Op jacht naar hackers en virussen
Internet is een wijde wilde wereld voor mensen met ongure bedoelingen. Er wordt niet alleen veel troep op geplaatst, er wordt ook ingebroken om informatie te stelen en er worden virussen losgelaten die computers bespringen en er een ravage aanrichten.
Er is dan ook grote vraag naar digitale rechercheurs. Zij beveiligen informatiesystemen en netwerken tegen aanvallen van buitenaf: hackers en virussen. Bovendien bestrijden de rechercheurs computerfraude door onderzoek te doen en bewijzen tegen digitale criminelen te verzamelen. Een rechercheur kan vervolgens optreden als getuige-deskundige.
De kans op een baan is groot, zegt opleidingsmanager S. Vinke van roc ASA. „Maar niet zo groot dat elke hogeschool hiervoor nu maar een opleiding moet beginnen”, beklemtoont hij direct. Volgend jaar starten opleidingen aan de roc’s Nijmegen, Eindhoven, Friesche Poort in Leeuwarden, Alfacollege in Groningen en Zeeland in Vlissingen. „We hebben deze scholen zorgvuldig bij elkaar gezocht, gespreid over het land. Als er nu een hype zou ontstaan en andere hogescholen beginnen er ook mee, wordt de markt overvoerd. Dat is een beetje mijn zorg. Volgend jaar zijn er zes opleidingen; dat is echt voldoende.”
„We zoeken het speurneustype: heel erg nieuwsgierig, een beetje wantrouwig.”
Ethiek
Het programma van het zestal is identiek, al kan de didactische aanpak per hogeschool verschillen. Kandidaten moeten minimaal vmbo op niveau 4 doorlopen hebben, bij voorkeur met het vak wiskunde.
De opleiding duurt vier jaar en bestaat volgens Vinke „voor 70, 80 procent uit ict-vakken. Daarnaast is er een brok juridische kennis, misschien saai, maar het is echt nodig. We proberen het heel praktijkgericht te brengen, in de vorm van casussen. We doen ook veel aan bedrijfsoriëntatie en aan kennis van het Nederlands en het Engels.”
Ethiek is eveneens een belangrijk onderdeel. „Wij zijn een christelijk roc. Het kweken van ethisch bewustzijn is een van de doelen van het vak godsdienst. Op de andere hogescholen zal dat vanuit juridische hoek worden bijgebracht. Voor dit beroep is dit bewustzijn heel belangrijk: waarheidsvinding, het proportionaliteitsbeginsel -bij een klein probleem moet je niet het sterkste middel uit de kast halen- en het eigen gedrag van leerlingen: zij kopiëren ook wel eens muziek of film, maar dat kan dus met hun toekomstige beroep niet samengaan. Onze studenten zijn jongeren van deze tijd, maar ze moeten leren dat de meest uitdagende dingen soms echt niet door de beugel kunnen.”
Alle studenten krijgen een intakegesprek. „Meestal met één man, maar voor deze opleiding met twee: bij de gesprekken met de veertien cursisten die in september aan de studie zijn begonnen, was ook een oud-rechercheur aanwezig.”
Vanaf het tweede jaar gaan de leerlingen op stage: eerst naar een ict-bedrijf, later naar de dienstverlenende sector en in het laatste jaar echt in het beroep dat ze later willen gaan uitoefenen.
Waakhond
Toekomstige werkgevers kunnen banken en verzekeraars zijn of ict-bedrijven en particuliere recherchebureaus. Ook de overheid biedt banen, bijvoorbeeld bij de Opta, toezichthouder voor de telecomsector. De politie heeft eveneens een groot tekort aan digitaal rechercheurs.
Wie kiest voor dit vak, moet eerlijk zijn, zegt Vinke. „We zoeken het speurneustype: heel erg nieuwsgierig, een beetje wantrouwig. Een digitaal rechercheur moet in teamverband kunnen werken. Hij moet ook stevig in zijn schoenen staan, want hij zal niet alleen naar buiten toe, maar ook binnen het bedrijf vaak als waakhond fungeren: welke sites worden er bezocht en hoeveel tijd besteden collega’s aan chatten en privémail. Het recherchewerk is dus niet altijd gemakkelijk.”
Er zijn nog geen reacties geplaatst.