In vuur en vlam op de Eiffeltoren
Harmen Haag (16) vraagt verkering op 300 meter hoogte
PARIJS - „We krijgen toch wel een momentje samen, hè?”, vraagt Harmen Haag (16) als hij hoort dat hij de winnaar is van de P(a)rijsvraag. „Het is mijn droom om Lianne Bregman op de top van de Eiffeltoren verkering te vragen”, schreef hij de Magneetredactie.
Razendsnel vliegt het landschap voorbij. Harmen uit Capelle aan den IJssel en Lianne (14) uit Naaldwijk zitten in wagon 13 van de Thalys, richting Parijs. In de eerste klas is weinig meer te horen dan een zoemend geluid. Auto’s die op een parallel lopende Franse snelweg rijden, lijken stil te staan. Harmen: „Ze moeten toch ongeveer 120 kilometer per uur rijden.”
Harmen en Lianne zitten deze woensdagochtend sinds 7.54 uur in de trein richting de Franse hoofdstad. De twee zijn winnaars van de wedstrijd die Magneet samen met NS Internationaal organiseerde. Die stelde drie vipkaartjes voor de Thalys beschikbaar.
Van de 117 mailtjes en brieven die vorige week binnenkwamen, was die van Harmen de origineelste, zo oordeelde de jury. De inhoud was kort maar krachtig: „Het is mijn droom om Lianne Bregman op de top van de Eiffeltoren verkering te vragen.”
Het mailtje van Harmen was een impuls. „Zondag las ik het oproepje en maandag heb ik het mailtje gestuurd. Ik dacht dat het geen kans van slagen zou hebben en heb het dus aan niemand verteld”, vertelde hij voor de reis. Lachend: „En zeker niet aan Lianne.”
Drie uur en negen minuten na het vertrek uit Rotterdam rolt de trein langzaam binnen naast perron 8 van het Parijse station Gare du Nord. Harmen: „Wat is het hier druk zeg. Volgens mij is dit station wel iets groter dan Rotterdam Centraal.”
Kabouters
Voordat de twee verder kunnen reizen, schaffen ze kaartjes voor de metro aan. Een armoedig ogende vrouw schiet Harmen aan. „Do you speak English?” „No”, klinkt het beslist. „Tjonge, dat is al de derde bedelaar.”
Zeven roltrappen en diverse poortjes later staan Harmen en Lianne op het goede perron van de metro. Daarmee gaan ze naar de Eiffeltoren. Door de tunnel, die minstens 20 meter onder de grond ligt, waait een warme wind voorbij. Lianne: „Bah, het is heet en het stinkt hier.”
„Gigantisch, wat is-ie groot”, is de eerste reactie van Harmen als hij de Eiffeltoren ziet. Lianne: „En hoog zeg. We gaan toch wel met de lift naar boven?” Harmen: „Dat lijkt me een goed plan, want het is een forse klim.”
Op het ’voetbalveld’ tussen de vier poten van de toren aangekomen, besluiten de twee toch lopend naar boven te gaan. Harmen: „Bij de lift staat een enorme rij.”
De eerste tien treden van de lange trap zijn genummerd. Bij nummer 10 grijnst Harmen: „Nu hebben we nog maar een heel klein deel gehad.” Onder de voeten van de twee verdwijnt tree na tree. Langzaam worden mensen dwergen, later kabouters. Hijgend komen Lianne en Harmen na een kwartiertje klimmen aan op de tweede verdieping, 125 meter boven de grond.
Legopoppetjes
Een lift brengt het tweetal naar de hoogste verdieping van de Eiffeltoren. De kabouters verschrompelen tot het formaat van legopoppetjes. De twee slikken om de druk in hun oren te verminderen. Op 300 meter hoogte stappen Harmen en Lianne uit. „Wow, wat een uitzicht. Moet je zien hoe klein die mensen zijn”, roept Harmen uit. Vanuit de diepte klinkt een enkele sirene.
Het doel van de reis naar Parijs komt in zicht: Harmen wil Lianne verkering vragen, hier, op 300 meter hoogte. Hij krijgt ’zijn’ momentje samen.
Een heleboel momenten later -in werkelijkheid 20 minuten- komen de twee, hand in hand, stralend naar beneden. Harmen glundert: „Het is aan.” Lianne lacht blij. Voor haar kwam het aanzoek volkomen onverwacht. „Ik vroeg aan Harmen of we weer naar beneden gingen. Hij zei: Nee.” Harmen: „Toen heb ik het gevraagd. Hoe? Dat zeg ik liever niet.”
Lianne had geen vermoeden waarom Harmen de prijsvraag had gewonnen. „Ik dacht dat hij was uitgekozen omdat hij voor het eerst met mij uitging. Ik heb niet lang getwijfeld of ik zou meegaan. Het leek me té leuk om nee te zeggen. Ik was nog nooit in Parijs geweest en m’n werk in de kassen kon ik makkelijk afzeggen. Vriendinnen vroegen wel waarom ik vrij nam. Toen ik vertelde dat ik naar Parijs zou gaan, zeiden ze allemaal dat ze ook graag mee wilden.”
De terugtocht over de trappen van de toren gaat sneller. „Driehonderd, tweehonderdnegentig, tweehonderdtachtig”, leest Harmen voor terwijl hij naar beneden loopt. De legopoppetjes worden weer mensen. Een uur nadat de twee verkering kregen, staan ze weer met beide benen op de grond. Harmen: „Nu naar de rivier. Vanaf de rondvaartboot hebben we een mooi uitzicht op de stad.”
„Moet je daar zien”, Lianne wijst naar enkele wrakkige bouwsels onder een brug over de Seine. Harmen: „Zouden daar echt zwervers wonen?” De boot vaart verder.
Na het aanleggen duikt het tweetal de metro in. Richting de Arce de Triomphe, waar ook het Graf van de Onbekende Soldaat is. Een ”eeuwige vlam” flakkert in de inmiddels opgestoken wind. Lianne: „Zou die altijd branden?” Harmen: „Volgens mij wel. Dat zal wel aardig wat gas kosten.”
Chaos
Rondom het monument ligt een rotonde. De chaos regeert. Vier, vijf rijen auto’s persen over de vlakte waarop geen enkele streep is te zien. Onophoudelijk toeteren automobilisten. Een eenzame fietser manoeuvreert zich behendig tussen het blik door. Een zwarte Twingo en een groene Mini staan stil. Een flinke kras over de zijkant van de voorste is het bewijs van een onvrijwillige aanraking. Hand in hand genieten Lianne en Harmen van het tafereel. Harmen: „Ik zou hier nooit met een nieuwe auto gaan rijden.” Een vuurrode Ferrari raast voorbij.
Dieptepunt van de dag is de overhaaste terugreis door Parijs. „Toen we zo hard moesten hollen om de trein te halen”, zegt Lianne in de trein. Harmen: „Maar verder kan ik niets bedenken dat niet leuk was. Hoogtepunt voor mij was de Eiffeltoren. En natuurlijk dat Lianne ja zei.”
Lianne wist niets van de Magneetprijsvraag. „Ik bezorg de krant wel, maar lees ’m nooit. Gelukkig heeft Harmen de oproep gezien.” Lachend: „In het vervolg ga ik toch maar de krant lezen. Denk ik.”
Andere inzendingen
Een greep uit de andere aanmeldingen die binnenkwamen bij Magneet:
Aartine zag het wel zitten om haar verjaardag in Parijs te vieren.
Margaret wilde haar hoogtevrees op de Eiffeltoren testen.
Mathilde wilde kijken of ze in het Louvre een zelfportret zou kunnen vinden.
Denise schreef een gedicht van zeven coupletten dat besluit met: „Parijs, de stad van mijn dromen,/ ik hoop dat we er samen mogen komen.”
Jacco wilde graag (details van) de Thalys fotograferen.
Hermieke wilde met haar zus op stap, die maandag wordt geopereerd.
Reacties (3)
Siska correspondent | vrijdag 5 januari 2007 - 15:56 | ![]() |
aantal posts:163 | Erg origineel, maar niet romantisch! |