Een derde christelijke jeugd leest NBV
HAARLEM - Ruim een derde van de christelijke jongeren leest de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV). Bijna 40 procent van de stemmers op de NBV bij de NS Publieksprijs, donderdag, was 30 jaar of jonger.
Dat zijn de uitkomsten van het onderzoek naar ”De relevantie van de Bijbel voor christelijke jongeren”, uitgevoerd in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG). De uitslag van het onderzoek werd zaterdag bekendgemaakt.
Het NBG-onderzoek werd uitgevoerd onder 1068 actieve christelijke jongeren tussen de 16 en 25 jaar. Geselecteerd werd aan de hand van leeftijd en kerkbezoek (minimaal één keer per twee maanden). De deelnemende jongeren hadden een rooms-katholieke of evangelische achtergrond, waren afkomstig uit de Protestantse Kerk, of kwamen uit andere gereformeerde kerken (Christelijke Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Kerken vrijgemaakt of Nederlands Gereformeerde Kerken). Enkele jongeren hadden een apostolische of methodistische achtergrond.
Voor evangelische en gereformeerde jongeren blijkt de Bijbel vooral een bron van kracht te zijn, ook een boek van wetten en plichten. De Bijbel geeft hun houvast, zeggen ze. Rooms-katholieke jongeren lezen in de Bijbel „omdat de verhalen mooi en leuk zijn.”
Rooms-katholieke jongeren lezen gemiddeld het minst in de Bijbel: ruim zes keer per maand. Gereformeerde jongeren lezen het meest: gemiddeld bijna iedere dag. Voor alle jongeren geldt dat de Bijbel meestal wordt gelezen in de kerk of bij kerkelijke activiteiten, voor en/of na de maaltijd en bij het slapen gaan.
Opvallend is de uitgesproken voorkeur van alle christelijke jongeren voor de verhalen over Jezus (de Evangeliën). Rooms-katholieke jongeren zijn verder geïnteresseerd in de geschiedenisverhalen (zoals Richteren en Koningen). De brieven van Paulus worden het minst gelezen.