Geplaatst: 7 sep 2006 07:41 - Gewijzigd: 7 sep 2006 07:41

Oostenrijkse Natascha vertelt over ontvoering

WENEN (AP) – Natascha Kampusch, de Oostenrijkse die ruim acht jaar in een donkere kelder opgesloten heeft gezeten, heeft woensdag in enkele interviews inzage gegeven in haar langdurige periode van gevangenschap.

De inmiddels 18–jarige Kampusch zei in interviews met de Oostenrijkse televisie, een krant en een weekblad dat ze jarenlang alleen maar aan ontsnappen dacht. Ook bekende ze te hebben gefantaseerd dat ze de man die haar vasthield, Wolfgang Priklopil, zou onthoofden met een bijl.

Kampusch zei begrip te hebben voor de „buitengewone nieuwsgierigheid" naar wat zij heeft moeten verduren en hoe het met haar gaat sinds zij woensdag ontsnapte. Ze vertelde over haar radeloosheid en woede en zei in het begin van haar gevangenschap uit frustratie flessen water tegen de muur van haar cel te hebben gegooid. Als ze niet vanaf zes maanden na haar ontvoering af en toe naar boven had gemogen was ze gek geworden, zei ze.

Vooral het zoemende geluid van een ventilator die lucht haar cel inblies kon ze niet verdragen. Ze vertelde ook dat ze geregeld te weinig te eten kreeg van haar ontvoerder, die enkele uren na haar ontsnapping zelfmoord pleegde, en dat ze een keer eerder geprobeerd heeft te ontsnappen. Later durfde ze dit niet meer, uit angst dat Priklopil haar zou vermoorden.

In het veertig minuten durende tv–interview zei Kampusch inmiddels een paar keer de straat op te zijn gegaan om een ijsje te kopen. „Het was fijn om naar mensen te glimlachen en niemand herkende me", zei ze. Ze vertelde ook dat ze haar schoolopleiding wil afmaken en misschien journaliste, psychologe, actrice of kunstenares wil worden.

Het interview werd opgenomen in het ziekenhuis in Wenen waar een cardioloog haar heeft onderzocht op mogelijke hartproblemen. Ze vertelde gedurende haar hele gevangenschap last te hebben gehad van hartkloppingen, waarvan ze soms duizelig werd en wazig ging zien. Het is nog niet duidelijk of er chronische problemen zijn vastgesteld.

Kampusch droeg een roze sjaal om haar hoofd en kneep geregeld haar ogen toe, omdat ze doordat ze zo lang in het donker heeft geleefd slecht tegen het felle licht van de camera’s kon.

De politie zegt nog maar een begin te hebben gemaakt met het ondervragen van Kampusch, die in maart 1998 op 10–jarige leeftijd werd ontvoerd door Priklopil. Kampusch spreekt van „mijn kamer" als ze het heeft over de kelderruimte zonder ramen waar Kampusch haar acht jaar gevangen hield en waarvan de autoriteiten foto’s en videobeelden hebben vrijgegeven. „Het is mijn kamer en niet bestemd voor de ogen van het publiek", zei zij. Ook schetste ze het dagelijks leven met haar ontvoerder. Ze ontbeten samen, praatten en Kampusch deed huishoudelijke klusjes, kookte, keek televisie en las. „Dit alles verbonden met de angst voor de eenzaamheid."

Rechercheurs proberen nog vast te stellen of Priklopil hulp kreeg van een medeplichtige. Een 12–jarige getuige verklaarde destijds dat ze twee mannen Kampusch in een witte bestelwagen zag sleuren. Kampusch verklaarde echter dat haar ontvoerder alleen handelde, en dat hij alles had voorbereid. Haar kamer richtten zij en Priklopil na haar ontvoering samen in, zei ze. Volgens de politie is ze mogelijk seksueel misbruikt door Priklopil. Kampusch zei het jammer te vinden dat Priklopil zelfmoord heeft gepleegd, „omdat hij mij en de politie nog zoveel had kunnen uitleggen." Ze liet daarop volgen dat ze verder niet meer over hem wilde praten.

Tegen het tijdschrift News zei Kampusch dat ze van haar ouders, die na haar ontvoering zijn gescheiden, houdt. Volgens psychologen bij wie ze in behandeling is heeft ze contact met haar moeder, maar heeft ze niet meer naar haar vader gevraagd, sinds ze hem na haar ontsnapping kort zag. „Het was voor hen erger dan voor mij. Zij dachten dat ik dood was", zei ze.