Huurauto
Wie zei dat Britten beschaafd zijn op de weg? Misschien tegenover buitenlanders, als auto’s herkenbaar niet van daar zijn. Landgenoten of chauffeurs van het vasteland in een Britse auto treft een ander lot. Een deel van de Engelse autorijders laat elke vorm van hoffelijkheid achterwege. Bezoekers kunnen bij gestuntel alle hoop op clementie laten varen.
Er haperde al iets bij me toen de dame van Hertz op Bristol Airport me de sleutels van de huurauto overhandigde. Hyundai Sonata, dat is toch niet zo’n…? M’n vermoeden blijkt juist als we met de koffers bij parkeervak 57 staan. De nieuwste Sonata is een flink lel. Heerlijk op de M-way, prachtig op de provinciale weg, hachelijk op B-wegen en een ramp in de haarvaten van de graafschappen.
Links rijden went snel. Links rijden in een Britse auto -met gespiegelde besturing- is een kunstje dat na een dag of wat ook inslijt. Al staat m’n vrouw voor vertrek steevast aan de verkeerde kant van de auto te wachten. Daar lachen we om, net als om het feit dat de eerste dag telkens de ruitenwissers opzwaaien op het moment dat we denken af te slaan.
Op de huurpapieren staan keurig de bestaande schrammen en builen van de Sonata aangetekend. Rechtsvoor, linksachter. Plus een rottig deukje in de rechterachterstijl. Veel schade voor een auto met nog geen 3500 miles op de teller.
In gesprek met gastheer John in onze eerste B&B blijken we niet de enigen die z’n landstreek roemen, maar tegelijkertijd onze zorgen uitspreken over het formaat van de auto in combinatie met de smalle, bochtige binnenweggetjes waarmee Cornwall en Devon volliggen. De pakezels waarvoor ze ooit werden aangelegd, konden elkaar er ruim op passeren. Kom je met een Sonata een inlandse Range Rover of andere SUV tegen, berg je dan maar. Obscene gebaren blijven achterwege, verder komt alles uit de kast.
Smakelijk vertelt John over de twee dames op leeftijd uit de VS die hij en z’n vrouw pas te logeren hadden. Elke avond als de gehuurde Ford Galaxy het erf opdraaide, was het een verrassing hoeveel „scratches” de auto die dag extra had opgelopen. De vrouwen werden zo wanhopig van alle averij dat ze een groot plakkaat op de achterruit hingen: ”Sorry, we’re American”.
Stugge doornhagen, ruwe muren, diepe bermen, je kunt op die karrensporen weinig kanten op en met zo’n lel is er geen linker- of rechterkant aan de weg. „Weet je dat je best ver naar links rijdt”, zegt m’n vrouw als ik bijna de linkermuur raak. „Weet je dat ik echt niet verder naar rechts kan zonder te worden verpletterd”, antwoord ik. Nee, we krijgen geen ruzie, behalve dan die keer dat haar wankele onderscheid tussen links en rechts fout uitpakt. Is dat gebrek op het vasteland lastig, in Engeland is het hopeloos als je die twee mixt.
Diep in Dartmoor National Park leren we een nieuwe truc, nadat we een paar keer bijna van de weg zijn geblazen door een tegenligger. Toeteren voor elke onoverzichtelijke bocht, dat doen ze daar veel. Helpen doet het niet altijd, want we zien verschillende gedeukte neuzen passeren. Soms rijden ze echt als gekken, de inwoners die de weg op hun duimpje kennen.
Na zeven dagen en 500 miles leveren we de Sonata zonder extra kwetsuren in. Met het vaste voornemen de volgende Engeland-trip per eigen middenklasser te maken. ”Sorry, we’re Dutch”.
MAX