Serieus spelen met lego
Scholieren programmeren rijdende robot voor wedstrijd
ROTTERDAM - Baf. De Legorobot rijdt tegen de rand van de bak. Onbedoeld. Langzaam gaat het apparaat weer achteruit. Raymond (13) pakt het voertuig op. „We moeten nog wat dingetjes goed programmeren.”
De Snorkels. Zo noemen negen tweedeklassers van de christelijke scholengemeenschap Calvijn in Rotterdam zich. Samen bouwen en programmeren ze de robot die het vandaag moet opnemen tegen die van 31 andere teams. De scholieren doen mee aan de First Lego League in Utrecht. Een internationale wedstrijd waarin de robots zo snel mogelijk vijf opdrachten moeten uitvoeren. Tijdens de regiofinale werden de Snorkels eerste. Jordy: „Natuurlijk willen we weer winnen.” Lachend: „Dat is goed voor ons eergevoel.”
De naam van het team moest volgens Christiaan iets met water te maken hebben. „Het thema van de wedstrijd is de oceaan.” Raymond wijst in de bak waarin de legorobot klaar staat op een lichtgeel gekleurd deel van de bodem. „Dat is het strand, het blauwe is het water.”
Op het blauwe vlak ’drijft’ een container. Raymond drukt een rode knop op de robot in. Het apparaat rijdt naar de container en haakt de tanden achter het gevaarte. Langzaam rijdt de hele combinatie terug naar het strand. Jeroen: „Dit is een van de vijf opdrachten die de robot moet uitvoeren.”
Kapot
De robot een duw laten geven tegen een stang aan de rand van de bak lijkt makkelijk. Jeroen drukt op de startknop. Het apparaatje rijdt naar voren, draait naar rechts en botst tegen de wand. Naast het stangetje. Raymond: „We moeten ’m dus beter programmeren.”
De negen scholieren gebruiken alle tussenuren en pauzes om de robot te programmeren. Raymond: „De programma’s schrijven we op de computer.” Op het scherm zijn lange rijen blokjes te zien met de commando’s. „Het programma laden we via een infraroodverbinding in de robot. Daarna testen we of de robot de opdracht goed uitvoert. Meestal moet er nog iets aangepast worden. Zoals eerder een bocht maken.”
Volgens Joeri is het meedoen aan de competitie „hartstikke leuk. Je leert mensen uit andere klassen kennen. In de tussenuren hebben we iets leuks te doen.” Jeroen: „En je krijgt er nieuwe vrienden bij.”
De vier vrouwelijke teamleden maakten een film bij het project. Deborah: „We hebben een soort jeugdjournaal gemaakt, want we moeten tijdens de wedstrijd ook een presentatie over de oceaan laten zien.” De presentatrice, teamlid Ashley, vertelt in de videopresentatie over oceaandieren die onbedoeld met ballastwater in zeeschepen in Nederland terechtkomen. Traag glijdt een tanker voorbij in het filmpje.
Van de docenten krijgen de negen jongeren een cijfer voor de opdracht dat meetelt voor het vak techniek. Volgens docent W. Brans „in ieder geval een goede voldoende. Want de samenwerking was goed.” Desondanks ging er wel eens iets mis. Jeroen, met een rood hoofd: „Ik heb de robot een keer laten vallen.” Raymond: „Die was wel aan diggelen, maar binnen vijf tellen was hij weer gemaakt, dat is het leuke van Lego.”
Er zijn nog geen reacties geplaatst.