„Kanker is niet besmettelijk”
Job Born (19) ervaart Gods leiding tijdens chemotherapie
Donderdag 12 januari. Die dag stuurt de huisarts Job Born (19) uit Brakel door naar het ziekenhuis. Diezelfde middag stelt de uroloog de diagnose vast: zaadbalkanker. „Als je dat hoort, staat de wereld toch even stil.”
Een dag na de diagnose, vrijdag 13 januari, wordt Job al geopereerd. ’s Ochtends maakt de eerstejaarsstudent informatica nog een tentamen. Job: „Gelukkig heb ik daar een voldoende voor gekregen.”
Rond 11.45 uur gaat Job die vrijdag het Groot Ziekengasthuis in Den Bosch binnen. Een kwartier later ligt hij op de operatietafel. „Bang was ik niet. Achteraf dacht ik: „Dat kan toch niet?” Ik was nooit eerder geopereerd. Ik zie het als Gods leiding dat ik op Hem kon vertrouwen. Ik kreeg die rust van boven.”
De vorm van kanker die Job heeft, is zeer agressief. „Het groeit vreselijk snel.” Dat blijkt uit onderzoek de maandag na de operatie. „Er zijn uitzaaiingen naar een van mijn longen en naar de lymfeklieren bij mijn nieren. Hoe je dan reageert? Redelijk kalm. Ik werd niet bang of zo. Ik vertrouw op God dat Hij ervoor zorgt dat ik beter word.”
Direct na het gesprek met de arts kan Job met al zijn vragen terecht bij de verpleegkundigen in het Bossche ziekenhuis. Alles wordt uitgelegd. „Ze vertellen wat er staat te gebeuren. Zoals de chemotherapie. Welke middelen ze daarbij gebruiken en hoelang dat gaat duren.”
In totaal moet Job vier keer een chemokuur volgen. „Ieder van drie weken. De eerste week lig ik in het ziekenhuis, de twee weken daarna moet ik er ’s maandags naar toe.” Via een infuus worden de drie verschillende medicijnen ingebracht. Samen moeten ze de celdeling stoppen waardoor de kanker hopelijk niet verder woekert. „Daarna krijg ik enorm veel water toegediend. Door de chemokuren komt er veel afval in het bloed die de nieren kunnen beschadigen als ze niet genoeg vocht krijgen.”
Steun
De omgeving reageerde volgens Job vrij geschokt. „Vrienden zeggen: „Dat kan mij ook overkomen.” Vandaag was ik op school. De klasgenoten waren wel een beetje stil.”
Veel mensen vinden het moeilijk Job aan te spreken. „Maar ik ben gewoon dezelfde Job gebleven. Kanker is niet besmettelijk. Aan de andere kant kan ik me wel voorstellen hoe ze zich voelen. Ik zou zelf ook niet goed weten wat ik moest zeggen.”
In een grote schaal onder tafel in de huiskamer liggen honderden kaarten. Job: „Alleen in deze eerste twee weken heb ik er al 250 gekregen.” Zijn moeder houdt de oogst van vandaag omhoog, tien stuks. Job: „Ik sta versteld van het aantal verschillende Bijbelteksten en gedichten op de kaarten. Mensen zoeken echt iets speciaals op en schrijven dat ze voor me bidden. Ook op de website Refoweb, waarop ik heb geschreven wat me is overkomen, staan enorm veel reacties. Dat geeft mij steun.”
De meeste steun put Job echter uit de Bijbel. „Vorige week las ik in mijn dagboekje over Jozef die naar Egypte moest gaan en uiteindelijk niet kwaad was. Het was Gods leiding. Zo zal Hij ook wel een bedoeling met deze ziekte in mijn leven hebben.”
Job wordt naar eigen zeggen door de ziekte stilgezet. „Zo van: Let even op. Ik was druk met veel andere dingen zoals het halen van m’n rijbewijs.” Nu maak ik me daar minder druk om.”
Celdeling
Bij de pakken neer gaan zitten is Job niet van plan. „Ik probeer, voor zover dat gaat, zo gewoon mogelijk te leven. Vandaag (afgelopen dinsdag, red.) ben ik weer naar school geweest. Zondag heb ik een kerkdienst gevolgd.”
Job ervaart hulp van boven. „Tot nu toe ben ik nog geen kilo afgevallen en hou ik mijn eetlust. Ik heb ik me niet beroerd gevoeld, de antimisselijkheidsmedicijnen werken blijkbaar goed.”
Wat de 19-jarige student nog te wachten staat is onduidelijk. „Nu eerst de komende drie maanden de chemokuren. Daarna zien we wel verder. Ik weet wel dat binnen een paar weken mijn haren eraf vallen. Doordat de medicijnen de snelle celdeling tegengaan, groeien die voorlopig ook niet meer.” Volgens de artsen is de kans op genezing 60 procent. Job twijfelt niet aan de uitslag. „Ik vertrouw op God.”
Wereldkankerdag
Kanker stopt niet bij grenzen. Medici, patiënten en overheden moeten volgens de Verenigde Naties samen vechten tegen de ziekte. De VN-organisatie IUCC, Internationale Unie tegen Kanker, organiseert jaarlijks op 4 februari de ”Wereld Kankerdag” om aandacht voor de ziekte te blijven vragen.
Wat moet ik zeggen?
Veel mensen vinden het moeilijk hoe ze een kankerpatiënt moeten aanspreken. Enkele tips van Job:
Als je niets weet te zeggen, zeg dat dan.
Doe normaal, iemand met kanker is niet anders.
Een kaartje is fijn, al is het maar dat er „Sterkte” op staat.
Reacties (3)
esther bezorger | maandag 6 februari 2006 - 12:22 | ![]() |
aantal posts:2 | hel veel sterkte in de toekomende tijd ik wens je veel betersgap toe en hopen dat god je weer genezen kan!!!!!!!!!! |
ik bezorger | dinsdag 7 februari 2006 - 16:55 | ![]() |
aantal posts:5 | heey ik vind het erg voor je fijn dat je zo gelooft dat god je helpt |
ForLife journalist | vrijdag 26 juni 2009 - 17:33 | ![]() |
aantal posts:2239 |
ik
bezorger schreef op dinsdag 7 februari 2006 - 16:55 heey ik vind het erg voor je fijn dat je zo gelooft dat god je helpt
|