Een interview, met….
Een interview met Maria van der Hoeven, minister van onderwijs. Een aantal vragen aan de grote baas van het onderwijs, hoe denkt zij over ons en hoe ziet zij de scholen ontwikkelen. Jullie (lezers Spuigat) wilde die vragen weten. Hier komt het antwoord van de baas zelf. Lees en huiver….
1. Een tijdje geleden waren er geluiden vanuit de politiek dat alle scholen openbaar (gelijk stellen dus geen onderscheid meer in christelijk en openbaar) zouden moeten worden. Als dat plan er door komt, wat gaat er dan precies veranderen?
Als het aan mij ligt, gaat dit nooit gebeuren! Ik vind vrijheid van onderwijs iets waar we trots op mogen zijn. Het is zó belangrijk dat kinderen en ouders zelf een school kunnen kiezen die bij hun past, of die nou openbaar, christelijk, hindoestaans of islamitisch is. We zijn niet allemaal hetzelfde en de scholen hoeven dat dus ook niet te zijn. Maar ik vind het wél heel belangrijk dat elke school midden in de samenleving staat. Een school mag nooit een eiland worden, want elke school is onderdeel van een groter geheel. Van Nederland.
2. Hoe ziet u de toekomst van de Nederlandse middelbare scholen?
Dat is een hele interessante vraag. Ik zie dat er veel wordt nagedacht over hoe het onderwijs beter, interessanter en afwisselender kan. Er wordt steeds meer gekeken naar wat belangrijk is voor de leerling, voor jullie. Ik denk dat over een tijdje minder vaak klassikaal les gegeven wordt, maar juist meer in een groep, met de leraar als begeleider. Er wordt vaker met de computer en internet gewerkt en er zal meer aandacht komen voor de praktijk. Door meer praktijk in de school te halen zie je wat datgene wat je leert voor nut heeft in het dagelijkse leven. Het wordt steeds duidelijker dat leren niet alleen in de schoolbanken gebeurt, maar ook daarbuiten. Daarom vind ik de maatschappelijke stage ook zo belangrijk; dat betekent dat je een tijdje vrijwilligerswerk gaat doen. Een toneelstuk spelen voor mensen in een verzorgingshuis, trainen op de voetbalclub, volwassenen helpen om te leren internetten; het kan echt op allerlei manieren. Het maakt je betrokken bij anderen mensen, het is heel leerzaam en gewoon ook harstikke leuk! Ik zie de toekomst van het onderwijs vol belangstelling en met een positief gevoel tegemoet.
3. Heeft u een leuke tijd gehad op de middelbare school?
Ik vond mijn middelbare schooltijd fantastisch! Ik vond leren al van jongs af aan leuk. Dat is ook te danken aan de goede en enthousiaste leraren die mij stimuleerden om verder te gaan leren. En dat was in die tijd voor een meisje helemaal niet zo gebruikelijk. Dat kun je je nu bijna niet meer voorstellen…
Ik denk er dus vaak met veel plezier aan terug!
4. Wat is uw visie op de jongeren van nu?
Ik ontmoet door mijn werk veel jonge mensen. Als ik scholen bezoek en met jongeren praat, valt me op dat ze heel mondig zijn en meer durven zeggen dan wij vroeger. Ze durven kritische vragen te stellen, en dat vind ik goed om te zien. Want als je respectvol met elkaar omgaat, mag je ook best af en toe stevig uit de hoek komen. Ik zie dat jongeren heel veelzijdig zijn, enorm snel kunnen schakelen. Dat komt misschien ook wel door MTV, internet, de veranderingen in de muziek, mode: alles gaat sneller en je krijgt tegenwoordig veel impulsen en informatie tegelijk. Daar gaan jongeren goed mee om. Ik denk dat het belangrijk is dat jongeren zich zoveel mogelijk blijven ontwikkelen, in het hoofd en in het hart. Of je nou op het vmbo of het gymnasium zit, in Amsterdam of Veenendaal: onderwijs biedt een stevige basis voor je latere leven. Ik hoop dan ook dat jongeren niet alleen veel leren, maar ook genieten van deze tijd en zichzelf ontwikkelen tot leuke, sociale, vaardige en creatieve mensen!
5. Welke bijbeltekst spreekt u aan en waarom?
Een tekst die mij raakt is Korinthiers 13, het verhaal van Paulus over geloof, hoop en liefde. ’De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen, zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe. Zij is niet blij over ongerechtigheid, maar zij is blij met de waarheid. Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij. De liefde vergaat nimmermeer.’
Dit komt meteen aan in het hart, het zegt voor mij precies waar het om draait. Ik probeer er naar te leven en mijzelf voor te houden dat je elke dag een keuze hebt: leven en handelen uit angst of liefde. Als je voor de liefde kiest stel je vertrouwen in mensen, gun je ze de ruimte, heb je respect voor elkaar. Die liefde krijg je ook weer terug. En zo kom je in het leven veel verder!
Het leuke was dat ik eigenlijk maar vier vragen mocht stellen, van de woordvoerder van de minister. Gelukkig heef de minister de vijfde vraag ook beantwoord. Ik kan verklappen dat in de volgende schoolkrant weer een bekend iemand zijn visie op het onderwijs zal geven. Wie….. dat lees je in de volgende schoolkrant.
DB
Met de hartelijke dank aan Meneer Korevaar en meneer den Hartogh.
Er zijn nog geen reacties geplaatst.