Betaald blijven doorvragen
De ene keer iemand „kritisch aan de tand voelen”, de andere keer „een lekker menselijk verhaal schrijven.” Die afwisseling boeit Daniël Gillissen, kerkredacteur bij het Nederlands Dagblad. „Als journalist kom je bij mensen en op plaatsen waar anderen van dromen.”
Hij is niet het type dat als jochie al de schoolkrant volschreef en daarom journalist wilde worden. „Dat soort grappenmakerij was er bij mij niet bij. Ik heb wel altijd een brede belangstelling gehad en interesseer me voor mensen.” Opmerkelijk waren de reacties toen Daniël op de middelbare school aankondigde dat hij naar de journalistenopleiding wilde. „Sommigen hadden het idee dat ik de wereld inging. Toch heb ik er nooit spijt van gekregen.”
Daniël leerde het vak op de Evangelische School voor Journalistiek (ESJ) in Ede. Althans: „Wat theorievakken betreft heb ik er veel opgestoken, het echte journalistieke handwerk moest je in de praktijk leren.” Voor Daniël waren dat niet alleen verplichte stages, maar ook klussen die hij zelf opzocht. „Ik heb tijdens mijn opleiding regelmatig geschreven voor het Reformatorisch Dagblad, het Nederlands Dagblad, Koers en Uitdaging. Daar leerde ik enorm veel van.”
Goed gevoel
Iedere student journalistiek moet tijdens de opleiding kiezen welke tak van sport hij gaat beoefenen: radio, televisie of geschreven pers. Voor Daniël was dat niet moeilijk: „Ik heb geen radiostem en van al die apparatuur bij de televisie word ik zenuwachtig. Dus geschreven pers. Met pen, papier en computer voel ik me gelukkig.”
Daniëls leven bij het Nederlands Dagblad, een ochtendkrant, kent twee varianten. Hij zit op kantoor of is het land in. Beide vindt hij boeiend. „Als ik naar kantoor ga, begin ik om negen uur of om halfelf. Tot ’s avonds een uur of halfzeven ben ik met collega’s bezig de kerkpagina van de volgende dag te vullen. Je begint met niks of met één verhaal en gaat zoeken naar nieuws. Het meeste gebeurt per telefoon. ’s Avonds is de pagina vol, de volgende ochtend glijdt hij door je brievenbus. Dat geeft een goed gevoel.”
Gaat Daniël op pad, dan heeft hij de keus uit mensen interviewen, een reportage maken, bijeenkomsten bezoeken, een presentatie bijwonen. „Omdat de algemene persbureaus zoals het ANP nauwelijks kerknieuws leveren, moeten we bijna alles zelf schrijven.”
Kerknieuws, is dat wat voor een journalist van 27? Daniël: „Ik geef toe, het kerkelijke wereldje is beperkt, maar er gebeurt veel. Ik noem een paar dingen: de gevolgen van de scheuring in de Hervormde Kerk en het ontstaan van de Nieuwe Bijbelvertaling. Kerknieuws is echt niet saai. Het gaat over inhoudelijke dingen. Dat spreekt mij aan. Meer dan vluchtig nieuws.”
Kerknieuws laat een journalist niet onberoerd, ervaart Daniël. „Je gaat sommige dingen relativeren. Bijvoorbeeld het domineeswereldje. Daar zit veel menselijks bij. Maar ook je eigen kerk. En de kerkelijke situatie in ons land. We doen wel eens alsof Nederland het centrum van Gods Koninkrijk is, maar dat klopt natuurlijk niet. Het is heel goed af en toe over de grenzen te kijken en te leren van christenen in andere delen van de wereld.”
Eerlijk
Daniël geniet ervan dat hij als journalist anderen kritisch kan bevragen. „Tot en met kerkelijke leiders toe. En dat nog betaald ook. Aan de andere kant kan ik ook genieten van iemand die een menselijk verhaal vertelt dat ik alleen maar hoef op te schrijven. Laatst ben ik op pad geweest met een predikant die evangeliseert onder migranten in Rotterdam. We hebben samen door de stad gefietst en over van alles en nog wat gepraat. De afwisseling houdt dit vak boeiend.”
Elk verhaal is een klus op zichzelf „waar je iets moois van probeert te maken”, zegt Daniël. „Daarbij gaat het erom dat je als journalist eerlijk en betrouwbaar bent. Jouw informatie moet kloppen, maar ook een belang dienen. Dat belang, daar hoeft niet iedereen het mee eens te zijn. Soms moet je dingen publiceren, ook al weet je dat er mensen boos om zullen worden.”
Journalistiek is een vak waar je 24 uur per dag mee bezig kunt zijn, weet Daniël. „Toch is dat niet verstandig. Ik probeer bewust grenzen te trekken en ’s avonds andere dingen te doen.” Journalisten willen het naadje van de kous weten, blijven doorvragen. Doet Daniël dat thuis ook? „Ik begin het een beetje te leren om werk en thuis te scheiden. Aan de andere kant heb je een kritische instelling, anders word je geen journalist. Dus als mijn vrouw zegt: „Joh, maak je niet druk”, dan is mijn eerste reactie vaak: Ja, maar ik wil gewoon weten hoe het zit.”
Zijn er ook nadelen aan het journalistenberoep? Daniël denkt even na: „Niet zo heel veel, maar om toch iets te noemen: in het kerkelijke wereldje spelen nogal wat gevoeligheden. Daar word ik wel eens moe van. Verder vind ik het altijd erg vervelend als informatie niet blijkt te kloppen. Omdat anderen verkeerde dingen doorgeven of omdat je zelf fouten maakt. Het is dan inmiddels wel in zo veel duizendvoud vermenigvuldigd.”
- Er zijn vier hbo-opleidingen journalistiek: in Ede, Utrecht, Zwolle en Tilburg; alleen die in Ede (de CHE) is christelijk.
- Vooropleiding: minimaal havo of mbo. Er geldt geen vast profiel, maar goede kennis van taal en cultuur is een pre.
- Voor de toelating geldt een loting. In Ede zijn 60 plaatsen beschikbaar, in Utrecht 360, in Tilburg 285 en in Zwolle 300.
- Meer informatie over de opleiding in Ede geeft dr. P. Blokhuis, tel. 0318-696349.
Er zijn nog geen reacties geplaatst.