„Mijn vader kreeg een rolstoel van zijn werk”
2 december 2005. De internationale dag van mensen met een handicap. 2 december 1992. De vader van Joanne van Hell uit Gouda moet naar het ziekenhuis omdat hij besmet is met het poliovirus. Vanaf dat moment is hij aan een rolstoel gekluisterd. Joanne (14): „Ik weet niet beter dan dat mijn vader gehandicapt is.”
„Als ik andere kinderen zie stoeien met hun vader, ben ik blij voor hen. Het steekt me niet. Ik kan weer andere dingen met mijn pa doen.” Joanne blikt terug op de periode dat zij als klein meisje bij haar vader op schoot op stap ging. „Rondjes rijden in een rolstoel, dat konden anderen niet, ik wel.”
Haar oudere broers en zussen kunnen zich hun vader nog wel herinneren voordat hij polio kreeg. „Ik heb er wel met hen over gepraat. Tuurlijk is het voor hen anders, maar ook zij zijn ondertussen gewend aan de situatie. En daarbij: Het blijft gewoon onze pa.”
Toch merkt Joanne dat het gezin rekening moet houden met het handicap van hun vader. „Een vakantiewoning zoeken is soms lastig. We hebben een aangepast huis nodig, met dan ook nog voldoende slaapplaatsen, want er wonen nog zes van de elf kinderen thuis.”
Vrijdag wordt ook de campagne Ruim Baan gelanceerd. Deze wijst erop dat mensen met een handicap uitstekende werknemers kunnen zijn. De campagne stimuleert dat werkgevers en leidinggevenden openstaan voor medewerkers met een handicap.
De vader van Joanne werkte voor zijn ziekte zelfstandig als eigenaar van een juwelierszaak. De verlamming maakte het hem te moeilijk om dit werk voort te zetten. Inmiddels werkt hij al weer jaren op de administratie van het Driestar College in Gouda. „Ik weet niet of het lang geduurd heeft voordat hij een nieuwe baan vond. Wat ik wel weet is dat het heel belangrijk is dat werkgevers mensen zoals mijn vader accepteren en een kans geven.”
Het is goed dat werkgevers rekening houden met gehandicapte personeelsleden, vindt Joanne. „Tijdens een personeelsuitje kan mijn vader ook mee. Dat doet hem goed.”
Joanne weet nog een ander voorbeeld. „Collega’s van mijn vader kregen een nieuwe bureaustoel. En mijn vader? Die sloegen ze niet over. Hij kreeg naast de rolstoel die hij thuis gebruikt, een werkrolstoel. En dat is nog een handige ook. Hij kan er zelfs mee handbiken.”