Geplaatst:18 nov 2005 12:48 - Gewijzigd: 18 nov 2005 12:48

„Je organen zijn niet van jou”

”Way of Life” organiseert debatwedstrijd

VEENENAAL - „Dankzij jouw organen kunnen mensen doorleven. Dat gun je toch iedereen? Wij zijn voor orgaandonatie.” Voor- en tegenstanders proberen de jury, het publiek én elkaar te overtuigen tijdens de debatwedstrijd die Way of Life, de jongerenorganisatie van de Nederlandse Patiënten Vereniging, donderdagavond in Veenendaal organiseerde rondom het thema ”Wie zijn naaste liefheeft, spaart zijn organen niet”. „Je moet God meer liefhebben dan je naaste, daarom geen orgaandonatie.”

„Tientallen mensen per jaar overlijden doordat een bepaald orgaan niet beschikbaar is; de wachtlijsten zijn lang. Mensen kunnen verder leven doordat jij je organen geeft.” De voorstander gooit direct bij de start van het debat zijn mening in de groep. En hoewel de Bijbel volgens hem geen kant-en-klaar antwoord geeft, is er volgens hem zeker uit te halen dat het een christelijke opdracht is om organen af te staan. De tweede voorstander die aan het woord komt, licht dat verder toe. „Christus gaf toch ook Zijn lichaam? En hoewel we ons lichaam van Hem hebben gekregen, betekent dat niet dat we er niets mee mogen doen.”

Kan niet, vinden de tegenstanders. „Dat kun je niet verantwoorden. God bepaalt wat er met ons lichaam gebeurt. Het is een tempel van de Heilige Geest. God staat boven mensen. Je moet Hem meer liefhebben. Stel, mijn vriend vindt biologie een moeilijk vak. Hij heeft daar een repetitie van en ik vind toevallig de antwoorden. Dan geef ik die toch ook niet aan mijn vriend? Dat zou naastenliefde zijn, maar toch mag het niet.” Geen argument, vindt een van de voorstanders die zonder te interrumperen haar beurt afwacht. „Dat is toch heel iets anders? Als ik donor word, dan steel ik toch geen organen?”

De tegenstanders werpen ook een ethisch argument op. „Het is heel moeilijk om te bepalen wanneer iemand hersendood is. En is iemand dan echt overleden? Daar is nog geen duidelijke uitspraak over gedaan. Dat maakt huiverig voor donatie.”

Het publiek mag ook kiezen. Zijn ze voor, zijn ze tegen? Dat blijkt lastig. Pas aan het einde van het debat scharen ze zich -letterlijk- achter de groep die hun mening het beste verwoordt. Een overgrote meerderheid voor een van de groepen is er niet bij. Voor Gemke Hardeman (18) is het moeilijk om een keus. „Ik ben er nog niet uit. Maar ik neig meer naar tegen.” Wat ze van het debat vindt? „Erg leuk, goed gedaan.” Steven van Kranenburg (17) voelt meer voor de argumenten van de voorstanders. „Je lichaam is niet van jou, daarom lijkt het mij dat je wel organen mag weggeven. En als je ”nee” zegt tegen orgaandonatie, moet je zelf ook geen organen van anderen aannemen.” Ook hij vindt het debat nuttig. „Het is erg belangrijk om over zulke dingen na te denken.”

Dat is ook een van de doelstellingen van ”Way of Life”, de nieuwe jongerenorganisatie van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV). „We willen jongeren bij ons werk betrekken en na laten denken over thema’s als hersendood, abortus, euthanasie”, zegt Hendrica de Vries, communicatiespecialist bij de NPV. „Wie een avond voor zijn jeugdvereniging wil organiseren, kan bij ons aankloppen. En we zien graag nieuwe leden bij Way of Life”.

Ook het oordeel van de jury, waarin onder andere de voorzitter van de NPV zit, komt aan bod. „Er zijn veel Bijbelse argumenten genoemd. Jullie zijn meer predikanten in spe dan ethici. Ga op elkaars argumenten in en probeer nieuwe argumenten aan te dragen.” Wie wordt de winnaar? De jury: „We vinden de voorstanders de tweede helft van de wedstrijd beter. Zij krijgen twee punten. De tegenstanders één.”

Annemarie van de Beek uit Barneveld, een van de winnaars, heeft vaker gedebatteerd. „Ik ben bekend met deze toestanden.” Hoe ging het haar vanavond af? „Het liep lekker. Echt zenuwachtig was ik niet. Ik moet er wel om denken niet te snel te praten.” Ze kwam tijdens het debat als tweede spreker van de voorstanders aan het woord. „Dat is best lastig. Je moet ad hoc reageren op de argumenten van de tegenstanders.” Viel er nog iets tegen? „De discussie vanuit het publiek kwam niet echt op gang, dat vond ik jammer.”

Henri Pool (17) uit IJsselmuiden, tegenstander deze avond, maakt serieus werk van het debatteren. Samen met de andere tegenstanders neemt hij 25 november deel aan het Nederlands Kampioenschap debatteren voor middelbare scholieren.

Vond hij dat het debat te rustig verliep? „Nee, eigenlijk niet. Bij zo’n inhoudelijk moeilijk onderwerp past dat.” Voor zijn groep kwam er nog een hindernis bij. „We zijn er zelf nog niet uit of we voor of tegen zijn. Op deze avond moet je dan wel goede en overtuigende argumenten ”tegen” naar voren brengen.” Een geslaagde avond? „Jazeker. Debatteren is leuk. Dit is voor herhaling vatbaar.”