Kastanjeboom op de bagagedrager
Een herfst of tien geleden. Ik poot wat glimmende kastanjes in potten. Ze komen van een monumentale boom in de buurt. Het lijkt me een aardige gedachte als deze reus zich gaat voortplanten. Zeker omdat hij op een punt staat waar dichtbij veel grondwerk wordt verzet. Voor je het weet kost dat zo’n kanjer het leven. Gelukkig doorstond hij tot nu toe alle werkzaamheden.
Uiteindelijk blijken zeven van de tien zaailingen de moeite waard om op te kweken. Zeven, dat is net voldoende voor een van m’n dagdromen: een huis met een oprijlaan die lang genoeg is om er zeven stuks Aesculus hippocastanum langs te poten.
De tere kastanjes groeien voorspoedig op. Eens in de twee jaar krijgen ze een ruimere pot. Kastanjes groeien van nature langzaam en boompjes in een pot doen er in verhouding nog langer over. Hindert niet, zo blijven ze te handhaven in een hoekje van onze achtertuin, die best ruim maar ook weer niet zó ruim is.
Een groot feest is elke lente het opengaan van de dikke, kleverige knoppen. Omdat ze niet op alle zeven boompjes tegelijk ontluiken, houdt die vreugde -afhankelijk van de hoeveelheid voorjaarswarmte- wel een paar weken aan. Een aanblik waar je niet genoeg van krijgt; een plaatje bij Psalm 8.
Halverwege hun bestaan tot nu toe doemt een probleem op. Ze blijken aangetast door de kastanjemineermot, een beestje dat vanuit Macedonië via Oostenrijk en Duitsland oprukte naar Noord-Europa en naar onze achtertuin. Eerst is het schrikken: al in juli kleuren de bladeren deels bruin en voordat de herfst doorzet, laten de boompjes hun meeste blad vallen. Gevolgen voor groei of uitlopen in een volgend voorjaar heeft de vraat van de Cameraria ohridella echter niet, in tegenstelling tot de dodelijke kastanjeziekte die sinds kort ook binnen de grenzen is.
Kleintjes worden groot, en ik moet wat met m’n bomen. Eén poot ik in eigen tuin, waar hij komende jaren z’n gang kan gaan, tot de buren gaan klagen. Eén verhuist naar een liefhebber met een grote bostuin waarin gaten vielen door de sterfte van wat oude beuken. Hij geeft te kennen ruimte te hebben voor nóg een kastanje.
Mooi. Maar hoe vervoer je een boom van 2,5 meter plus pot zonder hem te beschadigen? Drie kilometer lopen met een kruiwagen lijkt me wat ver, hem doorsteken via het luikje in de achterbank van de auto is geen optie vanwege alle zijtakken. De oplossing is dichtbij: de fiets. Gewoon achterop, snelbinders over die grote pot. Een kar charteren voor één zo’n boompje lijkt me ook niks.
Nou, dat hebben we geweten. Probeer het voor de aardigheid eens uit, ik heb nog vier bomen in de aanbieding. Transporteer een kastanjeboom op je bagagedrager op een drukke zaterdagmiddag door een dorp vol slenteraars. M’n vrouw wil onderweg nog een paar boodschappen doen, zodat we een paar keer halt houden voor een winkel.
„Ga je je schoonmoeder een bloemetje brengen?”
„Koninginnedag is pas weer in april hoor!”
„Wat mensen al niet doen om aandacht te krijgen!”
„Mam, waarom heeft die meneer een boom op z’n fiets?”
Nee, de originaliteitsprijs gaat er die middag niet uit, maar grappig is het wel. Ik overweeg in elk geval één losse kastanjeboom aan te houden om er af en toe mee door het dorp te fietsen. Zó weinig is er nodig om de mensheid op te fleuren.
MAX
Er zijn nog geen reacties geplaatst.