Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    Winst maken met troep

    Rijssense jongeren verdienen geld op rommelmarkt

    RIJSSEN - „Hoeveel kost dat?” „Drie euro.” „Dat is te duur, ik neem ’m mee voor twee.” „Is goed.” Ook deze zomer zijn er weer tientallen markten waarop mensen hun afgedankte spulletjes proberen te verkopen. Zo ook deze donderdagochtend op de rommelmarkt in Rijssen. Drie jongeren vertellen Magneet over hun handel.

    Jan Pijffers (15)

    Jan Pijffers

    Jan Pijffers

    Staat hier sinds: „Halfdrie. Toch was ik niet de eerste. Anderen stonden er al sinds gisteravond halftwaalf. Hoe ik de tijd ben doorgekomen? Af en toe een rondje lopen, een praatje maken en proberen te slapen. Dat is trouwens niet gelukt. Vanaf zes uur mocht ik de boel uitpakken. Er waren mensen die het al eerder deden, maar de politie stuurde hen weg.”

    Waarom op de rommelmarkt: „Het verdient goed en ik moet toch iets te doen hebben in de vakantie.”

    Duurste/goedkoopste product: „Het duurste wat ik heb is een hengel. Daar wil ik minstens 40 euro voor krijgen, dus ik zet in op 60 euro. De Donald Ducks zijn het goedkoopst, 0,10 cent per stuk.”

    Hoe kom je aan de handel: „Van thuis en ik krijg veel van een tante.”

    Opbrengst: „Vorige keer haalden we ongeveer 60 tot 70 euro binnen. Volgens mij gaat het vandaag ook wel goed. Ik heb vanochtend al een voetbaltafel verkocht voor 12,50 euro.”

    Kopen: „Ik heb al wat Donald Duckpockets gekocht, gewoon om lekker wat te lezen in de vakantie.”

    Over: „De rommel laat ik staan. De hengel neem ik mee als ik ’m niet kwijtraak. En die stapel Terdeges moet ook weer mee naar huis, m’n vader heeft ze nog niet allemaal gelezen.”

    Gerrinda van den Noort (14)

    Gerrinda van den Noort

    Gerrinda van den Noort

    Staat hier sinds: „Halfzes. Ik ben gebracht door mijn broer. Hij heeft alles uit de auto geladen en ik ben begonnen met het opbouwen van de kraam.”

    Waarom op de rommelmarkt: „Ik heb als hobby kaarten maken en dit is een goede manier om ervan af te komen en er wat mee te verdienen.”

    Duurste/goedkoopste product: „Ik heb hier een lamp waarvoor ik 5 euro vraag. Het goedkoopst zijn een paar glazen. Die kosten een dubbeltje per stuk.”

    Hoe kom je aan de handel: „De kaarten die ik verkoop, maak ik zelf. De skeelerkleding krijg ik van mijn broers omdat die hun niet meer past. En de rest van de spullen krijg ik van thuis mee.”

    Opbrengst: „Ongeveer 200 euro per keer. Hoe ik dat voor elkaar krijg? Vooral de kaarten lopen goed. Die kosten 1 euro en die prijs laat ik niet zakken, want dan zou ik verlies lijden. Niet alles blijft voor mijzelf. Het deel van het geld dat ik verdien met de verkoop van de skeelerkleren geef ik natuurlijk aan mijn broers.”

    Kopen: „Ik koop niets. Het is jammer om m’n geld aan rommel uit te geven. De vorige keer heb ik het geld mooi tijdens de vakantie besteed.”

    Over: „Alles gaat mee naar huis. Misschien verkoop ik het een volgende keer.”

    Daan Schippers (15)

    Daan Schippers

    Daan Schippers

    Staat hier sinds: „Kwart voor zes. Dat was laat doordat ik eerst kranten moest bezorgen, maar gelukkig hield een vriend van me een plekje voor mij vrij.”

    Waarom op de rommelmarkt: „Het is leuk om te pingelen. Iemand probeert iets goedkoper te krijgen dan ik vraag. Meestal geef ik toe. Ik wil de boel wel kwijt, want aan het eind van de ochtend laat ik de overgebleven spullen staan.”

    Duurste/goedkoopste product: „Voor een krat vol kranen wilden mijn broertje en ik 20 euro vragen. Maar iemand heeft ’m meegenomen voor 12,50 euro. Dat was een foutje. Ik zei „goed” toen hij 12,50 euro bood. Ik dacht dat hij er 15 euro voor over had. De Donald Ducks zijn het goedkoopst, die kosten 10 cent per stuk.”

    Hoe kom je aan de handel: „Ik heb spullen van m’n oma en een paar ooms gekregen. En thuis stond ook nog wat troep die ik kon verkopen.”

    Opbrengst: „Vorige keer haalden m’n broertje en ik samen 70 euro binnen. Met één ochtendje werken 35 euro verdiend. Mooi toch?”

    Kopen: „Ik ben vanochtend al even over de markt geweest. Ik heb een stapel Donald Ducks gekocht en een paar woordenboeken. Op één daarvan ben ik vergeten af te dingen. Geeft niet, het was toch al niet duur.”

    Over: „Alles wat ik niet heb verkocht, laat ik staan. Het is dit jaar de laatste keer en m’n ouders willen niet al die rommel in huis.”

    Er zijn nog geen reacties geplaatst.