Waarom bidden als je toch niet uitverkoren bent?
Waarom zou je bidden of God je wil bekeren? Als je niet uitverkoren bent, heeft dat toch geen nut? Dan word je toch niet bekeerd.
Wat kunnen er in het jonge hart verwarrende gedachten opkomen. Je eerste vraag is een goede: Waarom zou je bidden of God je wil bekeren? Het antwoord? Omdat God het wil. Onthoud dat eens voor altijd. De Heere wil dat we bidden om bekering.
Is het niet een wonder dat de Heere ons oproept om te bidden om bekering? Een wonder? Ja! Wat ziet de Heere op deze aarde? Allemaal mensen die Hem niet zoeken, allemaal mensen die de zonde liefhebben (Job 21:14, 35:10, Ps. 14:2-3, Rom. 3:10-18).
Nu heeft God in Zijn eeuwig welbehagen een weg uitgedacht dat zulke zondaren nog bekeerd kunnen worden. Daarvoor heeft Hij Zijn geliefde Zoon gezonden om te lijden en te sterven. Daarom kunnen we nog bekeerd worden. En nu mogen we daarom nog bidden. Dat is wat. De Heere geeft ons nog niet helemaal over aan de verlorenheid waarin we onszelf hebben geworpen. De Heere zegt onophoudelijk: Bid toch om bekering. Wendt u naar Mij toe, wordt behouden alle gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer (Jes. 45:22). Dat is Hij niet verplicht, maar de Heere wil ons nog zo welmenend en ernstig aanspreken. Hij zegt nog tegen ons: „Denk erom, je ligt verloren, zo gaat het niet goed, maar Ik wil nog zondaren bekeren. Je bent niet te slecht, belijd Mij eens eerlijk hoe zondig je bent en bid zonder ophouden om bekering. Ik ben gewillig om je te verhoren.”
Is deze God niet waard dat we onophoudelijk tot Hem bidden?
Een voorbeeld. Stel dat je oudere broer tegen je zegt: Als je je wiskunde niet snapt, mag je het rustig vragen hoor, dan wil ik je helpen. Wat zeg je dan? Ja maar, misschien heb je wel besloten om over vijf minuten weg te gaan, dan kan ik vragen wat ik wil, maar dan help je me toch niet. Dat zou je broer wel heel vervelend vinden, is het niet? Eigenlijk verdenk je hem dan. Kom, verdenk de Heere toch niet.
Kortom, je eerste vraag was goed. Maar je tweede vraag niet. Als zo’n gedachte in je opkomt moet je de Heere bidden om ervan verlost te worden. Want als je zo gaat redeneren, ben je heel dicht bij het moedeloze én goddeloze besluit om maar te stoppen met bidden. En dat kan toch niet?
Ds. J. M. D. de Heer
Heb jij ook een vraag over geloof, relatie of samenleving? Mail naar achterkrant@refdag.nl. of schrijf een brief naar Reformatorisch Dagblad.
Reacties (9)
adonai bezorger | dinsdag 20 februari 2007 - 19:30 | |
aantal posts:7 | @ Rianne: Amen! |