L. Vogelaar - 24 jan 2006 10:07 - Gewijzigd: 24 jan 2006 10:07

Macaroni in het regenputje

Eigen boontjes doppen in studentenhuis voor gereformeerde gezindte

De boontjes zijn op; voor de laatkomers is er pizza. In de keuken werken twee bewoners zich door een indrukwekkende berg vaat heen. Wonen in een studentenhuis. „Erg gezellig, maar je hebt wel zelfdiscipline nodig om nog wat aan je studie te doen.”

Aantal bewoners van studenhuis Valeatis.

Aan het eind van de straat stroomt het verkeer in een ononderbroken cadans over de Van Brienenoordbrug. Het gedruis hangt als een waas over het dorpje Oud-IJsselmonde, opgeslokt door Rotterdam.

Nieuwbouw aan alle kanten. De Bovenstraat weerspiegelt echter het verleden van het dijkdorp. Zondag Bouwadvies uit Ede kocht er een bejaard herenhuis van een scheepsbouwersfamilie en vormde het om tot studentenhuis, speciaal voor de gereformeerde gezindte. Zes twee- en acht eenpersoonskamers, verspreid over vijf bouwlagen. Ongeveer de helft van de bewoners komt uit de regio Amersfoort, de andere helft uit Zeeland.

Afgelopen najaar werd het huis geopend. Met champagne, een maaltijd Chinees en onthulling van de naam: Valeatis, behouden aankomst, een verwijzing naar het eind van de studietijd én naar het ambacht van de vroegere bewoners.

Kelder
Vier studenten scharen zich rond de flakkerende kaarsen in de vroegere garage, het domein van Gerben van der Steege. Nummer vijf mag op het trapje zitten. Gerben (23) haalde afgelopen september zijn doctoraal economie in Utrecht. Voor een eenjarige master streek de Harderwijker neer in de Maasstad. Peter Tijssen (20) uit Rhenen doet bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit, waar de meeste bewoners studeren.

Ellen Rottier (19) uit Poortvliet, van het Hoornbeeck in Goes, loopt stage in Rotterdam. Als ze de deur van haar domein openzwaait, komt haar kamergenote verschrikt overeind op de bank. Twintigjarige tweeling Lieneke en Hanneke Riemens uit Meliskerke kwam ook naar de stad, Lieneke voor een stage als onderwijsassistente, Hanneke voor hbo verpleegkunde. Hun huis- en slaapkamers zijn bereikbaar via het keldertrapje en een nauw gangenstelsel onder het huis. „Zelf hoeven we hier niet te bukken. Gasten vaak wel. Op zolder is het nog lager.”

De kelder heeft al een keer blank gestaan, toen het regenputje verstopt zat met macaroni. „Toen waren we ’s nachts om drie uur aan het dweilen. Stinken!”

De achterdeur van de kelder biedt uitzicht op de dijk. „We wonen in de stad, maar de schapen lopen rond ons huis.” Dieren zijn er ook ín het huis. Tijdens de kerstvakantie bleven er wat etenswaren achter. Tot groot genoegen van de muizen, en dat waren geen computermuizen. Nu worden er elke avond achttien muizenvallen met pindakaas besmeerd. „Vanmorgen zaten er drie in.”

In de trekbel bij de buitendeur, de etensbel, de loper op de trap en de donkere betimmering bleef het klassieke karakter van het pand zo veel mogelijk bewaard. Een zwijnenkop met nepsneeuw en een kerstmuts kijkt toe als de studenten gezamenlijk de warme maaltijd gebruiken. „We hebben kook-, afwas- en schoonmaakroosters. Dat wordt allemaal geregeld door de huisraad. Eens in de vier weken hoef je een week niets te doen.”

Voor- en nadelen
Op kamers wonen heeft voordelen, vinden de bewoners. „Meer vrijheid en zelfstandigheid, en je bent minder tijd aan het reizen kwijt. Je hebt meer contact met andere studenten. Het is gewoon heel gezellig. Pas gingen we met tien man naar de studentenkring van de Gereformeerde Gemeenten.”

Gerben trekt zich regelmatig op zijn kamer terug om te studeren. Bij de anderen komt er soms weinig van. „Koffiedrinken beneden of bij elkaar op de kamer zitten is veel leuker.” Lieneke leert in de metro. „Daar heb ik een uur de tijd.” Sommige kamers zijn best gehorig. „Als er daar iemand snurkt, schudt het hele huis.”

Ander nadeel: de financiën. „Het is gewoon veel duurder dan thuis wonen.” Naast de huur is er de aanschaf van meubels en een gezamenlijke huishoudpot die per maand 25 euro vraagt. „Op een lijst moet je precies aangeven wanneer je mee-eet: 1,50 per maaltijd.” De studiebeurzen worden aangevuld door bijbaantjes en ouderlijke steun.

Dezelfde achtergrond
Het huis is van allerlei gemakken voorzien: een wasmachine, een droger, een kliksafe-internetaansluiting. Regels zijn er ook: ’s avonds om elf uur stilte -lukt meestal niet-, geen televisie in de gemeenschappelijke ruimten. „Degene die kookt, verzorgt ook het gebed en het Bijbellezen bij de maaltijd. Best spannend de eerste keer, maar het is wel leerzaam. Het geeft een veilig gevoel dat je met mensen van dezelfde achtergrond onder één dak woont, zeker als je voor het eerst op kamers gaat en voor het eerst niet op een reformatorische school zit.”

Sommige studenten reizen het eerste jaar heen en weer naar huis voordat ze op kamers gaan. „Er is in de studie dan al zo veel nieuw dat het wel lekker is om aan het eind van de dag gewoon naar je vertrouwde thuis te vertrekken. Je voelt zelf wel wanneer je eraan toe bent om op kamers te gaan.”

Aan het eind van de rondleiding is de berg vaat aanzienlijk geslonken. Het aanrecht komt in zicht.