Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Wiebelende tonen bij jeugdfanfare

Christien Hop (14): Samen maak je een goed muziekstuk

„Eén, twee, drie.” Dirigent Ralph Peters van het jeugdfanfareorkest van muziekvereniging Juliana in Doornspijk onderstreept het tempo met z’n handen. De 22 koperblazers en 3 slagwerkers zetten in. De tonen van het Wilhelmus galmen door de oefenzaal in dorpshuis De Deel.

„Eén, twee, drie.” Dirigent Ralph Peters van het jeugdfanfareorkest van muziekvereniging Juliana in Doornspijk onderstreept het tempo met z\’n handen. De 22 koperblazers en 3 slagwerkers zetten in. De tonen van het Wilhelmus galmen door de oefenzaal in dorpshuis De Deel

Langzaam druppelen de leden van het jeugdfanfareorkest deze dinsdagavond de zaal binnen. Vrijwel allemaal met een koffer aan de hand. De bolling in die van Jacco de Jong (17) verraadt dat daarin een muziekinstrument zit. Hij klapt het deksel van de koffer omhoog. Daarin ligt een hoorn. Het lamplicht weerkaatst in het glanzende instrument.

De 17-jarige hoornblazer uit Nunspeet oefent -„sinds een jaar of zes”- elke week mee. „Het is leuk om samen te spelen. Ik ken de meeste leden vrij goed en het is altijd gezellig.” Altsaxofoniste Christien Hop (14) uit Hoge Enk, tussen Doornspijk en Elburg, vult aan: „We zijn met z’n allen hard aan het werk om iets moois te maken. Samen maak je een goed muziekstuk.”

Drie kasten, vol met bekers, aan de wand verraden dat de fanfare van de Doornspijkse muziekvereniging, bestaande uit een senioren- en een jeugdorkest, regelmatig in de prijzen valt. Maar aan het Nederlandse kampioenschap fanfareorkesten vandaag in Arnhem doen ze niet mee. Christien lacht: „Ik denk dat we daar niet goed genoeg voor zijn.”

Het jeugdorkest hoopt een prijs te winnen op een festival in Dinxperlo in mei. Daarom zet dirigent Ralph Peters er stevig de vaart in tijdens de repetitie. „Jongens we beginnen met koraal 31.” Alle leden slaan een klein boekje open en zetten dat op de standaard. Peters: „Eén, twee, drie.” Z’n hand gaat omhoog. De 22 koperblazers, verdeeld over verschillende blaasinstrumenten, zetten in. Een harmonieus geluid vult de zaal.

Ret-tet-tet-boem. Ret-tet-tet-boem. Slagwerker Martijn Finkers (16) slaat met twee stokken op de trommels en bekkens van het drumstel waarachter hij staat. In een strak ritme begeleidt de slagwerker het fanfareorkest. De muziek valt stil als Peters zijn handen opheft. „Jongens het gaat goed, maar het slagwerk moet iets sneller. Er staat ”allegro moderato” in het muziekstuk. Dat betekent dat het levendig moet.”

Opeens maakt de dirigent een kappende beweging. De instrumenten zwijgen. Een trompettist krijgt de aanwijzing „voller” te blazen. Peters: „Nu hoor ik wiebelende tonen” De dirigent krijgt een knik van de trompettist als antwoord. De handen van Peters slaan de maat alweer. Geconcentreerd spelen de orkestleden weer verder. De enige andere bewegingen zijn die van de vingers die de ventielen van de blaasinstrumenten indrukken en hier en daar een voet die het ritme zachtjes meetikt.

Geluidsoverlast

De orkestleden oefenen thuis regelmatig. Jacco: „Elke dag speel ik minimaal een kwartier tot een halfuur.” Het repeteren kan tot geluidsoverlast leiden. Christien: „Gelukkig wonen we in een vrijstaand huis, zodat de buren er geen last van hebben als ik op de saxofoon oefen. Maar ’s avonds speel ik niet vaak, want dan is iedereen thuis en vinden ze het niet prettig als ik dan speel.”

Moeilijk zijn volgens Christien en Jacco de hoge en de lage tonen. Christien wijst naar een ventiel op haar saxofoon. „Als ik heel laag moet spelen, moet ik die met de pink induwen, dat lukt bijna niet.” Jacco: „Voor mij zijn vooral de hoge tonen lastig. Dan slaat de hoorn over.”

Het tweetal heeft geen idee wat het kost om mee te spelen in het orkest. Christien: „Gelukkig betaalt m’n moeder het lesgeld.” De saxofoon huurt ze van de vereniging. Jacco speelt op een eigen instrument. „Ik schat dat de hoorn tussen de 2000 en 3000 euro kost.”

De twee zijn het snel eens over het mooiste muziekstuk van het fanfareorkest. Jacco: „”Ben Hur”: daarin komen alle instrumenten aan bod. Samen met vier slagwerken klinkt dat heel massaal.” Christien: „Een ander mooi stuk is ”Monsters&Co”. Dat klinkt lekker actief met een vrolijk deuntje.”

Christien en Jacco kwamen op verschillende manieren bij het jeugdfanfareorkest. Jacco speelde eerst anderhalf jaar mee bij een vereniging in zijn woonplaats. „Maar daar was het minder gezellig dan hier. Ik kende niemand omdat iedereen direct na de repetitie weer naar huis ging. Een oom tipte mij over deze vereniging.” Christien: „Een vriendin van mij speelde saxofoon en vroeg of ik een keer meeging naar de les. Dat heb ik gedaan en ik was verkocht.”

Reacties (1)

Harry
bezorger
Quote bericht
aantal posts:1

nou het lijkt mijn ook heel erg gaaf zeg sososososososososososo!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!1