Telefoonterreur
Het is pure terreur, dat anonieme gebel van hypotheekverstrekkers, verzekeraars, pensioenaanbieders en al die anderen. Altijd bellen ze rond zes uur ’s avonds, wetend dat dan de meeste vissen gevoerd worden en dus dicht bij de fuik zwemmen.
„Goedenavond meneer. Spreek ik met de heer…”
„Ik heb niet veel tijd en ben aan het eten.” Botter durf ik niet te zijn.
„Dan houden we het kort. Mag ik vragen of u eigenaar of huurder bent van uw huis? Eigenaar? Nou, dat is dan een meevaller, want zoals u weet stijgen de huizenprijzen nog steeds en staat de hypotheekrente momenteel op een historisch laag peil. Maar…” Een dreigende stilte volgt om het gesprek naar een dramatisch hoogtepunt te voeren. „Maar… de rente is momenteel wel héél snel aan het stijgen.”
„Ik heb geen interesse, mevrouw.”
„U hebt geen interesse. Mag ik vragen waarom?”
„Omdat het allemaal prima geregeld is.”
„Weet u dat wel zeker?”
„Ja, dat weet ik zeker.”
„Sorry, meneer, maar hoe weet u dat zo zeker?”
„Omdat ik momenteel een lening heb tegen een heel laag percentage.” Met dat ik dit zeg, weet ik dat ze beet heeft. Want nu gaat ze vragen hoe hoog dat percentage is, voor hoe lang ik de rente heb vaststaan, bij welke verzekeraar ik bankier, of ik een tussenpersoon heb en noem het allemaal maar op. Ik zucht.
„U zucht ervan, meneer. Maar beter nu even doorbijten dan straks met een torenhoge maandlast geconfronteerd worden, toch? Mag ik vragen hoe hoog uw rentepercentage nu is?”
„Mevrouw, ik heb géén interesse.”
„Meneer, hoe kunt u dat nu weten? U weet toch nog niet welk aanbod ik u ga doen?”
Dat is fout van haar. Ze moet niet in de slachtofferrol kruipen, want dat pik ik niet terwijl ik de net opgeschepte erwtensoep koud zie worden.
„Ik wil helemaal niet weten wat u mij aan te bieden hebt, ik wil gewoon rustig kunnen eten.”
Pijnlijke stilte aan de andere kant van de lijn.
Gekwetst: „Meneer, ik vind dit eigenlijk geen manier van doen. U geeft mij niet de kans om u een aanbod te doen en ik hoor aan uw stem dat u boos wordt. Zo wil ik dit gesprek niet voeren.”
„U belde mij, ik heb niet om dit gesprek gevraagd.”
„Jammer dat onze conversatie zo verloopt.” Haar ijzige kalmte maakt me nog bozer. „Ik had u een prachtig aanbod mogen doen. Een lange looptijd, een zeer gunstige rente. Scherper krijgt u hem niet. Maar blijkbaar hebt u geen interesse.”
„Néé!” schreeuw ik bijna.
„Dan wens ik u nog een goede avond.”
Ik kijk naar de hoorn in mijn hand en besef dat ik verloren heb. Zij heeft de eer aan zichzelf gehouden en ik ben ordinair boos geworden. Ik ben een verliezer, een minkukel die kwaad wordt om niets en nu voor straf koude erwtensoep moet eten.
Een poosje later word ik te eten gevraagd bij vrienden.
De sfeer is goed, het eten is lekker.
Dan gaat de telefoon. Een dame mag namens een hypotheekverstrekker een geweldig aanbod doen.
„Sorry mevrouw, ik heb geen interesse, goedenavond.”
„Zo doe je dat”, mompelt de heer des huizes en hij eet rustig verder.
OFER
Reacties (5)
eva bezorger | maandag 12 december 2005 - 11:00 | |
aantal posts:6 | dat hebbe we ook best vaak en als ze beginne te zeure moeje gewoon de hoorn er op gooie |
toeds stagiair | maandag 12 december 2005 - 16:05 | |
aantal posts:75 | ksluit me helemaal aan bij de vorige reacties. |