakt. Later J. Bernlef, Kees van Kooten, W. F. Hermans, John Grisham, voornamelijk voor de literatuurlijst op school. Eigenlijk lees ik liever tijdschriften dan boeken, ik ging als kind al voo r het korte verhaal."
Karel: "Vroeger kwamen er in ons gezin geen strips op tafel. Later hebben we dat gedoogd, al bekeken we wel kritisch wat er in huis kwam. Voor onze jongste zoon, die gehandicapt is, hadden we onlangs een abonnement op de Donald Duck genomen. Maar het eerste nummer stond vol met allerlei troep: geesten, spoken, occulte zaken... Ik heb niks tegen strips, maar als de gedachte erachter zo haaks staat op het christendom, wil ik ze niet in huis hebben."
Naslagwerken
De Banier-uitgevers zien twee ontwikkelingen bij hun publiek: lezers worden steeds kritischer én ze gaan voor korte, overzichtelijke teksten. Karel: "Mensen willen meepraten over politiek, ethiek, theologie, ze willen dingen opzoeken. Tegelijkertijd hebben ze minder zin in lange verhandelingen. Dat betekent dat er enerzijds belangstelling is voor naslagwerken -vandaar de populariteit van de boeken van Matthew Henry en ander bijbelstudiemateriaal-, anderzijds voor boekjes met hapklare brokken.
In korte tijd krijgen mensen ontzettend veel prikkels, via de media, via tijdschriften, via reclame. Het leven is gejaagder, elk uurtje is bezet. Soms denk ik: we worden oppervlakkiger, minder betrokken bij de geloofsleer. We hebben minder kennis, diepgang. Het zwaardere werk verdwijnt. In plaats van prekenboeken lezen de mensen dagboeken en meditatiebundels. En boeken over allerlei ethische onderwerpen. Er is de laatste tijd ontzettend veel aandacht voor onderwijs, opvoeding, maatschappelijke onderwerpen, relaties, psychologie. Die trend komt overwaaien uit de angelsaksische wereld."
Otte sr.: "Oudvaders worden op beperkte schaal nog door ouderen gelezen, maar de markt is op dat punt redelijk verzadigd. Een uitzondering is Brakels "Redelijke godsdienst", dat boek wordt als naslagwerk nog veel gebruikt. Ook door jongeren, getuige de jaarlijkse herdrukken en de Brakel-cursus."
Karel: "Smijtegelt blijft ook populair, en Immens, en de Erskines... Al vraag ik me af in hoeverre jongeren die boeken nog lezen."
Ringer: "Misschien als ze zelf ouder worden... Maar nu ze jong zijn hebben ze liever een praktisch boekje van een eigentijdse auteur. Over het gebed bijvoorbeeld, of over het christelijke leven. De naam van de schrijver wordt trouwens ook minder belangrijk. Vroeger zeiden de mensen: O, een boekje van ds. Lamain, dat kan ik wel kopen. Nu sta je in de boekhandel en je denkt: Billy Graham... die is evangelisch en ik ben reformatorisch, maar het onderwerp interesseert me. Dus neem ik dit boekje mee, relativeren kan ik immers zelf wel."
Amerikaanse fictie
Volgens de uitgevers zijn er binnen de gereformeerde gezindte nog steeds lezers die geen roman of stripverhaal in huis willen zien, al neemt hun aantal af. Niet voor niets overspoelt een stroom van Amerikaanse fictie de christelijke boekhandel. LaHaye & Jenkins, Rivers, Thoene en Alcorn nemen de plaats in van auteurs als Barend de Graaff, Anne de Vries, W. Schippers en K. Norel, die vroeger de christelijke markt in Nederland stempelden. Karel: "De roman krijgt een steeds grotere plaats, ook bij de reformatorische lezer. Het aanbod van romans groeit enorm."
In de kinderboeken en romans die ze zelf uitgeven, streven de Otte's naar eigentijdse elementen. "We hebben een tijd lang de naam gehad dat we alleen maar verhalen over de Tachtigjarige Oorlog uitgaven, dat is nu absoluut niet meer zo. De historische jeugdboeken van vroeger hebben we vervangen door meer eigentijdse verhalen. Maar ook boeken over de Tweede Wereldoorlog - die doen het nog altijd erg goed."
Otte sr.: "We houden rekening met verandering van de tijd. Al blijven de christelijke principes dezelfde."
Karel: "We slaan alleen een andere toon aan. Met minder uitdrukkelijke toepassingen. Als we een herdruk van de "Simon Gieke"-serie voorbereiden, doen we dat niet zonder al te ouderwetse uitdrukkingen te vertalen."
Verschuivingen
Of christelijke uitgevers de leescultuur kunnen sturen? Gedeeltelijk, denken de drie generaties Otte. Ringer: "Natuurlijk luister je in de eerste plaats naar de mensen die je boeken kopen. Je kunt een prachtig idee hebben, maar als het niet past bij je publiek, moet je er niet aan beginnen."
Otte sr.: "Toch kan een uitgever ook ontwikkelingen maken. Wij gingen als een van de eerste christelijke uitgevers naar buitenlandse boekenbeurzen. Daar hebben we bijvoorbeeld de boeken van Spurgeon en Lloyd Jones vandaan gehaald, waarmee we een nieuwe afzetmarkt konden bereiken."
Volgen de christelijke uitgevers in Nederland dus op afstand de ontwikkelingen op de Engels-Amerikaanse markt? Karel: "Je ziet in het buitenland allerlei boeken die wij als reformatorische uitgevers in Nederland niet kunnen gebruiken . Nog niet. In de toekomst waarschijnlijk wel. Dat betekent nieuwe verschuivingen, hopelijk binnen bepaalde grenzen. Je zult als uitgever -en als lezer- keuzes moeten maken: bepaalde soorten theologie wel, andere niet."
Als het aan Otte sr. ligt, blijft er echter ook een andere lijn zichtbaar in het fonds, de lijn van de traditie. "Ik blijf een voorkeur houden voor herdrukken van de grote, oude werken. Luyken, Cats, Flavius Josephus, de Ravesteyn-bijbel, de Keur-bijbel, de Deux Aes-bijbel."
Karel: "Dat hebben we altijd met veel plezier gedaan, al wordt de spoeling nu wel erg dun."
Wat hij in de toekomst het liefst wil uitgeven? "Wat niet? Een literaire roman van Nederlandse bodem, dat zou mooi zijn."
Er zijn nog geen reacties geplaatst.