Pindakaashap voor Nijkerkse scholieren
Op survival met Artsen zonder Grenzen
De helikopter is nog maar net geland of de bagageklep vliegt open. Met een groot noodhulppakket rennen hulpverleners het schoolplein van het christelijke Corlaer College in Nijkerk op. Gejuich stijgt op. Tijd voor een hapje proeven van het tarwebiscuit. Welkom bij de aftrap van ”Actie zonder grenzen” door Artsen zonder Grenzen.
„Wat te doen als je voor je ogen mensen ziet overlijden aan mazelen? Als een vrouw je in vertrouwen vertelt over het seksuele misbruik? Als kinderen met opgezwollen buikjes en holle oogjes je aanstaren?”
Het is doodstil in de klas als Mariska Wagemakers, verpleegkundige bij Artsen zonder Grenzen, tijdens een gastles over haar werk in Sudan vertelt. Hulpverleners van Artsen zonder Grenzen bezoeken in heel het land middelbare scholen. Het doel is leerlingen meer inzicht te geven in wat er allemaal komt kijken bij een hulpverleningsactie en om ze meer te leren over de gevolgen van oorlogen en rampen in de wereld.
„Bij wie mag ik de dikte van de arm meten?” vraagt Mariska. Een jongen met een donkere haardos toont zich bereid. Mariska schuift een muac-bandje over zijn pols en trekt dit aan. Het lint stopt in de groene zone. Veilig gebied, niet ondervoed. „Hoe kan het ook anders met zulke gespierde armen. Dat is in Afrika wel anders”, zegt Mariska als ze de omvang van een kinderarmpje -zo’n 3 centimeter- probeert aan te duiden.
Plumpy’nut
Ook het proeven van plumpy’nut staat op het programma. Dit is een soort pindakaas, vol calorieën, dat hulpverleners uitdelen aan sterk vermagerde kinderen in hongergebieden. Amanda Bloklander (14) neemt voorzichtig een hapje van het plastic lepeltje. „Het stinkt.” Om er dan meteen aan toe te voegen: „Maar ’t is wel lekker.” Mariska: „De kinderen die nog nooit brood of pindakaas gezien hebben, smullen ervan. Vaak moeten zij het -als ze dat al hebben- met maïspap zonder zout en peper doen.”
Mariska legt uit dat Artsen zonder Grenzen op diverse manieren hulp biedt. „We geven bijvoorbeeld voorlichting over hygiëne. Een vrouw die drie uur lang moet lopen om water te halen, zal dit vocht niet gebruiken om haar handen te wassen. Toch is water nodig om infecties te voorkomen.”
Behalve het verstrekken van medische hulp leren medewerkers de mensen hoe zij zelf koortsmetingen kunnen doen. Soms is dit lastig, zo blijkt uit een voorbeeld dat Mariska noemt. „Ik leg Afrikaanse vrouwen uit dat als het streepje op de thermometer bij 37,5º of hoger stopt, dit betekent dat ze koorts hebben.” Dat snappen ze, zeggen ze dan. Als ik hen vraag wat iemand met een temperatuur van 36º mankeert, is het antwoord: koorts.”
Te laat
De veldmedewerkers krijgen soms heel wat voor hun kiezen. Verpleegkundige Joy-Desta Brandsma: „Ik begeleidde een 22-jarige vrouw in Liberia. Zij wachtte vol spanning op aidsremmers die drie weken later zouden binnenkomen. Ze voelde zich sterk ondanks dat ze maar 27 kilo woog. Toch heeft ze het niet gered. De medicijnen kwamen te laat.” „Ingrijpend”, vindt de 14-jarige Marc Brouwer.
Toch weet de verpleegkundige ook mooie voorbeelden. „Een bevalling ging maar ternauwernood goed. Nadat de baby was geboren begon iedereen te dansen en te zingen. De volgende dag hoorde ik dat de kersverse moeder haar dochter naar mij had vernoemd: Joy, vreugde.”
Na afloop van de gastles kunnen leerlingen zelf op ’missie’ gaan voor Colombia, Liberia of de Democratische Republiek Congo. Door een actie te verzinnen voor een van deze drie landen, zoals een sponsorloop, pannenkoeken bakken of een damwedstrijd, kunnen ze bijdragen aan projecten van Artsen zonder Grenzen. Op de website www.actiezondergrenzen.nl komen scholieren in contact met hulpverleners ter plaatse en worden de vorderingen van hun actie bijgehouden. Degenen met de succesvolste of ludiekste actie winnen een survivaltocht in Europa. Een survival, zoals medewerkers van Artsen zonder Grenzen hun werk ook vaak ervaren. Mariska: „In Sudan konden we landen in een weilandje. Daarna was het kilometers banjeren door het moeras met aan elke voet 5 kilo klei. Maar we kwamen op de plek van bestemming.”
Wat is jouw geld waard
Liberia
1 euro: 40 ondervoede kinderen kunnen een pak energierijke melk krijgen.
25 euro: 10 kinderen krijgen een maand lang BP5‑koeken. Eén koek per dag is voldoende om te (over)leven.
Colombia
5 euro: een klas kan voorlichting krijgen over hygiëne.
10 euro: een heel Colombiaans gezin kan een tandartsbehandeling krijgen.
Congo
17 euro: een hiv/aidspatiënt krijgt een maand lang medicijnen.
40 euro: 10 mensen kunnen getest worden op hiv.