Skeelerend naar de camping
LUNTEREN - Fietsen van Lunteren naar Zeeland vond Ruben van Kooten (13) na vier keer „toch wel saai worden.” Deze zomer maakte hij de tocht, zo’n 250 kilometer, voor het eerst op skeelers. „Het was lekker weer, maar als het had geregend, was ik ook gegaan.”
Bestemming: „Sinds m’n zevende ga ik met mijn ouders en broertjes naar Aagtekerke op vakantie. Dit jaar stonden we op een familiecamping, maar de jaren ervoor waren we op camping Schoolzicht.”
Met wie: „Mijn vader en mijn broertje Arnoud gingen op de fiets mee. Voor m’n broertje was het de eerste keer dat hij meefietste. Mijn moeder en mijn andere broertjes kwamen met de auto naar Zeeland. Die zijn nog te klein om te fietsen, de jongste is net één jaar oud.”
Hoe: „Ik ging op mijn skeelers. Mijn spullen zaten achter op de fiets van mijn vader. Het is niet fijn om met een rugtas te skeeleren. Om de 30 kilometer rustten we even uit.
We zouden de eerste dag om 09.00 uur weggaan, maar mijn broertje had pech met zijn fiets. Daardoor kwamen we pas laat aan in Andel. We hebben daar in een blokhut geslapen.
De tweede dag vertrokken we om 08.00 uur richting mijn oom en tante in Goes. Dat was een afstand van 140 kilometer. We waren van plan een minder grote afstand af te leggen, omdat we in een blokhut in Huijbergen, vlak bij Bergen op Zoom, zouden slapen. Maar het was m’n vader niet gelukt die op tijd te reserveren. Ik weet niet precies hoe laat we in Goes aankwamen, maar het begon al donker te worden.
De laatste dag hoefden we pas om 11.00 uur te vertrekken, omdat we naar Meliskerke gingen, naar m’n opa en oma. Daar was mijn moeder ook. Samen gingen we met de auto naar Aagtekerke.”
Activiteiten: „Op de camping had ik geen zin meer om te skeeleren. Nee, ik was niet uitgeput, dat viel wel mee. Ik had niet veel geoefend, maar skeeler elke week wel een stuk.
We zijn op het strand geweest, want we waren er precies tijdens een hittegolf. We gingen ook veel naar familie, die woont bijna allemaal in Zeeland. M’n opa en oma hebben een boerderij. Het was oogsttijd, dus ik mocht meehelpen. Balen persen enzo.”
Hoogtepunt: „De vakantie en de reis waren allebei leuk. Stukken van Nederland die je nog nooit hebt gezien, zie je onderweg als je erlangs skeelert. Maar het allerleukste was dat ik niet naar school hoefde.”
Dieptepunt: „Was er niet.”