Altijd een buitenbeentje? Welnee!
Toekomstige brugklassers leren op Eleoscursus omgaan met pestgedrag
„Hé kleintje, jij mag lekker niet meedoen.” Frank (11), klein van postuur, kan zich de scheldpartijen van zijn klasgenootjes nog goed herinneren. Volgende week gaat hij voor het eerst naar het voortgezet onderwijs. Of hij ertegenop ziet? „Het is een nieuwe start. Ik wil met alle macht voorkomen dat ik weer buiten de groep val.”
Moet ik hier zijn?” Een schuchter meisje kijkt om het hoekje van de deur. De oefenruimte van Eleos Zwolle, een gereformeerde hulpverleningsinstelling, is met elf kinderen bijna gevuld. Het zijn allemaal toekomstige brugklassers. Voordat ze de stap naar een nieuwe school maken, volgen ze een tweedaagse cursus die deze week voor het eerst van start ging: ”Plezier op school”. Met deze cursus probeert Eleos kinderen die op de basisschool werden gepest of verlegen waren een extra steuntje in de rug te geven.
Alette (12), een van de deelnemers, is zo iemand. Ze had op de basisschool weinig vriendinnen en hoorde niet bij de groep. „Ik ben op de basisschool blijven zitten. In de nieuwe klas speelde één meisje de baas. Zij bepaalde dat ik er niet bij hoorde. Ik kon niet tegen haar op. Op verjaardagsfeestjes sloot de groep me buiten en wilde niet met me praten. Toen ik zelf een feestje afzegde, was ik het haasje. Ik trok steeds meer naar iemand uit groep zeven. Dat was natuurlijk ook een verkeerde keus.” Alette wilde vaak niet meer naar school. „Ik verzon smoezen dat ik me niet lekker voelde. Ik voelde me ook erg somber. Naar school wilde ik niet meer.”
Ook Frank herkent het gevoel een buitenbeentje te zijn. „Ik ben nogal klein. Ik heb ook nog eens een klas overgeslagen, dus ben jonger dan de rest. Vaak kreeg ik het scheldwoord kleintje naar m’n hoofd geslingerd. Wat ik dan deed? Ik begon te schreeuwen dat ze hun mond moesten houden. Het is ook echt zo rottig, de hele groep tegen één.”
„Ik heb aan de ene kant zin om naar de nieuwe school te gaan, want dat is een nieuwe kans voor mij. Maar ik vind het ook erg spannend”, zegt Frank tijdens de cursus. „Volgens mij vindt iedereen zo’n eerste schooldag eng, zelfs de stoerste kinderen, zegt deelnemer Gert. Karin Harsevoort, hulpverlener bij Eleos, haakt daar gelijk op in. „Dat is nu een helpende gedachte. Wat je denkt is belangrijk voor hoe je voelt.”
Aan de hand van een schema legt ze de kinderen uit hoe belangrijk gedachten zijn. „Als jij denkt dat andere kinderen je toch niet aardig zullen vinden, dan voel je onzeker. Je durft daarom geen praatje aan te knopen met je klasgenoot. Het gevolg is dat jij helemaal alleen staat en dát wil je juist niet.”
Myrthe (12): „Misschien is het handig om te denken: Niet iedereen vindt mij aardig, maar er zijn vast ook mensen die mij wél aardig vinden.” Frank: „Als ze mij weer uitschelden voor kleintje, dan kan ik ook gewoon denken: Laat ze toch lekker.” De hulpverlener knikt. „Heel goed.”
Rug aan rug
Een zestal duo’s zit rug aan rug. „Ga maar een leuk gesprekje beginnen”, roept Karin. „Dat praat onhandig, ik kan je amper verstaan”, zegt Leo terwijl hij zijn hoofd opzij buigt om nog iets mee te pikken van wat zijn gesprekspartner zegt. Na een paar minuten mogen ze zich omdraaien. „Dit is fijner, maar nu moet ik de ander aankijken en dat vind ik lastig”, geeft Jantine aan.
De kinderen leren niet alleen elkaar goed aan te kijken en duidelijk te praten, ook leren ze contact te maken. Karin: „Stel je voor, je gaat in de pauze naar de wc en komt net iets later dan de rest buiten. Daar staan jouw klasgenoten in een groepje te praten. Hoe kom jij daarin?” Het is het oefenen waard. Lianne heeft er wat moeite mee. Ze loopt richting het groepje pratende deelnemers, zegt zachtjes hoi en blijft afwachtend staan. „Misschien kun je vragen waar de anderen over praten”, oppert Karin. Nog maar een keer proberen.
Omgaan met pesten en het interviewen van ex-brugklassers staat op het programma van cursusdag twee. Elma: „Op de basisschool heeft iemand mijn beste vriendin afgepakt. Die meiden keken me amper meer aan en praatten niet meer met me. Ik had aan het eind van het jaar niemand meer over. Dat pesten moet op de nieuwe school over zijn.”
<i> De namen van de deelnemers zijn om privacyredenen veranderd. Voor meer informatie over de cursus, die volgend jaar weer van start gaat, kun je contact opnemen met Karin Harsevoort. Tel: 038-4230300
Help, een nieuwe klas
Bedenk dat spanning bij nieuwe situaties hoort.
Probeer na te gaan of jouw negatieve gedachten kloppen. Als je positief denkt, zit je lekkerder in je vel en lukken je bezigheden beter.
Als je iets niet wilt, mag je nee zeggen. Je bent niet verplicht je nieuwe pen uit te lenen of voor iemand naar de kantine te gaan. Leg uit waarom je iets niet prettig vindt.
Negeer pesten of zeg duidelijk wat je ervan vindt. Voorkom dat je kwaad wordt of gaat huilen. Meld het gepest altijd bij je mentor.
Durf contact te maken met klasgenoten. Dat kan al door een simpele vraag als: Wat vind jij van het lesrooster? Stel open vragen, zodat de ander niet met een ja of nee klaar is.
Let op je houding als je je gespannen voelt. Adem door je neus in en via je mond rustig uit. Ontspan je spieren door armen, benen en nek even te bewegen.
Bron: Cursus Plezier op school