Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    Worstelen met de belastingaangifte

    GOES - IJshockey, graffiti, op je zeventiende je rijbewijs halen. Eigentijdse onderwerpen kwamen gisteren aan de orde tijdens het vmbo-examen Duits. „Dat was wel anders toen ik zelf examen deed”, herinnert docent C. B. Beeke zich.

    Een gat in het grijze wolkendek laat zonnestralen toe tot het Calvijn College. Eerder op de morgen plensde het. „Best wel sfeertje, dat geroffel op het dak van de gymzaal”, vinden Jojanneke Baas en Marianne Koster. Rillend komen ze uit de zaal. „Berekoud daar.”

    Dat houdt de hersens helder? „Nou, niet dus. Je hebt al je energie nodig om warm te blijven.”

    Al waren de onderwerpen in het examen Duits eigentijds, erg boeiend vonden ze de teksten niet. „Een beetje meer humor mag best.” Jacqueline, Elma en Bastine vonden het examen „écht heel makkelijk.” Waarbij „die tekst over die film” uitzondering op de regel was.

    Dat het goed te doen was, onderschrijft docent Beeke. In vergelijking met vorige jaren zaten er meer open vragen in het examen. „Sommige leerlingen vinden dat positief: bij meerkeuzevragen twijfelen ze sneller. Bij open vragen kunnen ze kwijt wat ze willen.”

    Bij vwo’ers werd de aardrijkskundige kennis getest. Marco, Joost en Leon tonen zich na afloop opgelucht. „We hadden moeilijker verwacht.”

    Thomas Luiten noemt migratie en mobiliteit het moeilijkste onderdeel. „Soms was de vraagstelling een beetje vaag. Maar we hebben in ieder geval niet voor niets geleerd: het was niet alleen een kwestie van vaardigheden, maar ook een test van je kennis.”

    Dat laatste onderschrijft docent drs. J. Karkdijk. „Een examen op goed niveau, evenwichtig verdeeld over de stof, vergelijkbaar met die van voorgaande jaren”, vat hij samen.

    Eén vraag vond Karkdijk bar flauw: voorspel het klimaat in Californië als het gebied 25 miljoen jaar lang naar het westen verschoven is. „Alsof het klimaat op de wereld in zo’n periode niet veranderd kan zijn.” Maar verder: „Vwo-examens zitten in de regel best goed in elkaar. De grootste bijstellingen zijn vaak in de havo-examens nodig.”

    Tevergeefs probeerde zijn collega van economie, A. P. Beekman, tijdens het vmbo-examen bij het toetsinstituut Cito meer duidelijkheid over een van de opgaven te krijgen. „Eerst werd de telefoon niet opgenomen, en toen ik uiteindelijk iemand te pakken had, wist die het antwoord niet.”

    De onduidelijkheid zat in het gedeelte van het examen -een derde deel- dat op de computer gemaakt moest worden. „We doen daaraan mee omdat het volgend jaar verplicht wordt. Het Cito zou dat beter moeten begeleiden, bijvoorbeeld door een docentenhandleiding mee te sturen.”

    De start van het computerdeel was voor leerlingen het grootste struikelblok. „De opgave over het aangifteprogramma van de belastingdienst kwam niet overzichtelijk op je scherm. En je wist heel niet wat je moest invullen”, vinden Rianne, Francisca en Jacobine. „Echt slecht. Niemand snapte wat je moest doen”, moppert Wijbrand Houmes.

    Die ene opgave bepaalde kennelijk wel de enquête die de leerlingen naar afloop invulden over de vraag of examen doen per computer een verbetering is. „Voor mij hoeft het niet, voor mij hoeft het niet, voor mij hoeft het niet, nou, dat zijn de meesten wel”, bladert Beekman door de stapel. Slechts een enkeling vindt het prettiger. Een nadeel is soms de beperkte ruimte naast het toetsenbord.

    Havoleerlingen deden gistermiddag wiskunde. „Nou, dat ging best aardig”, zeggen Erik en Gerson opgelucht. „De tentamens waren veel moeilijker, dus dat hadden we nu ook verwacht.”

    „Goed te doen”, is ook het oordeel van de vwo’ers over Nederlands. En van hun docent, M. A. Knook. „Heldere teksten. Positief was ook de boodschap erin: technische innovatie betekent niet per definitie een toename van de kwaliteit van het leven. Bij wat het welzijn wél vergroot, wordt ook religie genoemd.”

    Klik hier voor het dossier Examens 2006.

    Er zijn nog geen reacties geplaatst.