Moe maar voldaan
’t Is al laat als we terugkeren van een bruiloft in het westen. Een dochter, ja. En een schoonzoon natuurlijk. Alles werkte mee, deze dag. Het mooiste weer, de fraaiste locaties, alleraardigste daggasten, een gedenkwaardige trouwdienst, een onderlinge verstandhouding zonder wanklanken. Een feestelijke gebeurtenis die we niet licht zullen vergeten. We voelen ons bevoorrecht en zijn dankbaar dat het allemaal zo harmonieus verliep.
Vrijdagavond, iets na middernacht is alles achter de rug en aanvaarden we met enige weemoed de thuisreis. Uit de krant en via andere kanalen weten we dat er dit weekend driftig aan veel wegen en knooppunten wordt gesleuteld. Dat was een van de zorgen van de feestcommissie: kan iedereen op tijd zijn, ondanks afsluitingen en extra verkeersdrukte bij een paar flessenhalzen? De heenreis ging voor de meesten gelukkig goed, al was het voor enkele receptiegasten wel even zoeken in de propvolle streek waar ze vreemdeling zijn.
De A12, rond één uur zaterdagmorgen. Achter ons weten we Woerden, voor ons liggen afslag De Meern en knooppunt Oudenrijn. We staan stil. En blijven stilstaan. Nadat we even daarvoor langzaam rijdend in de fuik van het ene rijbaantje belandden. In de schijnwerpers die het asfalteerballet bijlichten, komt een stoet van mastodonten voorbij: vier, vijf freesmachines in slagorde, legio mammoettrucks voor afvoer van het schraapsel en bosjes voertuigen vol drukgebarende mannen.
We staan stil en blijven stilstaan. Lampen uit, motor af. In dit surrealistisch decor klimmen truckchauffeurs uit hun cabines voor een plas in de berm. Hoelang dit oponthoud gaat duren, weet niemand. Even komt er beweging in de rij, maar de hoop op een snelle aftocht vervliegt meteen: de winst is geen 100 meter. Lampen uit, motor af. Bezit uw ziel en schaarse tijd in lijdzaamheid, zei een leraar vroeger vaak.
Als we tegen tweeën traag langs de werkzaamheden rijden, daalt een regen van fijn, plakkerig asfaltstof neer op de vers in de was gezette auto. ”Bedankt voor uw begrip”, zegt een bord. Misschien is deze beter dan de slogan van vroeger: ”Sta even stil bij het werk aan de weg”. Leuk als thuis de aardappelen weer eens verpieterden. Dat soort borden wekt bij mij hetzelfde begrip -maar niet heus- als die in bergachtige streken bij wegen waar geen alternatieve routes zijn. ”Gevaar voor vallende rotsblokken”. Fijn om te weten, maar wat koop ik ervoor als ik geen keus heb?
Eén passagier zetten we uit in hartje Utrecht en we vervolgen onze weg. Nog maar net op de snelweg na de domstad wacht ons een grote alcoholcontrole. Geen auto mag door. Normaal gesproken ben ik groot voorstander van blaasproeven, nu moet ik ver zoeken naar -alwéér- begrip. Zeker als blijkt dat we achter een drinkebroer zijn gezet die onvast uit zijn auto stapt en met een politieman richting bloedproef moet. Zijn auto blijft onwrikbaar staan. Net als de onze.
Totdat een andere agent mij ziet gebaren en iemand opdracht geeft de Land Rover van het drankorgel weg te zetten. Mijn blaasproef is snel gepiept, na één glas wijn bij het eten en verder een hele avond op Spa blauw.
Het is bijna drie uur als we thuis zijn. „Moe maar voldaan”, schrijft de verslaggeefster van het uitje van de vrouwenvereniging dan na afloop in de kerkbode. Inderdaad: moe maar voldaan. En helemaal óverlopend van begrip.
MAX
Reacties (3)
anotje bezorger | maandag 2 oktober 2006 - 14:13 | ![]() |
aantal posts:40 | eigelijk wel grappig. de ene keer heb je pech de andere keer niet. |
psychiaterinopleiding correspondent | maandag 2 oktober 2006 - 20:24 | ![]() |
aantal posts:180 | Max maakt je altijd weer aan het lachen... |