Yord herfst logo
Home      Zoeken      
<p>Slideshow Katwijk</p>

Slideshow Katwijk

    Wrikken en laveren op de Kagerplassen

    Bootsman Jelmer: Zeilen is spannend

    „Klaar om te gijpen!” roept de 16-jarige bootsman Jelmer. De zes andere jongens aan boord van de zeilboot Auster, van de Katwijkse Zeeverkenners, duiken ineen. De giek scheert rakelings over de kruinen van de jongens. „Fok bak”, klinkt de stem van de bootsman. Bemanningslid Nick (13) trekt aan een touw, het voorste zeil klappert even in de wind. Direct daarna draait de boot keurig voor de wind en vervolgt zijn weg.

    De Katwijkse Zeeverkenners bestaan 75 jaar. De vereniging is een scoutinggroep op het water. Een week geleden voeren de ruim 30 leden, tussen 11 en 16 jaar, van de Dorus Rijkerswacht, een van de zes onderdelen die de vereniging rijk is, voor het eerst in dit seizoen uit op de Kagerplassen. Samen met de Welpen, tussen 7 en 11 jaar, van de Bestevaerhorde, in zeven zeilboten.

    Schipper Maarten Kreft (23), leider van de wacht, arriveert als eerste bij het clubhuis op deze bewolkte en winderige zaterdag. Hij duikt in het leidershok en komt even later uit de ruimte, gekleed in een blauwe blouse en met een blauwwit sjaaltje om zijn nek. Het officiële clubtenue. Hij loopt naar buiten, het terrein van de club op.

    Wrikken
    „Daar gaan we”, schreeuwt Bart. Langzaam komt het tjoekende vaartuigje dat de zeilboten naar de Kagerplassen moet slepen op gang. Erachter, als eendjes in een rij, hangen de zeven boten waarmee de baksleden en welpen deze zaterdag zullen zeilen. De leden aan boord van de zeilboten zakken achterover. Bemanningslid Bart op de Auster: „We moeten nog een uur varen voor we op de Kagerplassen zijn.” Bootsman Jelmer: „Daar kunnen we zeilen.”

    Jelmer is ongeveer vijf jaar lid van de Dorus Rijkerswacht. „Daarvoor was ik even lang lid bij de Welpen.” Waarom hij bij de Zeeverkenners zit? „Het is gezellig, ik maak er vrienden en het is leuk om samen op het water te zijn. Natuurlijk niet in een motorboot, zeilen is veel spannender.”

    Om zijn rang te halen moest Jelmer verschillende diploma’s in de wacht slepen. „Voor zeilen, roeien en wrikken. Bij dat laatste moet ik met een roeispaan de boot in m’n eentje voortbewegen. Hoe dat gaat? Ik sta achterin de boot en houd de spaan in de uitholling in het boord. Dan beweeg ik ’m heen en weer en de boot gaat vooruit.”

    De examens waren pittig, vindt Jelmer. „Ik moest een man-overboordmanoeuvre doen. Iemand viel in het water en ik moest ’m als bootsman redden zonder zelf in het water te springen. Ik moest de boot dan verder laten varen, scherp keren en het vaartuig precies naast de drenkeling stil laten liggen. Dan kon ik die in de luwte van het schip aan boord hijsen. Een ander onderdeel was het goed aanleggen zonder met de boot op de wal te botsen.”

    Zwaard
    Het goed aanleggen oefent bootsman Tim (16) met zijn bemanning in de Boreas op de Kagerplassen. Even daarvoor hebben ze instructies gehad. Het schip moet van de ene post naar de andere varen en steeds aanmeren. Tim commandeert: „Michiel, de landvast.” De aangesprokene gaat op het voordek zitten met een touw in zijn hand. Tim: „Fok los.” Alexander laat de fok zakken. Tim: „Gerard, het zwaard op.” Het bemanningslid trekt met een hendel de uitstulping in het midden van de boot aan de onderkant omhoog. Gerard: „Anders loopt de boot vast, omdat het hier ondiep is.”

    De boot mindert vaart. Op ongeveer een meter van de kant springt Michiel op de wal, draait zich vliegensvlug om en houdt met zijn voet de punt van het vaartuig tegen. De neus van de boot komt tot ongeveer 10 centimeter van de steiger, maar draait dan weg. Michiel haalt het touw door een ring op de kant en de boot ligt vast.

    Tegen de wind in moet het vaartuig naar de post aan de overkant, daarom moet de boot laveren. Tim: „We varen een zigzagkoers.” Bootsman Tim schreeuwt: „Klaar om te wenden!” Automatisch duiken de bemanningsleden ineen. Tim trekt aan een touw. De giek scheert rakelings over de hoofden van de jongens. „Fok los”, brult de bootsman. „Fok bak.” De wind laat de Boreas hellen. Het dolboord zakt. „Oeoeoeoeii”, gilt Gerard. „Dat ging net goed.” Bruisend laat de boot een spoor van witte bellen na.

    Reacties (1)

    hermen
    bezorger
    Quote bericht
    aantal posts:40

    he stelletje mafkezen overdrijven is ook een vak