Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    Gevangen in onzekerheid

    Elke dag kan er een brief op hun deurmat vallen. Met een dreigende boodschap: Jullie moeten Nederland verlaten. Einde school, catechisatie, vriendinnengroep. Einde van zeven jaar Holland. Berti Mushe: „Ook al zijn we uitgeprocedeerd, ik bid God elke dag om een verblijfsvergunning.” Haar zusje Nour knikt: „God blijft voor ons zorgen.”

    Tussen de horde leerlingen van het Calvijn College in Goes vallen ze nauwelijks op. Met hun schooltas bungelend aan de schouders lopen ze richting de aula. Ondertussen druk pratend met vriendin Tamara. In onvervalst Nederlands. Alleen hun mooie bos zwart haar onderscheidt hen van hun medeleerlingen. Of toch meer?

    Nour (l.) en Berti Mushe dreigen Nederland uitgezet te worden.

    Nour (l.) en Berti Mushe dreigen Nederland uitgezet te worden.

    De zusjes Berti (13) en Nour (12) komen uit Syrië. Ruim zeven jaar geleden vluchten zij met hun moeder en driejarig zusje naar Nederland. Van de vlucht en de reden van vertrek zeggen de meiden zich weinig te herinneren. Berti: „Ik was toen amper zes jaar. En ik snapte ook niet goed waarom we vertrokken. Volgens mij had het met iets in de politiek te maken. In ieder geval was onze vader het niet eens met de regering in Syrië. Toen moesten we vluchten. Pa kon niet mee.”

    Eenmaal in Nederland volgde verhuizing op verhuizing. Eerst drie weken in een opvangcentrum in Wijk aan Zee, toen drie maanden in een asielzoekerscentrum in Haarlem. Nour: „Daar zaten we in een stacaravan.” Ook daar kon het gezin niet lang blijven. Een bungalow in het AZC in Zeewolde was hun volgende plek. Berti: „Telkens als ik ergens weer een beetje was gewend, moesten we weer naar een andere plaats. Weer afscheid nemen van vriendinnetjes.”

    Tweeling
    In Zeewolde kreeg de familie Mushe gezinsuitbreiding. De moeder van Berti en Nour beviel van een tweeling. Berti: „Eigenlijk is dat best apart. Zij hebben Syrië nooit gezien, zijn eigenlijk gewoon Nederlanders, en zelfs hier gedoopt.”

    Het gezinnetje is compleet als vader Mushe in Nederland opduikt. Hij blijkt ondertussen ook gevlucht te zijn en in een asielzoekerscentrum in Zwolle te zitten. De ontmoeting met hun vader staat nog in hun geheugen gegrift. Nour: „We hadden hem anderhalf jaar niet gezien. En dan is hij daar opeens weer. Dat is zo bijzonder. Ik was echt zo blij.” Berti: „ Voor m’n vader was het ook wel raar hoor, hij had nog nooit z’n jongste twee kinderen gezien.”

    Na een aantal jaren krijgt het gezin een woning toegewezen in Goes. Nour: „Ook al hadden we nog geen verblijfsvergunning, we kregen in ieder geval een echt huis. Berti vult aan: „De asielzoekerscentra liggen vaak zo afgelegen. Nu wonen we gewoon in een rijtjeshuis tussen andere Nederlanders.” Nour: „En we kunnen nu lekker buitenspelen, overal waar we willen.”

    Sinds afgelopen zomer zitten Berti en Nour op het Calvijn College in Goes. Bij elkaar in de klas. „Op de lagere school waren we ook al klasgenoten. Dan konden we elkaar helpen als we de taal niet goed begrepen.”

    Ondertussen spreken de meiden rap Nederlands. Berti: „Ik voel me ook echt Nederlander. Ik woon midden in een Nederlandse wijk, ga hier naar de kerk, zit hier op school, catechisatie en jeugdvereniging.”

    Onmenselijk
    De familieleden van Berti en Nour wonen bijna allemaal in Syrië. Berti: „Soms bellen we naar Syrië, bij een trouwerij van een familielid. Dat is wel fijn. Maar het is ook heel raar. Ik kan me bijna niks meer van Syrië herinneren. Ik voel me, nee ik ben gewoon Nederlander.”

    De verblijfsvergunning laat echter op zich wachten. Verhoren volgen. En brief na brief komt binnen met een negatieve boodschap. „Wachten is afschuwelijk. Bij elke nieuwe brief zit je weer in spanning. Zou er nu een definitieve uitspraak komen?”

    Ruim 250 schoolbesturen en -directies hebben deze week een manifest aangeboden aan de leden van de Tweede Kamer tegen het oppakken en uitzetten van asielzoekerskinderen. Hierin staat dat de overheid hen niet tijdens het schooljaar van school moet halen om hen het land uit te zetten. Het Calvijn College stuurt volgende week een brief naar minister Verdonk. Op deze manier probeert de school zijn uiterste best te doen de kinderen in Nederland te houden. Nour: „Echt fijn dat iedereen zo meeleeft. Klasgenoten vragen ook geregeld of we al wat meer over een vergunning weten.”

    Berti: „Soms ben ik bang, heel bang. Stel je voor dat we echt het land uitmoeten.” Met stemverheffing: „Dat kan toch niet. Ik woon hier al zeven jaar, spreek bijna geen Syrisch meer, en heb hier mijn vrienden. En dat niet alleen. Mijn vader zegt dat het veel te gevaarlijk is om terug te gaan. En om ons dan terug te sturen. Dat is toch, toch…” Berti’s stem hapert. Even weet ze niks te zeggen. Dan: „Ja, misschien is het wel onmenselijk te noemen.”

    Toch sprankelt er nog hoop in de ogen van de zusjes. Berti: „Ik bid God elke dag om een verblijfsvergunning, ook al zijn we uitgeprocedeerd.” Nour knikt. „We staan er niet alleen voor. God blijft voor ons zorgen.”

    Reacties (2)

    ...
    bezorger
    Quote bericht
    aantal posts:6

    Heeyy! Heel veel STERKTE!! Van mij mogen jullie blijven. tIs gewoon belachelijk dat jullie mischien weg moeteN!! xx
    nelleke
    bezorger
    Quote bericht
    aantal posts:13

    ik hoop vor berti en nour dat ze hier moge blijve askt zo hoor heb ik egt wel medelijde met zulke mense die al helemaal zijn ingeburgert in nederland en as ze dan weer terug moete naar een land waar ze weinig van af wete heel veel sterkte