Petra Jongeneel -  6 okt 2006 22:12 - Gewijzigd: 6 okt 2006 22:12

Docent of politieagent

Tijmen: Leraar moet ons niet met regeltjes om de oren slaan

De ideale leraar is iemand die amicaal is, geen huiswerk controleert en bij wie je in de les volop mag keten. Helaas, mis! Een gesprek tussen een viertal leerlingen van het Ichthus College in Veenendaal over het thema ”goede docenten” bewees deze week het tegendeel. Tijmen: „Bij een strenge leraar weet ik waar ik aan toe ben.”

Ichthusleerlingen Ron, Mariëlle, Tijmen en Danja.

„Die leraar kun je goed hebben, bij die moet je niet te laat in de les komen en bij nummer drie kun je flink lol trappen.” Docenten zijn op elke school onderwerp van gesprek.

Op de Dag van de Leraar, donderdag, werd de beste docent van het jaar 2006 gekozen. Tijdens een landelijke verkiezing konden leerlingen van deelnemende scholen uit het voortgezet onderwijs hun favoriete leraar beoordelen op punten als lesgeven, contact onderhouden en activiteiten organiseren. Deze gegevens werden gebundeld met de ervaringen van ouders en collega’s.

Havisten Mariëlle Scherrenburg (16), Danja van de Bovenkamp (15), Ron Juffer (16) en Tijmen van Daalen (15) van het Ichthus College deden niet mee aan het landelijk onderzoek. Maar ze hebben wel degelijk een mening over wat een goede docent is.

Bijvoorbeeld over hoe streng een leraar moet zijn. Tijmen: „Een docent moet geen politieagent spelen en ons niet met regeltjes om de oren slaan. Ik vind het belangrijk dat een leraar weet wat er moet gebeuren in de les en dit goed weet te verkopen. Dat schept duidelijkheid.” Mariëlle is het met hem eens. „Strengheid is gewoon nodig in de les. Maar er moet wel ruimte zijn voor af en toe een grapje.”

Eerste indruk
Vooral de eerste indruk van een docent is belangrijk, geeft Ron aan. „Op de gangen gonst het van verhalen over leraren. Ik weet snel genoeg wat ik bij een nieuwe leraar wel of niet kan maken.” Danja: „Het is goed als een leraar zich in de eerste les stevig neerzet: Ik sta hier en jullie moeten gewoon luisteren.”

De eerste les is spannend voor zowel leerling als docent. Mariëlle: „Ik vind het goed als een leraar dit ook gewoon benoemt. Het geeft toch niks als hij zegt dat hij er best tegen opziet om deze les te geven? Leraars zijn ook gewoon mensen.” „Inderdaad”, beaamt Tijmen. Met zo’n opmerking dwingt hij respect af.” Ron voelt hierin niet mee. „Ik zou in de lach schieten als een leraar zoiets zou zeggen. Dat werkt bij mij averechts.”

De leraar is er allereerst om kennis over te dragen, vinden de leerlingen. Ron: „Ik kom op school om te leren.” Klinkt dat niet wat te braaf? Lachend: „Nee, ik meen het serieus. Vorig jaar konden we nog behoorlijk klieren, vooral bij iemand die slecht orde kon houden. Nu ik in havo 4 zit, wordt het wat serieuzer. De cijfers tellen mee voor het examen.”

Spuitje
Het persoonlijk contact tussen leraar en leerling vindt het viertal erg belangrijk. Danja: „Als ik ergens mee zit, is het goed om dat te delen. Een poosje geleden kreeg mijn kat een spuitje om in te slapen. Ik was enorm aan het beest gehecht. Op school moest ik er erg om huilen. Begrip van de leraar is dan heel fijn.” Ron knikt. „Als er thuis iets speelt, zou ik dat tegen de mentor vertellen. Die band moet er met een docent kunnen zijn.”

Persoonlijk contact uit zich ook in de dagopeningen. Mariëlle: „Sommige leraren lezen niet alleen een stukje uit de Bijbel en leggen het gedeelte uit, maar vertellen ook iets persoonlijks. Hierdoor ontstaat een vertrouwensband. Als een leraar open over z’n eigen geloofsleven durft te vertellen, ga je er zelf ook meer over nadenken.”

Ook het gebed van een leraar kan tot nadenken stemmen. Mariëlle: „Het is fijn als een docent vanuit z’n hart voor de klas bidt.” Tijmen: „Ja, dat merk je. Leraar-zijn heeft dan iets weg van een roeping. Een docent heeft hart voor jongelui en wil hun ook wat meegeven.”

„Madonna geen goede herder”
„Het geheim van een goede docent? Ja, wat moet ik daarop zeggen?” Docent H. van der Kooij (55) van het Ichthus College in Veenendaal klinkt wat aarzelend. Hij móét het echter weten. Tot tweemaal toe is hij door examenkandidaten gekozen tot beste docent van de school. „Ik ben dankbaar als leerlingen mijn lessen waarderen. Ik hoop dat het me ook bescheiden houdt. Het is de Heere Die de inspanningen zegent.”

Van der Kooij.

Toch kan Van der Kooij wel wat belangrijke criteria voor een goed docent noemen. „Je moet van jongelui houden. Ik zeg altijd maar zo: Ik werk niet met nummers, maar met jongeren.” Neem ook je vak serieus, vindt de biologieleraar. „Een openboektentamen is niks. Leerlingen moeten de stof zelf beheersen.”

Een goede voorbereiding op de les is ook van belang. „Jongeren hebben recht op goede lessen.”

Persoonlijk contact met leerlingen is misschien wel het belangrijkste. „Vorig jaar overleed de moeder van een havoleerling. Ik heb die datum onthouden. Dit jaar wil ik op die dag even laten weten dat ik haar steun.”

De dagopeningen zijn hoogtepunten voor Van der Kooij. „Pas las ik over Psalm 23, waarin het gaat over de goede Herder. Het was net in de tijd dat Madonna voor een optreden in Nederland was. Ik vroeg de klas: „Denken jullie dat Madonna een goede herder is, dat zij mensen de goede weg wijst?” Ik probeer, door open met de leerlingen te praten, ze achter Jezus aan te lokken.”