Geplaatst:11 mei 2006 09:27 - Gewijzigd: 11 mei 2006 09:27

Nederlandse bijen steken steeds minder

SCHIERMONNIKOOG (ANP) - De bijen in Nederland steken steeds minder. Dat komt doordat de agressieve Nederlandse zwarte bij steeds meer terrein verliest ten opzichte van de zachtaardige buckfast- en carnicabijen.

Het aantal imkers in Nederland neemt elk jaar met 1 à 2 procent af, mede doordat ze niet door iedereen gewenst zijn - omwonenden zijn bang gestoken te worden. Door het telen van nauwelijks stekende bijen hopen verschillende stichtingen, verenigingen en particulieren dat tij te keren, zei imker Gerrit Freije van de Stichting Carnicateelt op Schiermonnikoog woensdag. Overigens zijn ook de zachtaardige bijen soms gevaarlijk. „Elke imker weet dat je uit hun buurt moet blijven als het onweert.”

Nederland telt ongeveer 8000 imkers, met elk gemiddeld vier bijenvolken. Een volk kent ’s winters 15.000 à 20.000 bijen en ’s zomers 50.000 à 60.000. Daarmee zijn meteen nagenoeg alle bijen in Nederland genoemd. „Een bijenvolk heeft in Nederland altijd steun van een imker nodig, we hebben bijna geen wilde bijen meer. De natuur is daar te veel voor verschraald.”

In Duitsland heeft de teelt van minder stekende bijen al een veel hogere vlucht genomen. Vooral op de Duitse Waddeneilanden wordt het carnicaras geteeld. „Bijen kunnen niet heel grote stukken water oversteken, daardoor blijft het ras op een eiland zuiver.” Volgens Freije worden in Nederland daarom minder stekende bijen geteeld in Lemmer, tussen het Tjeukemeer en het IJsselmeer, en in Zeeland.

De carnicabij is zijn steeklust verloren doordat het ras uit Slovenië komt. Daar leefden de diertjes verscholen tussen de bergen, waardoor ze weinig natuurlijke vijanden kenden. De buckfastbijen zijn door de Duitse monnik Adam, die in een Engels klooster woonde, ontwikkeld door kruisingen. „Hij heeft daarvoor de hele wereld bereisd.”