Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Dansende handen en daverende bekkens

Nellianne (14) vindt klassiek concert het mooiste wat ze ooit hoorde

Zeventienhonderd mensen houden hun adem in. De dirigent staat twee, drie seconden bewegingsloos. De hand met het witte stokje schiet omhoog. De spanning breekt en muziek davert door het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam. „Dit is het mooiste wat ik ooit heb gehoord.”

„Geweldig dat ik meekan naar een concert met klassieke muziek.” Nellianne Hovestadt (14) uit Wijk en Aalburg gaat graag mee naar een optreden van het Nederlands Philharmonisch Orkest in het Concertgebouw in Amsterdam. Haar vriendin Willemijn de Bruijn (14) lijkt een klassiek concert „wel mooi.”

”Liever Live” staat er op grote rode posters die tussen de pilaren van het felverlichte Concertgebouw hangen. Dat is het thema van de eerste Klassieke Muziekweek. De organisatie wil „de ’magie’ van het live luisteren bij een klassiek concert laten horen”, zo valt er op de website te lezen. Afgelopen week waren er bij tientallen orkesten extra activiteiten. In het Concertgebouw lieten leerlingen van een vwo-4-klas de muziek horen die ze samen met leden van het Philharmonisch Orkest hadden gecomponeerd.

Een kakofonie aan geluiden komt de twee meiden tegemoet als ze de grote zaal van het Concertgebouw binnenkomen. Honderden mensen zitten al, vele anderen zoeken een plekje. Op het podium zitten tientallen musici. Violen, klarinetten en cello’s, alles klinkt door elkaar.

Windvlaag
Een violist gaat staan en geeft een toon aan. De andere orkestleden nemen de toon over. Nellianne: „Het orkest stemt de instrumenten.” Langzaam doven de lichten in de zaal. De herrie van de pratende mensen neemt af. Stilte.

Het geluid van aarzelend klappende handen zwelt aan tot een applaus als dirigent Paul Daniël de trap naar het podium afloopt en de eerste violist met een handdruk begroet. Willemijn klapt enkele keren en geeft het dan op. Nellianne vindt het applaus vooraf onzin. „Die man is toch geen godheid of zo?”

Het is goed hoorbaar hoe een vrouw, drie rijen verderop, even gaat verzitten. Dan beweegt het stokje van de dirigent. Het lijkt alsof dat stokje het orkest bestuurt. Nellianne: „Knap van de dirigent dat hij alles tegelijk in de gaten kan houden.” Willemijn: „Soms is het net of hij naar een van de orkestleden gebaart.”

Langzaam gaan dertig strijkstokken omhoog. Een windvlaag lijkt door de zaal te ruisen. Opeens verandert het karakter van de muziek. De dirigent beweegt wild met zijn handen. Trompetten schallen, viooltonen klinken hoger, hoger en hoger. Willemijn speelt gedachteloos met een ring. Om en om gaat het zilveren voorwerp in haar hand.

Met een daverende klap slaat een man twee bekkens tegen elkaar. Een roffel op de grote trom -rechtop zo’n anderhalve meter- is eerder voelbaar dan hoorbaar. Bam. Stilte. Een daverend applaus is de beloning voor het orkest. Minutenlang houden de enthousiaste luisteraars het vol. Nellianne en Willemijn niet; de laatste: „Na tien keer klappen vind ik het wel genoeg.”

Makkelijk
„Kijk, de piano komt uit de grond.” Nellianne wijst naar het podium waar het instrument langzaam zichtbaar wordt. Iemand sleept een krukje aan en klapt de vleugel open. Een oude man, gebogen rug, klimt de trap op naar het podium. De 81-jarige pianist Aldo Ciccolini begroet de dirigent en wil achter de piano gaan zitten. Gelach klinkt in de zaal als de pianist verwoed aan de kruk draait om de zitting te laten dalen.

De dirigent geeft de maat aan en het orkest zet ”Symphonie fantastique” van Hector Berlioz in. Een laag zoemend geluid klinkt, pianoklanken tinkelen erdoorheen. De handen van de pianist dansen over de toetsen. Van links naar rechts. Razendsnel, dan weer langzaam. De bejaarde musicus geniet van het spelen. Hij straalt en lijkt alles om zich heen vergeten te zijn.

Willemijn speelt ook piano, „maar niet zo goed en al helemaal niet zo’n lang stuk uit mijn hoofd.” Ze zou niet willen optreden als pianiste. „Als er iets misgaat, hoort iedereen dat.”

Nellianne: „De violisten hebben het een stuk makkelijker. Dat zijn er dertig. Als er één een fout maakt, is dat bijna niet te horen.”

Driftig geeft de dirigent de maat aan. Het orkest volgt. De cello’s en contrabassen -grote violen op een pootje- maken een grommend geluid. De handen van de pianist stuiteren over de toetsen. De meiden moeten lachen als het geluid van een uitgeputte stoomfluit klinkt. De muziek wordt zachter en zachter. De pianist slaat een laatste toets aan en zit even bewegingsloos. Het publiek applaudisseert dan enthousiast.

De meiden vinden het bedrag van 28 euro dat iedere bezoeker voor het toegangskaartje moet neertellen hoog. Nellianne zou dat er wel voor over hebben om eens in het jaar naar het Concertgebouw te gaan. „Dit is het mooiste wat ik ooit heb gehoord.”

Reacties (1)

ikkuh
bezorger
Quote bericht
aantal posts:21

28 euro for un kaartju???? wit j hoe vil da is!!! souk ur eg nie for ofer hebbu hor!! x
 ~ Achteraf gezien, had je alles van te voren kunnen weten... ~