Yord herfst logo
Home      Zoeken      

„Een gesprek van hart tot hart”

Een huisbezoek kan behoorlijk spannend zijn. Het gesprek tussen de ambtsdragers en de gezinsleden wil niet altijd vlotten. Maar soms is er een ontmoeting van hart tot hart. Psychotherapeut Ton Vogelaar: „Huisbezoek is zielsonderzoek. Daarmee moet je met grote voorzichtigheid omgaan.”

Ton Vogelaar

Ton Vogelaar


In zijn omgeving komt Vogelaar wisselende ervaringen met huisbezoek tegen. Bijvoorbeeld als hij gesprekken heeft met zijn cliënten bij Eleos. „Ik hoor soms dat een huisbezoek veel voor mensen betekent, omdat ze van hart tot hart met ambtsdragers kunnen spreken. Maar ik kom ook nogal wat verhalen tegen van mensen die na een huisbezoek met vragen, gevoelens van verwarring en soms zelfs gekwetstheid achterblijven.”

Spreken uit liefde
Vogelaar vindt het belangrijk dat ambtsdragers nadenken over hun eigen rol in huisbezoeken. „Hoe ga je met mensen in gesprek? Spreek je uit liefde of wil je liever de degelijke ouderling zijn? Als je na afloop van een huisbezoek als bezoekkoppel in de auto zit, hoe praat je er dan over na? En hoe rapporteer je op de kerkenraad? Spreek je veroordelend of neerbuigend over de ander? Of doe je het met een zekere bescheidenheid, want in hoeverre ben jij in staat iemand te doorgronden?

Praatje
Vogelaar adviseert om tijdens het huisbezoek niet te lang te blijven steken in een algemeen praatje. „De sociale fase is bedoeld om mensen op hun gemak te stellen. Mijn indruk is dat dit gemeenteleden in de praktijk niet zo veel helpt om zich ontspannen te voelen. Iedereen weet toch: het moet naar het geestelijke niveau. De tijd is kort, dus wees niet bang om vrij snel bij dat punt uit te komen.”

Bij het vragen naar de vrucht op de prediking heeft wat Vogelaar betreft een „beurtensysteem” niet de voorkeur. „Dan gaat de ouderling het rijtje af. Iedereen zit met het zweet in de handen naarmate zijn beurt dichterbij komt. Het komt niet tot een echte interactie.”

Gezinsgesprek
De psychotherapeut geeft de voorkeur aan „een open gezinsgesprek waarin iedereen een aandeel heeft. De ouderling of diaken probeert datgene wat een van de gezinsleden naar voren brengt te verbreden en met elkaar te delen. Als iemand zegt: „Ik vind de preken mooi maar er blijft zo weinig van hangen”, dan kun je daarna aan het volgende gezinslid vragen hoe dat bij hem is. Je kunt ook zeggen: „Is hij de enige die dat heeft of herkennen jullie dat?” Wacht dan tot er iemand reageert, ook al duurt dat misschien even. Zo kan een ambtsdrager een gezinsgesprek opbouwen waarin hij wel degelijk de leiding heeft en geleidelijk aan iedereen probeert erin te betrekken.”

Een regelmatig gehoorde klacht van gemeenteleden is volgens Vogelaar dat ambtsdragers onvoldoende zouden luisteren. „Mensen vinden soms dat de ouderling of diaken zelf zo veel aan het woord is.” Goed luisteren gaat volgens de psychotherapeut verder dan iemand laten uitspreken. „Ik bedoel betrokken en nieuwsgierig luisteren. Niet te snel genoegen nemen met wat de ander naar voren brengt, maar je afvragen: Wat bedoelt hij precies? Wat zit erachter? Daarna kun je er met de Bijbel in de hand over in gesprek raken, want het Woord van God moet uiteraard spreken tijdens een huisbezoek.”

Dit artikel is een samenvatting. Lees het hele artikel donderdag in het katern Kerkplein van het Reformatorisch Dagblad.

Er zijn nog geen reacties geplaatst.