Petra Jongeneel - 10 feb 2006 10:32 - Gewijzigd: 10 feb 2006 10:32

„SGP-jongeren moeten niet te grote broek aantrekken”

Pas ging hij Rotterdam-Zuid in. Om te peilen hoe mensen het vonden om in deze onveilige wijk te wonen. Ook is hij van plan Gevangenenzorg Nederland te bezoeken. Om het tbs-stelsel van dichtbij te toetsen. Zaterdag is hij betrokken bij de SGP-jongerendag in Utrecht. „We moeten kiezen voor kwetsbaren.”

Al jong was hij in de politiek geïnteresseerd. Toen Geert Schipaanboord (20) op de middelbare school zat, verslond hij de kranten en volgde de ontwikkelingen in de politiek. „Ik was echt geen einzelgänger. Andere leerlingen vonden de politiek ook leuk.” Zodra hij de mogelijkheid had, smulde hij op de Haagse publieke tribune van debatten in de Tweede Kamer.

Een overstap naar de SGP-jongerenorganisatie lag in de verwachting. Sinds twee jaar zit de student geschiedenis in de commissie binnenlandse zaken, een van de vijf commissies binnen de sectie politiek. „Waar wij ons warm voor maken? Voor thema’s als verkeersveiligheid, asielbeleid en bestuurlijke vernieuwing. We volgen het nieuws hierover goed, schrijven daarover op onze website, maken persberichten, doen werkbezoeken, noem maar op.”

Het werk hiervoor valt volgens Geert goed te combineren met zijn studie aan de Universiteit van Leiden. „Zo’n zes uur per week ben ik met het SGP-werk bezig. Alhoewel, deze week is het elke dag raak. Maar dat komt door de bezigheden voor de SGP-jongerendag. Maar je krijgt er dan ook een behoorlijke dosis ervaring voor terug. Bij de studie geschiedenis promoten ze deelname aan besturen en commissies. Dus verloren tijd is het absoluut niet.”

Geert houdt van diepgaande debatten met inhoud. „Het moet echt ergens over gaan. Niet over drie cijfers achter de komma. Ik zou bijvoorbeeld D66-fractievoorzitter Van der Laan graag eens willen spreken over haar antireligieuze houding.”

Is het werk van de SGP-jongeren geen druppel op de gloeiende plaat? „Absoluut niet”, vindt Geert. Al is de partij niet groot, we hebben wel wat te zeggen. Alleen moeten we niet een te grote broek aan willen trekken. Maar we hoeven ons niet te schamen als we achter de Boodschap staan.”