Gerald Harbers -  7 apr 2006 14:30 - Gewijzigd: 7 apr 2006 14:30

Over bloeden en beademen

Leerlingen Witsiuscollege doen massaal EHBO-examen

BARNEVELD - „Is-ie al schoon?” Bernd kijkt benauwd naar de pop die hij moet gaan reanimeren. De examinator knikt. De tweedeklasser van het Witsiuscollege in Barneveld gaat door z’n knieën, hij vraagt: „Meneer, hoort u mij?” Geen antwoord. Bernd zet zijn mond op die van de pop en blaast.

Een leerling van het Witsiuscollege beademt een pop.

In de gang van het Witsiuscollege ligt een man. Op zijn gezicht zit een dikke klodder bloed. Naast hem ligt een omgevallen huishoudtrap. Een bezorgde man drentelt rondom het slachtoffer. Tientallen leerlingen staan in een grote kring om het tweetal heen. De bezorgde man vraagt: „Wie helpt hem?” Twee jongens en een meisje stappen, na enig aarzelen, op de twee toe.

…verbandje leggen…

„Meneer, hoort u mij?” vraagt een van de jongens aan het slachtoffer. Geen antwoord. „Hoort u mij?” Het blijft stil. „We leggen hem in stabiele zijligging.” De drie halen de omgevallen trap weg. Samen draaien ze de man een kwartslag zodat hij op zijn zij komt te liggen, met één hand onder het hoofd.

Ambulance
De 404 leerlingen van het Witsiuscollege in Barneveld deden donderdag EHBO-examen. Ze krijgen EHBO in plaats van gym omdat er geen zaal is waarin ze kunnen sporten. Daar zijn niet alle leerlingen even blij mee. Dick: „EHBO is leuk, helemaal dit praktijkexamen, maar ik heb liever gym.” Frans: „En ik heb het jeugddiploma voor de EHBO al.”

…bekneld onder busje…

In een lokaal ligt Aalt plat op de grond, Joanne houdt zijn voet vast. „Aalt heeft zijn been gebroken, nu gaan we dat ondersteunen.” Een derde leerling maakt van een deken een stevige rol. Joanne legt die langs het been van Aalt. Een examinator kijkt mee. „Ligt ie zo goed?” Joanne knikt. De examinator zet achter de drie namen van de leerlingen een v’tje. Dat betekent een voldoende voor het onderdeel.

Ook krijgen de leerlingen demonstraties te zien van onder meer de brandweer, het Rode Kruis en het Sigmateam, dat bij grote rampen in actie komt. De ambulance is vandaag niet aanwezig. Directeur Schotanus: „Die moest uitrukken naar een ongeval in Ede.”

…bebloed slachtoffer…

Buiten, op het schoolplein, staat een brandweerauto. Eronder ligt iemand. Brandweerman Van Veldhuizen: „Stel je voor dat je op weg naar school niet oplet bij een verkeerslicht, je wordt overreden door een auto en je raakt eronder bekneld.” Van Veldhuizen en twee collega’s demonstreren met opblaasbare kussens hoe zij zo’n slachtoffer bevrijden. „Met één kussen kunnen we 17.000 kilo 27 centimeter optillen.” „Wow”, klinkt de reactie van de leerlingen.

Brancardrace
Op het grasveld, grenzend aan het plein, dragen twee jongens een medeleerling tussen zich in. Een vierde zit erbovenop. Het viertal doet mee aan de brancardrace. Twee groepjes van vier moeten zo snel mogelijk naar een pion hollen en weer terugkomen. Dat gaat niet altijd even goed. Bij de tweede ronde valt de ’brancard’ op de grond en rolt de ’patiënt’ eraf.

Aan de rand van het veld staat een groep toeschouwers. Ze hebben het examen al gedaan. Henk-Jan verwacht dat hij geslaagd is. „Ik had allemaal v’tjes op m’n lijst.” Of hij ook in de praktijk hulp verleent als het nodig is? „Natuurlijk, óók bij een reanimatie, maar ik hoop dat ik zoiets niet hoef te doen.”