Gerald Harbers - 24 mrt 2006 15:09 - Gewijzigd: 24 mrt 2006 15:09

Zzzzzzzlapen

Corinda (18): Eerst lig ik een poosje op m’n buik

APELDOORN - Een derde deel van je leven lig je in bed. Slapend. Vannacht korter dan gewoonlijk, omdat de klok een uurtje vooruitgaat. De Nederlandse Vereniging voor Slaap-Waak Onderzoek organiseert vandaag voor het eerst de Nationale Slaapdag. In verschillende ziekenhuizen leggen deskundigen uit hoe het slaapproces in z’n werk gaat. Gaap. Drie jongeren vertellen over hun slaapgewoontes aan Magneet.

Naam: Corinda Rijfers (18) uit Barneveld.

Corinda Rijfers

Hoe laat: „Meestal ga ik tussen 22.30 en 23.00 uur naar bed.”

Welterusten: „Ik geef m’n moeder een nachtzoen en tegen m’n vader zeg ik: „Welterusten.””

Gewoontes: „Ik lees altijd uit m’n Bijbeltje en dagboek, daarna bid ik en soms lees ik nog even. Het hangt ervan af of ik een spannend boek heb.”

Slaaphouding: „Eerst lig ik een poosje op m’n buik. Daarna draai ik vanzelf op m’n zij of m’n rug.”

Dromen: „Ik kan me zelden ’s ochtends een droom herinneren. Behalve een spannende, maar als je aan het eind van de dag vraagt waar die over ging, dan weet ik het niet meer.”

Wakker: „Mijn mobieltje is m’n wekker, die gaat om 6.20 uur af. Meestal blijf ik nog vijf tot tien minuten liggen, het bed is zo lekker.”

Lig je wel eens lang wakker? „Zelden. Alleen als ik een heel intensieve dag achter de rug heb en me niet kan ontspannen.”

Uitslapen: „Op zaterdag blijf ik tot 8.00 of 9.00 uur liggen. Dat is twee uur langer dan normaal. Ik slaap zeker niet uit tot 12.00 uur. Daar word ik zo sloom van en dan is de helft van de dag al voorbij.”

Naam: Gert de Jong (13) uit Hendrik-Ido-Ambacht.

Gert de Jong

Hoe laat: „Tussen 21.45 en 22.00 uur ga ik naar boven.”

Welterusten: „Ik geef m’n ouders een kus op de wang en ik zeg: „Welterusten.””

Gewoontes: „Ik lees altijd uit een dagboek, daarna bid ik. Soms schrijf ik een stukje in een schrift. Iets bijzonders van die dag wat ik kwijt wil. Bijvoorbeeld een goed cijfer. En elke avond lees ik nog een kwartiertje in een boek.”

Slaaphouding: „Ik lig op m’n rechterzij. Met het gezicht naar het raam, naar de muur staren voordat ik in slaap val is zo saai.”

Dromen: „Ik droom wel, maar de volgende ochtend weet ik niet meer waar het over ging.”

Wakker: „De wekker staat op 6.30 uur. Ik ben meestal een paar minuten eerder wakker, zodat ik ’m op tijd kan uitzetten. Dan ga ik ook direct uit bed en maak ik de rest van de familie wakker.”

Lig je wel eens lang wakker? „Nooit. Behalve als er herrie buiten is door bijvoorbeeld vuurwerk.”

Uitslapen: „Absoluut niet. Ik word elke ochtend een paar minuten voor 6.30 uur wakker, dus ook op zaterdag en zondag. Meestal ga ik dan maar lezen.”

Naam: Janneke Visser (15) uit Capelle aan den IJssel

Janneke Visser

Hoe laat: „Doordeweeks ga ik rond 23.00 of 23.30 uur naar bed.”

Welterusten: „Soms zeg ik niks en ga ik. Andere keren zeg ik: „Ik ga naar boven.” En dan zeggen degenen die nog beneden zijn: „Doei.” Vroeger gaf ik een nachtzoen. Maar ik ben eroverheen gegroeid, denk ik.”

Gewoontes: „Voor ik ga slapen bid ik eerst. Daarna zak ik al snel weg.”

Slaaphouding: „Met m’n gezicht naar de muur. Het kussen ligt in het linkerhoekje, ik leg mijn hoofd ernaast, erop vind ik niet fijn.”

Dromen: „Vast wel. Maar ik kan ze me niet herinneren.”

Wakker: „Mijn mobieltje gaat doordeweeks om 7.00 uur voor het eerst af. Dan druk ik op de snooze-knop. Na vijf minuten gaat het mobieltje weer over. Meestal ga ik er dan om 7.30 uur uit. Dan heb ik dus zes keer op de snooze-knop gedrukt.”

Lig je wel eens lang wakker? „Soms op zondag, omdat ik dan weinig heb gedaan en niet echt moe ben.”

Uitslapen: „Ik hou ervan, maar het gebeurt weinig. Doordeweeks moet ik naar school en op zaterdag heb ik een baantje waardoor de wekker al om 8.00 uur afgaat.”