Van onze correspondent - 11 sep 2006 12:06 - Gewijzigd: 11 sep 2006 12:06

Jood en moslim, hand in hand

WASHINGTON - In kerkdiensten door heel Amerika is zondag stilgestaan bij de aanslagen van 11 september 2001, maandag precies vijf jaar geleden. In Washington gingen jood en moslim hand in hand over straat.

De National Presbyterian Church ligt in een van de betere wijken van de Amerikaanse hoofdstad Washington. Veel groen, oprijlaantjes, huizen met typisch Amerikaanse veranda’s.

Aan het kerkgebouw vallen twee zaken onmiddellijk op: een immense toren en hoge, hele smalle ramen, uitlopend in een punt. Ze lijken op de ramen van het ingestorte World Trade Center.

Dr. Gareth Icenogle, predikant van de Washingtonse gemeente, kan er deze morgen in zijn preek niet omheen. Wil het ook niet. „De verjaardag van de aanslagen, al is dat niet het goede woord, houdt ons bezig. We zijn in dit prachtige land niet zo veilig als we altijd dachten.”

Het thema van de preek is al dagen van tevoren via de website van de kerk aangekondigd: ”Out of Control”, verlies van de controle. „We hebben geen controle meer over onze eigen veiligheid. Dat voelt niet goed.”

Dominee Icenogle laat Efeze 1 vers 15 tot en met 23 lezen. Daar schrijft Paulus aan de Efeziërs dat ze moeten geloven, „naar de werking der sterkte Zijner macht.” Dat vertrouwen moet er zijn, aldus de predikant. „Hij heeft Christus uit de doden opgewekt. Dat is echt. Daarop mogen we vertrouwen.”

Het gebed is voor christenen een krachtig wapen. „Paulus zegt niet te bidden voor genezing, bescherming, controle over zaken, succes of het winnen van oorlogen. Ons gebed mag geen verlanglijstje zijn. Het gebed is luisteren naar wat God ons te zeggen heeft. Dan verliezen we alle controle, maar houdt Hij ons vast.”

Het kerkkoor, aangevuld met bariton en trompet, vult moeiteloos de kerkruimte met het ”Thou Art the King of Glory” van Händel. Organist William Neil doet er na de dienst nog een schepje bovenop.

Het is een prachtige zondag in Washington. De temperatuur haalt ruim zomerse waarden en er is nagenoeg geen wolkje aan de lucht. Georgiana Bloom kijkt dan ook tevreden. Ze is een van de organisatoren van de Unity Walk, een wandeling door de straten van de Amerikaanse hoofdstad waaraan verschillende geloofsgroepen meedoen.

Het idee voor de wandeling is ontstaan na de aanslagen van 11 september 2001 en de wandeling is één keer eerder gelopen. Bloom: „We willen laten zien dat mensen van verschillende geloven prima met elkaar kunnen samenleven.”

De tocht, waaraan een paar honderd mensen meedoen, gaat van de joodse synagoge langs verschillende kerken, de ambassade van het Vaticaan en een islamitisch centrum en eindigt bij het monument voor Mahatma Gandhi. Hij is voor de organisatie het lichtend voorbeeld. Zijn kleinzoon Arun loopt ook mee, evenals de dochter van de Zuid-Afrikaanse bisschop Tutu.

Voor Akbar Ahmed, de ambassadeur van Pakistan in de Verenigde Staten, is de wandeling „bedoeld om op deze tragische dag de wereld te laten zien dat we boven onszelf uit kunnen stijgen. Christen, jood en islamiet accepteren de wereld niet zoals ze nu is. We willen de gebroken wereld helen.”

Akbar, door zijn land voorgedragen voor de post van secretaris-generaal van de Verenigde Naties, geeft het voorbeeld. Hij voert de stoet aan met aan zijn ene hand een rabbi en aan de andere een dominee, John Bryson Chane van de Washington National Cathedral.

De predikant spreekt, staande op de trappen van zijn kerk, de menigte toe. „Als wij vandaag samen hand in hand voor de vrede wandelen, doen onze kinderen dat morgen. We zijn één grote familie.”

Klik hier voor het dossier Vijf jaar na elf september.