Anja en Edwin leven in 4703
„We praten wisselend Chinees en Nederlands”
EINDHOVEN - Het is bijna 4703, het jaar van de hond. Toekomst? Nee, voor de Chinezen is het zondag zover, ze vieren Chinees Nieuwjaar. Anja Ong (17) en haar broer Edwin(15) uit Eindhoven doen niet mee. „Toch voel ik me íetsje meer Chinees dan Nederlander.”
Anja spreekt met een onmiskenbare Brabantse zachte ’g’ aan de telefoon. „U moet bij restaurant Kanton zijn. Dat is van mijn ouders.”
Behalve de Nederlandse roepnamen hebben Anja en Edwin een Chinese voornaam. Anja: „De mijne is: Cheong-Yan. Wat dat betekent? Even aan m’n moeder vragen.” In razendsnelle kelige klanken spreken moeder en dochter met elkaar. Anja: „Cheong-Yan kun je niet echt letterlijk vertalen, het is min of meer: ”Prijzen en dank”.” Edwin: „Mijn tweede naam is: Wing-Jung. ”Eeuwig evangeliseren”.”
De Chinese voornamen wijzen op de christelijke achtergrond van de twee. Edwin: „Elke zondag hebben we een kerkdienst.” Anja: „We geloven dat God ons helpt bij alles wat we doen.” Volgens de twee zijn er in Nederland weinig Chinezen van christelijke afkomst. Anja: „Elke zondag komen vijftig tot zestig mensen naar de dienst. Terwijl er honderden in Eindhoven moeten wonen, want er zijn alleen al in deze stad meer dan vijftig Chinese restaurants.”
Karakters
De twee vieren het Chinees Nieuwjaar niet mee. Anja: „Op het feest dat maandag wordt georganiseerd, komen vooral volwassenen en weinig vrienden van ons.” Ook op 1 januari vieren de twee geen feest. Geen tijd. Anja: „Wij moeten juist altijd werken op de feestdagen, want dan zijn er veel bezoekers in het restaurant.”
De vriendenclub van de twee is gemengd. Anja: „Op mijn school zitten maar vijf of zes andere Chinese leerlingen, daar heb ik dus vooral Nederlandse vriendinnen.” Edwin: „Elke maandag ga ik naar een vereniging voor Chinese jongeren en ’s woensdag tennis ik, daar heb ik ook vrienden van mijn eigen afkomst.”
„Met vrienden en familie praten we wisselend Nederlands en Chinees”, zegt Anja. „Soms zijn woorden niet te vertalen. Zoals ”gezellig”, daar is geen Chinees karakter voor. Ik ken te weinig woorden om de taal vloeiend te spreken.” Edwin: „Schrijven is nog moeilijker, het Chinese schrift telt ongeveer 5000 karakters.” Anja: „Ik ken hooguit een kwart.”
Volgens het tweetal heeft het zeker voordelen om Chinees te kunnen spreken. Edwin: „Bijvoorbeeld als we in een winkel de prijs te hoog vinden, dan zeggen we dat in het Chinees tegen elkaar.” Anja: „En als we in China zijn voor familiebezoek, kunnen we de mensen daar redelijk verstaan.”
Beiden zouden liever niet in China wonen. Anja: „De mensen in Nederland zijn vriendelijker. Ook op straat. De buurman zegt „Hallo”, als ik hem tegenkom. Daar zal dat minder snel gebeuren.”
Er valt een stilte na de vraag hoe ze zichzelf zien, als Nederlander of Chinees. Anja, aarzelend: „Ik voel me íetsje meer Chinees dan Nederlander.” Ze voegt er gelijk aan toe: „Maar dat geldt niet voor alle Chinese jongeren hoor.”