Met een touw gewonde van flat halen
Anna (24): Ik ben klaar voor missie naar Uruzgan
SOESTERBERG - In haar woonkamer in Soesterberg staan haar plunjezakken al klaar. Volgende week vertrekt de 24-jarige Anna -„m’n achternaam mag van m’n commandant niet in de krant”- met een missie naar Uruzgan. Magneet ondervroeg deze militair.
Altijd al van een baan bij de landmacht gedroomd?
„Ik wilde een baan met veel afwisseling. Even net iets anders dan anders. Na mijn opleiding tot verzorgende -die ik deels aan het Hoornbeeck College in Amersfoort volgde- heb ik bij de landmacht de algemene militaire opleiding en daarna de opleiding voor sergeant gedaan. Mijn specialisatie verpleegkunde mocht ik in twee jaar tijd doen. Ik heb destijds een vijfjaarcontract getekend. Deze periode is al voorbij. Ik heb nu een verlenging van een jaar.”
Hoe heb je je op deze missie voorbereid?
„Van eind vorig jaar tot begin juni hebben we training gehad. We hebben onze medische en militaire vaardigheden -denk aan schieten, je moet je tenslotte kunnen verdedigen- extra ontwikkeld. We zijn bijvoorbeeld op oefening geweest, waarbij we hospitalen opbouwden en inrichtten. De basisreddingstechnieken zijn herhaald. Zo oefen je om een slachtoffer via touwen en een brancard van een flat af te krijgen. Ook heb ik de afgelopen maanden korte stages gelopen in een ziekenhuis, een verpleeghuis en op een ambulance.
Ik ben er nu klaar voor. Er is al een pakket met 40 kilo bagage onderweg. Hierin zitten bijvoorbeeld voor vijf maanden shampoo, boeken en dat soort spullen. Volgende week mogen we 20 kilo meenemen.”
Is dit je eerste missie naar het buitenland?
„In 2004 ben ik voor een halfjaar naar Bosnië geweest. Het spits is dus afgebeten. Natuurlijk was zo’n eerste missie spannend, maar ik stond er zelf nogal nuchter in. Mijn ouders wat minder. Zij namen afscheid alsof ik hen nooit meer zou terugzien. Zelf dacht ik: ’k ben er over een halfjaar weer.”
In de tussentijd kan er veel gebeuren.
„Wij zijn erop getraind hoe te handelen in levensbedreigende situaties. Ik ben niet zo’n negatieve denker. Ik zie ter plekke wel. Ik kan daadwerkelijk wat betekenen voor gewonde militairen. Medisch gezien sta ik niet machteloos. Tuurlijk kan het slecht aflopen, maar er staat Eén Iemand boven.”
Wat staat je in Uruzgan te doen?
„Eerst helpen we het hospitaal op te bouwen. Er komen bijvoorbeeld een spoedeisende hulp, een verpleegafdeling, een intensive care. Gewoon een ziekenhuis in het klein. Zelf werk ik op de verpleegafdeling. Er gaan in totaal zo’n zeven verpleegkundigen mee. Dat lijkt misschien weinig, maar we kunnen ook gebruikmaken van manschappen. Deze militairen meten bijvoorbeeld de bloeddruk of assisteren bij een katheterisatie.”
Waar zie je het meest tegenop?
„De warmte. Het is daar nu 40 tot 50 graden. Een aanval van insecten lijkt me ook geen pretje.”
Waar kijk je het meest naar uit?
„Naar post. Het is heerlijk om pakketjes te krijgen met brieven, kaartjes, snoep en noem maar op.”
Hoe ziet een zondag in Uruzgan eruit?
„Het is lastig je daarvan een voorstelling te maken. Ik neem prekenbandjes mee. En mijn ouders sturen elke week een bandje met de preek van de afgelopen zondag op. Het is nog niet duidelijk of er een legerpredikant meegaat. In Bosnië ging deze mee en bezocht ik de dienst.”
Heb je contact met het thuisfront?
„Brieven schrijven kan altijd. Over de mogelijkheid van telefoneren en e-mailen is nog weinig bekend. In Bosnië kon dit wel. Ach, tegen collega’s kan ik van me afpraten. Op sommige momenten is het lastig om ver van Nederland te zitten. Ik zat met Kerst in Bosnië. Toen had ik graag even thuis om het hoekje gekeken.”
Wie Anna tijdens haar missie post wil sturen, kan die richten aan: 400 Geneeskundig Bataljon, t.a.v. sectie OPZ (t.a.v. Anna), Postbus 650, 3850 AR Ermelo. Frankeer de brief als Nederlandse post.