Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    Goochelen met Goldbergmachine

    Leerlingen Fruytier Rijssen bouwen sprookjesapparaat

    RIJSSEN - Gooi een balletje in de machine en plotseling knapt er een ballon, vallen er blokjes hout om en zo’n vijf minuten later begint een cd-speler spontaan te spelen. Een sprookje? De leerlingen van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Rijssen bewijzen het tegendeel met het bouwen van een Goldbergmachine. Gerben Engberts (15): „Het apparaat is per paardenkar naar school vervoerd.”

    Waarom makkelijk doen als het moeilijk kan? Dat lijkt de gedachtegang van de Amerikaan Goldberg. Hij bedacht de ingewikkeldste machines, bijvoorbeeld één die zonder menselijke inspanning een potlood slijpt.

    „Dat kunnen wij ook”, dachten de vmbo-3-leerlingen van de Fruytier. Samen met hun natuur- en scheikundedocent H. Averesch bedachten ze een plan om een machine van ruim 15 strekkende meter te maken. Maik Jansen (15): „De machine bestaat uit zes onderdelen. Elk onderdeel moet een beweging doorgeven aan het volgende onderdeel. De machine mag dus pas bij onderdeel zes stoppen.”

    Gerben loopt naar het eerste onderdeel. Floep, Gerben gooit een gele tennisbal in een plastic buis. Binnen een mum van tijd klinkt er een knal van het knappen van een ballon en klatert er water in een emmer. Uiteindelijk rolt de bal aan de andere kant van onderdeel één uit een plastic pijp en rolt hij door naar het volgende onderdeel.

    Maik, Gerben en Edwin zijn de ontwerpers van onderdeel één. De drie Vriezenveners kwamen gemiddeld zo’n twee avonden per week bij elkaar. „We werkten in een grote schuur bij ons thuis”, zegt Gerben. „Alle rommel die daar stond mochten we gebruiken. Ook de luchtdruktank, daarvan was een of ander motortje kapot. Voor ons was het apparaat nog bruikbaar.”

    In rap tempo legt Gerben een deel van de werking van de machine uit. „Als we de bal in de plastic buis gooien, valt deze op een gegeven moment tegen een schakelaar aan. Daardoor gaat er een luchtcilinder draaien. De houten plank waar de bal op rolt, zakt door de verminderde luchtdruk naar beneden. Zo valt het balletje nog een verdieping lager en geeft een mep tegen een autootje. Dat begint spontaan te rijden. Uiteindelijk knalt het autootje tegen een apparaat met een scherpe punt aan. En knal, de ballon die er achter is bevestigd, wordt lekgeprikt.”

    De Rijssenaren Johannes Poortman (14) en Patrick Dijkgraaf (15) hebben het vierde onderdeel van de machine uitgedacht. Beginnend met een pijpje, „daar valt het balletje dat uit het vorige onderdeel komt, uit.”

    Een katrol en een muizenklem zetten een knikker in beweging die een aantal houten balkjes omvergooit. Het laatste blokje valt tegen het volgende gedeelte van de machine aan. Patrick: „We wilden eerst een constructie bouwen met elektriciteitsdraden, maar dat lukte niet. Toen hebben we dit bedacht.”

    In de vmbo-3-klas zitten twee meiden, Arenda Dekker (15) en Daniëlle Timmerman (15). Welke constructie hebben zij gebouwd? Arenda, lachend: „Niks. Ik ben niet zo geniaal. Machines bouwen is niks voor mij. Wij hebben de organisatie van de presentatieavond voor onze rekening genomen.”

    Het was even de vraag met welke actie de machine zou eindigen. Docent Averesch: „Eerst dachten we aan een beweging waarbij het deksel van een mand met duiven een klap zou krijgen. Een groep wegvliegende duiven zou wel spectaculair zijn. Maar de machine staat binnen, dus dat gaat niet. Nu zet het zesde onderdeel van de machine een cd-speler aan. Deze laat een luidruchtig handengeklap horen.”

    Applaus voor de makers van de Goldbergmachine!

    Er zijn nog geen reacties geplaatst.