„Jongeren denken positief over hun kerk”
Manou, Mariët en Nienke doen onderzoek naar kerkverlating
BUNSCHOTEN - Stel, je bent 17 jaar, gaat elke zondag trouw tweemaal naar de kerk. En je krijgt de vraag voorgelegd: Ga je over tien jaar nog naar dezelfde kerk? Of, ga je als je 27 bent überhaupt nog naar de kerk? Wat is jouw antwoord dan?
Tuurlijk, zal de een op bovenstaande vragen antwoorden. Een ander zegt: Dat hangt af van de kerk waar mijn toekomstige vriend of vriendin naartoe gaat.
Mariët Ruiter, Manou Maarhuis en Nienke Wieldraaijer legden voor een profielwerkstuk van hun school -het christelijke Griftland College in Soest- 142 mensen uit verschillende kerkgenootschappen diverse vragen voor. Van hen waren er 87 jonger dan 21 jaar. Op deze manier wilden zij onderzoeken hoe de jeugd over de kerk denkt. Om de geschiedenis erbij te betrekken, heeft het drietal ook ouderen -tot en met 92 jaar- geďnterviewd.
Waarom de keus voor dit onderwerp? Manou, Nienke en Mariët kijken elkaar aan. „Tja, waarom eigenlijk”, peinst Nienke. Mariët steekt van wal. „In mijn kerk -de hervormde gemeente in Bunschoten- loopt het ledenaantal behoorlijk terug. Uit navraag blijkt dat dit in andere gemeenten ook voorkomt. Ik vond dit duidelijk een thema waar ik meer over wilde weten.” Nienke -lid van de gereformeerde kerk in Eemnes- voelt hierin mee. Ook de onkerkelijke Manou is ervoor te porren. „Ik merk dat mensen op zoek zijn naar rust en geborgenheid. Vooral in een tijd waarin terrrorisme dreigt. Het leek me interessant om de rol van de kerk hierin te onderzoeken.”
Geen zin
De belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn volgens Mariët dat ouderen meer uit vanzelfsprekendheid naar de kerk gaan, terwijl jongeren dit vaker uit behoefte doen. Nienke: „Als jongeren geen zin hebben om naar de kerk te gaan, blijven ze vaak thuis.”
Het drietal peilt ook hoe jongeren en ouderen tegen hun kerk aankijken. Daaruit blijkt dat in totaal 72 procent van de jongeren positief is over zijn of haar kerk, tegenover 61 procent van de ouderen. Ook geven jongeren aan over het algemeen tevreden te zijn met wat hun kerk voor hen organiseert.
Zo’n 8 procent van de jongeren zegt ronduit negatief te zijn over zijn -niet nader aangegeven- kerkelijke gemeente. De reden is vooral de geringe aandacht voor jongeren. Nienke noemt als voorbeeld: „Geen speciale jeugddiensten, of het vasthouden aan de Psalmen.” Van de ondervraagde jongeren uit de gereformeerde gezindte -de kerkelijk achtergrond van de geďnterviewden varieert van Bijbelgetrouw tot vrijzinnig- is 83 procent tevreden over hun kerk. Nienke herkent zich daarin. Bij haar in de kerk wordt er voldoende voor de jeugd georganiseerd, zegt ze. In tegenstelling tot wat de hervormde Mariët ervaart. „Graag zou ik een jeugddienst willen, maar daarover bestaat in onze gemeente veel onenigheid.”
De meiden geven aan dat zij het zorgelijk vinden dat twee derde van de jongeren denkt dat de kerk zal leeglopen. De meesten verwachten een terugloop van het aantal leden van de traditionele kerken en een groei bij de evangelische gemeenten. „Maar de kerk verdwijnt nooit”, geeft Mariët vastberaden aan. Veel ondervraagden geven ondanks het sombere perspectief aan dat zij hoop hebben voor de toekomst omdat zij op God vertrouwen.”
Welk resultaat is het drietal het meest bijgebleven? Mariët: „Dat zo veel jongeren enthousiast zijn over hun kerk.”
Er zijn nog geen reacties geplaatst.